De box 3 wetgeving is altijd in beweging sinds het kerstarrest van december 2021. Lees verder en ontdek de laatste wijzigingen in dit gebied!
Er waren begin dit jaar 15 rechterlijke uitspraken voor en 0 tegen. Sinds het kerstarrest in 2021 is het niet duidelijk wat er gaat gebeuren. Tot en met 2016 werd in box 3 belasting geheven over een vast rendement en vanaf 2017 was het gebaseerd op een fictief rendement. Er zijn nu meer uitspraken voor dat het werkelijke rendement van de belastingplichtige wordt belast dan tegen.
4 opties ter verfijning
Het kabinet maakt op 26 april vier opties bekend voor een mogelijke verfijning van de categorieën ‘overige bezittingen’ en ‘schulden’ in box 3. De eerste betreft de plaatsing in de categorie ‘banktegoeden’ van aandelen in het vermogen van een Vereniging van Eigenaren (VvE) en geld op een derdenrekening bij een notaris. De tweede optie betreft het defiscaliseren van onderlinge vorderingen en schulden in box 3, die in een gezamenlijke aangifte worden verwerkt. Hieronder worden verrekenbedingen begrepen tussen echtgenoten op basis van huwelijkse voorwaarden of bij toerekening aan de ouders van vermogen van minderjarige kinderen. Wat zijn de andere twee opties – en is er meer?
De eerste twee opties worden sowieso uitgewerkt in nieuwe wetgeving. Dat heeft het kabinet namelijk al toegezegd aan de Eerste en Tweede Kamer bij de behandeling van de Overbruggingswet box 3.
De derde verfijningsoptie betreft het creëren van een aparte categorie voor vorderingen, waardoor deze dan hetzelfde forfaitaire rendementspercentage krijgen als schulden. Hierbij wordt met name gedacht aan geldvorderingen tussen natuurlijke personen.
Optie vier is het opsplitsen van de categorie ‘overige bezittingen’ in meerdere categorieën met eigen forfaits, waaronder aparte categorieën voor effecten en voor onroerende zaken.
Naast de verfijningsopties wordt onderzocht of de heffingskorting voor groene beleggingen kan worden verhoogd.
Onroerende zaken in stelsel naar werkelijk rendement
Ook wordt onderzocht hoe onroerende zaken het beste kunnen worden belast in een stelsel op basis van werkelijk rendement. Daarbij wordt gekeken naar een combinatie van enkele varianten, zoals het belasten naar werkelijke inkomsten zoals huur, pacht en erfpachtinkomsten. En naar het belasten van de waardeontwikkeling van onroerend goed, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen woningen en niet-woningen. Ook wordt onderzocht hoe eigen gebruik van onroerend goed in box 3 kan worden belast. Een andere variant die wordt onderzocht, is het belasten van onroerend goed, waaronder grond, als resultaat uit overige werkzaamheden (row) in box 1.
Nieuw stelsel definitief uitgesteld
Het kabinet heeft nog geen beslissing genomen over de definitieve vorm van het nieuwe stelsel. Wel laat staatssecretaris Van Rij weten dat een zorgvuldig wetgevingsproces met zich meebrengt dat het nieuwe stelsel op basis van het werkelijke rendement pas in werking kan treden op 1 januari 2027.
Bron: Fiscount.nl
Sinds 2006 woont de belastingplichtige in een Zuid-Europees land. Hij verricht in 2012 geen werkzaamheden in Nederland, maar heeft wel een stuk grond in Nederland. Hij vraagt niet om uitreiking van een aangiftebiljet en vervolgens stuurt de Belastingdienst hem een formulier Opgaaf wereldinkomen, ofwel een NinBi-formulier. In de Opgaaf wereldinkomen vult hij uitsluitend zijn box-1-wereldinkomen in. De inspecteur legt een navorderingsaanslag op over het box-3 inkomen die verhoogd wordt met een vergrijpboete met een bedrag van wel €10.602,–
Volgens het Hof Amsterdam staat er in de Opgaaf wereldinkomen vermeld dat ook de rendementsgrondslag en het heffingsvrije vermogen dient te worden ingevuld, ookal hoeft het niet volgens de maatstaven van het betreffende woonland.
Wilt u meer weten over een opgaaf wereldinkomen? Bekijk dan deze pagina
Deadline belastingaangifte 1 mei – fabels en feiten
Het nieuwe jaar is al geruime tijd begonnen en de aangifteperiode begint weer. De deadline belastingaangifte van 1 mei wordt groot weergegeven in het nieuws, maar is alle aandacht voor deze gevreesde datum eigenlijk wel terecht? En wat is de datum 1 april die ook nog wordt genoemd?
Moet u voor 2022 belastingaangifte doen? Dan heeft u vast al een brief gehad van de Belastingdienst met uitnodiging tot aangifte doen, waarop de uiterste inleverdatum vermeld staat. De deadline belastingaangifte is afhankelijk van wat voor soort biljet u moet invullen. Daarnaast zult u horen dat u belastingrente kunt voorkomen door de aangifte vóór 1 april te doen. Deze rente wordt ook wel vermeld als boete of verhoging van de belasting waarbij in de praktijk de alarmbellen gaan rinkelen.
Aangifte na de deadline belastingaangifte invullen kan Voor al onze klanten vragen wij uitstel tot volgend jaar 1 mei 2024. De Belastingdienst geeft uitstel zodat de werklast over het jaar verspreid kan worden. U zult geen boete krijgen als uw aangifte voor die tijd wordt ingediend. Wij vragen uitstel aan vanwege de drukte en de verwerkingstijd zodat wij iedere aangifte de tijd kunnen geven die deze verdient. Door het verschuiven van de deadline van 1 april naar 1 mei valt dit samen met een periode waarin de aangifte omzetbelasting worde gedaan. Dit veroorzaakt dan ook een lastige piek in de werkzaamheden te meer daar de deadline van de aangifte omzetbelasting wel een harde deadline is.
Geen paniek Bent u (nog) geen klant bij ons en is uw aangifte vóór 1 mei nog niet ingediend? Dan zal er na verloop van tijd een herinnering worden gestuurd. Maar ook na ontvangst van deze herinnering is er niets aan de hand. Er wordt geen boete opgelegd. Als u dan nog niet de aangifte heeft ingediend krijgt u een aanmaning en weer de tijd om de aangifte in te dienen. Pas hierná wordt er een boete opgelegd. Wij kunnen voor u alsnog uitstel vragen als u een herinnering heeft ontvangen. Na het ontvangen van een aanmaning kan dit niet meer.
Belangrijk Wat is nu wel belangrijk? Dat is het voorkomen van belastingrente. Deze rente wordt in rekening gebracht als de aanslag wordt opgelegd na 1 juli en bedraagt 4% voor inkomstenbelasting. Deze rente begint te lopen vanaf 1 juli. Deze rente kan voorkomen worden door de aangifte voor 1 april in te dienen. Om te voorkomen dat de aangifte een haastklus wordt is het echter vaak verstandig om een inschatting te maken en een voorlopige aanslag aan te vragen die vervolgens wordt verrekend met de aanslag na indiening van de aangifte. Dit is slechts aan de orde bij een te verwachten te betalen – substantieel – bedrag. Bij een teruggave is dit niet aan de orde (u ontvangt helaas geen rente) en bij een klein verschuldigd bedrag gaat dit niet over noemenswaardige belangen.
Deadline belastingaangifte 1 juli M-biljet Overigens geldt de deadline van 1 mei alleen voor het regulier P-biljet. Een P-biljet zal worden uitgereikt aan u, als u geheel 2022 binnenlands belastingplichtig bent geweest. Als u in 2022 bijvoorbeeld Nederland verliet of bent teruggekeerd, dan dient u een M-biljet in te vullen. In dit geval moet dan rekening worden gehouden met een deadline van 1 juli. Het is ook mogelijk dat in het geheel geen biljet wordt uitgereikt. Het is dan uw verantwoordelijkheid om te onderzoeken of belasting is verschuldigd en vervolgens alsnog om een biljet te vragen. In het jaar van immigratie of emigratie is een teruggave niet ongewoon dus ook om die reden is het verstandig hier goed naar te kijken. Daarnaast is het M-biljet een belangrijke aangifte die uw belastingplicht wijzigt; advies bij een dergelijke aangifte is zeker geen overbodige luxe.
Andere redenen In sommige gevallen is het wel handig om aangifte met gepaste spoed te doen als u hier baat bij heeft. Verwacht u een groot bedrag te moeten betalen over 2022 of een teruggave? Of moet u een aanvraag van de financiering van een woning doen bijvoorbeeld? Dan is het verstandig om onze aangifte-diensten op tijd in te schakelen. Wij zullen in voorkomende gevallen de aangifte met voorrang behandelen of een voorlopige aanslag aanvragen ter voorkoming van de belastingrente.
Conclusie U krijgt geen boete of verhoging bij het indienen van de aangifte ná de deadline mits u tijdig een goede inschatting maakt van uw situatie en zonodig een voorlopige aanslag heeft aangevraagd. Uitstel is altijd mogelijk en eenvoudig te regelen mits er geen aanmaning is ontvangen. Voorafgaand aan een aanmaning ontvangt u eerst een herinnering. Negeer geen berichten van de belastingdienst, dan is er nooit reden tot paniek.
Met onze expertise kunt u ervan verzekerd zijn dat we uw aangifte correct en op tijd indienen. Bent u nog geen klant en wilt u er zeker van zijn dat uw – internationale – belastingsituatie zo geoptimaliseerd mogelijk is?
30 procent regeling
De 30 procent regeling is een belastingmaatregel voor werknemers die gerekruteerd zijn vanuit het buitenland om in Nederland te komen werken voor een Nederlands bedrijf. De 30 procent regeling geeft 5 jaar recht op 30% van het salaris belastingvrij en op vrijstelling van belastingplicht over wereldwijd vermogen. Nederlanders die terugkeren na 25 jaar of langer in het buitenland te hebben gewoond, komen in principe ook in aanmerking voor deze gunstige regeling.
Wat kunnen wij voor u betekenen?
Wij kunnen adviseren rondom de geldigheid en aanvraag van de 30% regeling van uw vanuit het buitenland gerekruteerde werknemer(s);
Wij kunnen u adviseren over mogelijkheden om in aanmerking te komen voor de 30% regeling indien u meer dan 25 jaar in het buitenland heeft gewoond en terugkeert naar Nederland. De overheid stelt hiervoor strenge eisen, dus de kans op toekenning is niet groot. Maar het kan wel zo zijn dat uw buitenlandse partner wel recht heeft op de regeling. Lees hier een voorbeeldsituatie van de 30% regeling voor terugkerende Nederlanders.
De voordelen van de 30%-regeling:
Belastingvrije korting op 30% van het salaris;
Belasting ontheffing over inkomen uit wereldwijde spaartegoeden en investeringen (behalve binnenlandse vastgoed investeringen);
Belastingvrijstelling over dividenden van aanzienlijke aandeelhouders, behalve directe aandelen in een Nederlands bedrijf;
Verscheidene andere praktische voordelen, zoals een eenvoudigere procedure om een Nederlands rijbewijs te verkrijgen.
De 30 procent regeling voorwaarden zijn:
Geplaatst of gerekruteerd zijn vanuit het buitenland: men moet in een ander land gewoond hebben voordat men de baan in Nederland heeft aangenomen;
Schaarse expertise: dit is voornamelijk gebaseerd op de minimum salarisvereiste. In 2022 is deze € 39.647 (2021: € 38.961); dit is het belastbaar salaris plus het 30 percent. Dit betekent een bruto salaris van ongeveer € 56.639 (inclusief het 30% belastingvrij gedeelte) (€ 55.659 in 2021);
Voor jonge PhD afgestudeerden (< 30 jaar) gelden minder strenge eisen; als zij een baan aannemen direct nadat ze hun PhD in Nederland hebben afgerond, vervalt de voorwaarde dat zij aangesteld moeten zijn vanuit het buitenland. Ook geldt voor hen een lager minimum salaris: € 30.001 in 2022 (2021: € 29.616);
Voor wetenschappelijk onderzoekers geldt geen salaris criterium;
In bezit zijn van een Nederlands BSN zodat belastingaftrek plaats kan vinden; de 30%-vrijstelling moet afgetrokken worden van het bruto inkomen.
Men moet gedurende 16 van de afgelopen 24 maanden buiten een radius van 150 km van de Nederlandse grens hebben gewoond om aangemerkt te worden als inkomende werknemer;
Nederlanders moeten minstens 25 jaar in het buitenland hebben gewoond en gewerkt voordat zij weer hier worden geplaatst of gerekruteerd om als expat te worden gezien.
Periodes waarin men heeft gewoond en/of gewerkt in Nederland in de laatste 25 jaar worden afgetrokken van de 30 procent regeling.
Belang van fiscaal advies bij eerste aangifte na toekenning
Ook nadat de 30%-regeling is toegekend, is het raadzaam om fiscaal advies in te winnen. Het komt namelijk vrij nauw welk soort belastingformulier wordt ingevuld. Als bijvoorbeeld in de vooraf ingevulde aangifte niet gekozen wordt voor gedeeltelijke buitenlandse belasting blijft er een belastingplicht bestaan over wereldvermogen in box 3. Dit kan gemakkelijk per ongeluk gebeuren aangezien de Belastingdienst in de meeste gevallen automatisch Nederlandse bankrekeningen in box-3 heeft vermeld. Als deze niet worden gecorrigeerd, is er automatisch niet gekozen voor gedeeltelijke buitenlandse belasting en moeten ook buitenlandse bankrekeningen en investeringen worden toegevoegd.
Voorbeeldsituaties 30%-regeling voor terugkerende Nederlanders
U bent Nederlands en heeft met uw partner een aantal jaar in de UK gewoond. U wilt nu remigreren naar Nederland, samen met uw partner. Uw partner kan haar baan behouden en remote werken vanuit Nederland. Het bedrijf waar zij voor werkt is Engels en niet geregistreerd in Nederland. U wilt graag weten of zij als zij als freelancer aan de slag gaat voor haar UK werkgever er bepaalde belastingvoordelen zijn.
Indien uw partner niet eerder in Nederland heeft gewoond is het de moeite waard om de mogelijkheden van de 30% regeling te onderzoeken. Daarvoor is een Nederlandse werkgever nodig maar ook hiertoe zijn mogelijkheden: een BV opzetten en de UK werkgever (dan cliënt) factureren; opzetten van een NL payroll door de UK werkgever; gebruik maken van een extern payroll bedrijf. Hiervoor zal wel ondersteuning van de werkgever nodig zijn om dit goed op te zetten, maar dat is eveneens in het belang van de werkgever die verantwoordelijk is voor de juiste afdrachten indien uw partner in Nederland woont en werkt.
30%-regeling wordt misschien afgeschaft
De 30%-regeling is een loonbelastingfaciliteit voor expats waarbij 30% van het brutosalaris belastingvrij wordt uitgekeerd en er gebruik gemaakt kan worden van twee inkomstenbelastingvoordelen.
De 30%-regeling
Er is een meningsverschil aan de gang inzake de 30%-regeling. Groenlinks schaft in ‘keuzes in Kaart 2022-2025’de 30%-regeling en de vrijstelling extraterritoriale kosten (ETK) voor ingekomen werknemers af. Dit is een lastenverzwaring voor gezinnen van 0,5 mld euro. De Kamerleden van de SP en GroenLinks hebben ook al in 2016 een motie ingediend ter heroverweging van de noodzaak van de 30%-regeling en gaan er nu op stemmen. Dat om het ‘begrotingstekort’ door het kerstarrest te verminderen. Daarbij zou het helpen om de 30%-regeling af te schaffen.
Zij beweren dat er door deze regeling een onterecht verschil is tussen ingekomen en uitgezonden werknemers. Is deze ‘ongelijkheid’ echt een reden om de 30%-regeling af te schaffen?
De 30%-regeling – broodnodig
Er was tijdens de tweede wereldoorlog een groot tekort aan hoogopgeleid personeel en het tarief van de inkomstenbelasting was dan ook wel 70%. Niet een ideaal vestigingsklimaat dus. Na langdurige overleggen besloten de Belastingdienst en het bedrijfleven voor een gunstige regeling die hoogwaardig personeel zou aantrekken, om bij te dragen aan de wederopbouw van Nederland.
Het beraad resulteerde in de 40% regeling. Dat wilde zeggen dat 40% van het salaris, met maximum 40.000 gulden vrijgesteld werd van belasting door een aftrek. Vreemd genoeg wisten de meeste mensen hier niet van af. De regeling werd nooit gepubliceerd in een wet of resolutie bijvoorbeeld. In de loop der jaren heeft deze regeling verschillende wijzigingen ondergaan: zo is het naar een 35%-regeling gegaan in 1970, is het karakter van een aftrekregeling naar een vergoedingsregeling gewijzigd in 1992 en is het in de (loonbelasting)wet verankerd als de 30%-regeling en is de termijn nog van 8 jaar naar 5 jaar gewijzigd in 2019. Dit om de regeling doelmatiger te maken. Ondanks de extratorritiale kosten kan de werkgever door deze gunstige regeling wel 30% van het salaris belastingvrij uitkeren.
Maar naast die vrijstelling is er nog een groot voordeel voor de werknemer zelf. Er kan namelijk geopteerd worden voor de partieel buitenlandse belastingplicht. Op deze manier wordt alleen het box 1 inkomen belast als binnenlands belastingplichtige. Voor box 2 en box 3 wordt de werknemer belast als buitenlands belastingplichtig. Dat wil zeggen dat alleen eventuele onroerende zaken in NL, rechten op onroerende zaken in Nederland en winstrechten van Nederlandse ondernemingen opgegeven dienen te worden. Voorts kan de werkgever de internationale schoolgelden van de kinderen van werknemers belastingvrij vergoeden, kunnen de verhuiskosten en kosten voor het overbrengen van de boedel belastingvrij verstrekt worden. Ook kan een Nederlands rijbewijs makkelijker verstrekt worden.
Voor wie geldt de 30%-regeling ?
De 30%-regeling geld voor de ingezonden en uitgezonden werknemers. Bovendien kan de 30%-regeling ook toegepast worden bij bijvoorbeeld een DGA in dienst van de eigen BV; er moet sprake zijn van een dienstbetrekking.
Uitvoeringsbesluit Loonbelasting artikel 2:
Hier wordt onder verstaan:
extraterritoriale werknemers: ingekomen werknemers en uitgezonden werknemers;
ingekomen werknemer: door een inhoudingsplichtige uit een ander land aangeworven, of naar een inhoudingsplichtige gezonden werknemer in de zin van artikel 2 van de wet:
1°.met een specifieke deskundigheid die op de Nederlandse arbeidsmarkt niet of schaars aanwezig is; en
2°.die in meer dan tweederde van de periode van 24 maanden voorafgaand aan de aanvang van de tewerkstelling in Nederland woonachtig was op een afstand van meer dan 150 kilometer van de grens van Nederland exclusief de territoriale zee van Nederland en de exclusieve economische zone van het Koninkrijk, bedoeld in artikel 1 van de Rijkswet instelling exclusieve economische zone.
Hier kunnen we uit opmaken dat er voorwaarden zijn om de 30% regeling toe te passen:
Er moet een werkgever aanwezig zijn; de inhoudsplichtige
Deze heeft een werknemer in dienst;
Deze is uit een anders land aangeworven
Of deze is uitgezonden naar hem.
Verder moet de werknemer deskundig genoeg zijn. Dit wordt aangetoon door een salariscriterium en de werknemer dient wel 16 van de laatste 24 maanden op max 150 km afstand van de Nederlandse grens gewoond te hebben. Dit op het moment van het aanwerven. Er is vaak meningsverschil over deze criteria.
Hoezo zijn er tegenstanders van de 30%-regeling ?
Door 30% van het inkomen vrij te stellen wordt het verhuizen van de werknemer vergemakkelijkt. De 30%-regeling is een regeling zonder een ‘cap’, die door het salariscriterium wordt toebedeeld aan goedverdienende werknemers. Nu verschillen de meningen over de kosten van de verhuizing. Ook kunnen rijkere werknemers gebruik maken van deze regeling, voor wie de 30% niet noodzakelijk is. Sommige mensen vinden dat niet eerlijk, zoals de FNV. Deze vakbond vind het ‘een excessieve compensatie voor met name de hogere inkomens’. En volgens FNV-bestuurder Amrit Sewgobind zorgt de regeling voor ongelijkheid op de arbeids- en woningmarkt door verdringing van Nederlandse werknemers en verhoging van de huizenprijzen. In het verleden heeft de FNV dit argument al naar voren doen komen vanwege de hoge werkloosheid, de 30% regeling zou als gevolg verdringing op de arbeidsmarkt hebben.
Afschaffen dus?
In 2018 zijn er talloze argument in het Wob-verzoek te vinden, die pleiten om het behoud van de 30%-regeling. ook uit de economische grondbeginselen kunnen we opmaken dat de 30%-regeling niet afgeschaft dient te worden:
Naar een nieuw, onbekend land verhuizen, dat is voor de meeste mensen een hele belevenis. Het gaat om de kennismaking met een nieuwe cultuur, omgangsvormen en bovendien kent de werknemer niemand. We moeten de gevolgen niet onderschatten. Het openen van een bankrekening bijvoorbeeld is een hele opgave door de huidige Wwft-verplichtingen. Zo kunnen bijvoorbeeld auto’s niet direct geleaset worden en sportclubs en huisartsen hebben wachtrijen. Kortom, het kost geld, tijd en moeite om te integreren in een nieuw land. Een hoop geregel komt erbij kijken. Hoe we kunnen helpen? De werkgever door een passend salaris en overige voordelen te verschaffen. En de overheid helpt door de 30%-regeling.
Internationale docenten naar Nederland halen; daarvoor hebben we de 30% regeling ook nodig;
In de onderwijs – en wetenschapssector is deze regeling nodig om uit beperkte publieke middelen een academisch salaris te kunnen verstrekken;
Aangezien de meeste werknemers best gehaast een onderkomen hebben moeten vinden leven zij ook in relatief dure huizen;
Als de 30%-regeling er niet is dan gaan de werknemers met talent ergens anders werken waar het belastingklimaat wel aantrekkelijk is;
Bij sommige pensioenvormen speelt pensioenvermogen een grote rol bij partiële buitenlandse belastingplicht;
Voor tech-bedrijven is de 30%-regeling van uiterst belang om een verleidelijk bod te doen aan werknemers;
De landen Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië, Oostenrijk, Griekenland, Cyprus, Finland, Zweden en Denemarken hebben net als ons ook een ‘expatregelng. Ook heeft België een regeling ingevoerd die veel in gemeen heeft met onze 30%-regeling;
Met een afschaffing van de 30%-regeling zou Nederland niet veel meer aantrekkelijks te bieden hebben voor inkomende werknemers. De verhoging van het toptarief van de vennootschapsbelasting, de invoering van doncitionele bronheffing op rentes en royalty’s , de strenge implementatei van ATAD 2 en de verhoging van het effectieve innovatiebox-tarief, zijn allemaal voorbeelden van strenge maatregelen die het vestigen in Nederland er niet makkelijker op maken;
De economische groei wordt eerder beperkt door protectionistische maatregelen dan leiden tot economische groei;
Als er door het afschaffen van de 30%-regeling minder hooggeschoold personeel naar Nederland komt dan zullen er ook minder belastingopbrengsten zijn. De afschaffing van de 30%-regeling zal niet tot het dichten van het begrotingsgat.
Nederland heeft veel hoogopgeleid personeel nodig, aangezien het geen lagelonenland is. Het is belangrijk dat goede internationale wetenschappers en docenten naar Nederland komen on te zorgen voor de ontwikkeling van de wetenschap en de studenten. En niet te vergeten; Nederland profiteert van de open grenzen en open handel. Ook profiteren we steeds meer van het start – en scale-up klimaat. Dit alles zou onder zo een afschaffing gaan lijden.
De tegenargumenten weerlegd!
Dialogic, Vleggeert en Van Schendel beweren dat de 30% regeling voor systematische overcompensatie. De Hoge Raad en de A-G zijn het hier echter niet mee eens. De regeling is juist van 40% en 35% naar de 30% gegaan om beter aan te sluiten bij de daadwerkelijke extraterritoriale kosten. De extraterritoriale kosten zijn gemiddeld 29% van de loonsom, waardoor een vrijstellingvan 30% gerechtvaardigt is, volgens een onderzoek van Dialogic.
Een ander argument is dat expats meer geld hebben waardoor de huizenprijs opgedreven is. Of dat nou klopt of niet, het zou maar één van de vele oorzaken zijn van de stijgende huizenprijzen.
De 30%-regeling – gewoon laten!
De 30%-regeling is van groot belang voor de Nederlandse economie- niet alleen vanwege de open economie, maar ook door het tekort aan technisch opgeleid personeel. Bovendien heeft de Nederlandse regering een reputatie gekregen als onvoorspelbaar en dat ze de wetgeving grillen. Wat Nederland een goed vestigingsland maakt, zijn de faciliteiten als de 30%-regeling, de goede infrastructuur, de Engels sprekende bevolking en bijvoorbeeld de innovatiebox. Het afschaffen van de 30%-regeling zou zonde zijn en de gevolgen moeten we niet onderschatten. Natuurlijk dient de ontbering van emigratie serieus genomen te worden.
Nog meer financiële armslag om optimaal van uw pensioen te genieten? Indien u in Nederland woont en pensioen ontvangt uit het buitenland kunt u dit in sommige gevallen (deels) onbelast ontvangen.
Heeft u gewerkt in het buitenland en hier pensioen opgebouwd? Wanneer u in verschillende landen gewerkt heeft, kunnen er verschillende pensioenpotjes zijn opgebouwd.
Waar is dit pensioen belast?
Per pensioen, en per land, en het relevante belastingverdrag, hangt het er weer van af of over het pensioen in Nederland of in het buitenland belasting betaald moet worden. Sommige grotere werkgevers hanteren het ‘base country’ principe waar ook gedurende een buitenlandse periode het pensioen uitsluitend in een land opgebouwd wordt.
In de regel, maar daarop zijn uiteraard uitzonderingen, geldt voor een bedrijfspensioen dat dit uiteindelijk belast wordt in het land waar u woont wanneer het pensioen uitkeert.
Wanneer is pensioenuitkering wel belast?
Wanneer de pensioenpremies tijdens de opbouw aftrekbaar waren (fiscaal gefacilieerd), is het niet onredelijk dat de pensioenuitkeringen uiteindelijk belast worden.
Wanneer is pensioenuitkering niet belast?
In sommige gevallen is pensioen echter (deels) niet fiscaal gefacilieerd opgebouwd; de pensioenpremies hebben niet geheel tot aftrek geleid. In dat geval wilt u natuurlijk niet dat de pensioenuitkeringen alsnog belast worden.
In welke situaties is uw pensioenuitkering vaak niet belast?
Dit kan met name spelen bij:
(gedeeltelijke) opbouw in een land dat een volledig ander pensioenstelsel heeft dan Nederland, waarbij de premies niet aftrekbaar zijn.
werk voor een internationale organisatie. Bij een internationale organisatie is het salaris in sommige gevallen belastingvrij.
Uw buitenlands pensioen onbelast laten uitkeren?
In deze situaties is het zeer belangrijk om na te gaan of uw pensioen deels onbelast uitgekeerd zou moeten worden. In bepaalde situaties komt een deel van het pensioen dan in box 3 terecht, wat over het algemeen een stuk voordeliger is.
Wanneer u in een dergelijke situatie zit adviseren wij zo snel mogelijk contact op te nemen om de mogelijkheden na te gaan.
In onze praktijk zien wij het regelmatig. Mensen die jarenlang regelmatig in het buitenland verbleven voor (seizoens)werk, bijvoorbeeld in de recreatieve sector, of daar een huisje hebben dat ze ook verhuren. Het geld dat ze daarmee verdienden, hebben ze in het betreffende land op een spaarrekening gezet, ieder jaar een beetje. Uiteindelijk staat daar dan toch een behoorlijk bedrag op. Het idee is vaak om dit later te gebruiken als appeltje voor de dorst in Nederland of om op te kunnen nemen als men naar dit land gaat emigreren of langere tijd daar verblijft. In veel gevallen komt het gewoon echt niet in hen op om dit verdiende en gespaarde geld of de buitenlandse woning aan te geven bij de Nederlandse belastingdienst. Groot is de verrassing (lees: teleurstelling) dan ook indien opeens de buitenlandse rekening vermeld staat in de vooraf ingevulde aangifte. Door de steeds intensievere informatie-uitwisseling tussen steeds meer landen, komen deze gegevens beschikbaar voor de Nederlandse belastingdienst.
Een voorbeeld is dat van een dame die jarenlang excursies verzorgde in het buitenland. Het geld dat ze daar verdiende, zette zij op een lokale rekening. Zij was reeds met de werkzaamheden gestopt, toen deze rekening recent alsnog opdook in de vooraf ingevulde aangifte. In haar geval geldt dit als box 1 inkomen, omdat het met arbeid is verdiend. Ze geeft aan dat in het betreffende land al inkomstenbelasting is ingehouden, maar er is nauwelijks iets beschikbaar aan salarisstroken etc. waardoor niet te bewijzen valt dat zij daar reeds inkomstenbelasting betaald heeft. Dit betekent dat zij zowel box 3 als box 1 belasting met rente zal moeten betalen, alsmede een boete. Helaas zal er dan niet veel overblijven van het gespaarde geld. In haar geval is het extra schrijnend dat zij in het in het land waar zij excursies verzorgde regelmatig geld schonk aan een weesjongen die zij had leren kennen. De fiscus ziet dit als schenking en er zal dus ook achteraf schenkbelasting moeten worden betaald tegen het hoogste tarief aangezien het niet om eigen familie gaat.
Indien een buitenlandse rekening vermeld staat, valt er maar 1 ding te doen; actief meewerken en zo snel mogelijk openheid van zaken geven. Alhoewel het dan niet echt meer om inkeren gaat (de fiscus is immers reeds op de hoogte van de rekening), wordt medewerking gezien als een reden voor een lagere boete.
Wij adviseren u graag indien u in een dergelijke situatie zit.
Internationale woon-werksituaties kunnen erg complex zijn. Zeker als u en uw partner zich moeten splitsen. Bijvoorbeeld indien u gaat werken en wonen in het buitenland, maar uw partner en eventuele kinderen blijven in Nederland wonen. Voor u lijkt het misschien logisch dat u zich uit Nederland uitschrijft indien u zelf naar het buitenland verhuist. Maar voor de fiscus is dat niet altijd logisch. Die ziet u als belastingplichtig in het land waar uw levenscentrum zich bevindt; een soort van ‘home is where the heart is’. En in de meeste gevallen is dat het land waarin uw partner woont, zeker indien u ook nog kinderen heeft die in Nederland naar school gaan, sporten etc. Dit kan behoorlijke fiscale gevolgen hebben, zeker indien u ook de vermogensredementheffing moet betalen.
Win advies in voor u zich uitschrijft
Vaak schrijft men zich vanzelfsprekend uit op het moment dat men in het buitenland gaat wonen en rekent dan al op het soms voordeligere belastingtarief dat daar geldt. Het is echter zeer aan te raden om fiscaal advies in te winnen voordat uw internationale woon-/werksituatie van start gaat. Zoals onderstaande persoon deed:
“Ik ga per 1 februari 2021 in de VAE werken. Ik zal nog wel regelmatig in Nederland zijn voor meetings, maar ga wonen in de VAE. Mijn partner werkt in Nederland en mijn kinderen gaan hier nog naar school. Zij blijven dan ook in Nederland wonen. Ik ben voornemens mij uit Nederland uit te schrijven, maar wil toch zeker weten of mijn inkomen in de VAE belastbaar is in Nederland.”
In dit geval konden wij deze persoon op tijd mededelen dat zijn banden met Nederland ook na december 2020 sterk zijn en dat dit zou kunnen betekenen dat de belastingdienst Nederland als het woonland/levenscentrum blijft zien. Het verdrag tussen de VAE en Nederland en wellicht verdere besluiten i.c. zullen bepalen hoe de belasting in Nederland wordt berekend.
In veel gevallen kunnen wij echter iemand hier pas op wijzen -soms jaren- nadat men zich gewoon heeft uitgeschreven, uitgaande van een belastingplicht in het buitenland. Zoals ook in onderstaande situatie:
“Ik woon en werk vanaf 2010 in Qatar, maar wil in 2021 gaan remigreren naar Nederland. Mijn partner en kinderen wonen sinds 2017 weer in Nederland in verband met studies. We hebben samen een eigen huis zonder hypotheek en ik heb spaargeld en pensioen opgebouwd in Qatar. Ik wil weten wat er gebeurt wat betreft belastingplicht indien ik weer in Nederland kom wonen.”
In dit geval is de kans groot dat de belastingdienst de situatie van deze persoon (nog) niet nader heeft beoordeelt. Terwijl er in feite al sprake is van belastingplicht in Nederland sinds partner en kinderen weer in Nederland kwamen wonen, omdat het levenscentrum vanaf toen in Nederland was. Wanneer de fiscus de situatie alsnog beoordeelt, zal met terugwerkende kracht in Nederland belasting verschuldigd zijn, ook over het opgebouwde vermogen en de eigen woning.
Scheiding van tafel en bed
In sommige gevallen is sprake van scheiding van tafel en bed; maar dit is lang niet altijd het geval. De fiscus gaat hier niet altijd in mee en gaat vaak uit van een levenscentrum in Nederland als partner en kinderen daar wonen. Met een juiste presentatie en goede voorbereiding kan een en ander zo voordelig mogelijk worden vormgegeven. Elke situatie moet beoordeelt worden op basis van de feiten.
Zit u in een dergelijke situatie? Neem contact op voor fiscaal advies.
Zit u in een inkeertraject of is dit afgerond? Gaat u het overgebleven (witte) buitenlands vermogen overmaken naar uw Nederlandse rekening? Geef dan tijdig bij de bank aan dat u gebruik maakt of heeft gemaakt van de inkeerregeling en dat het om het resterende bedrag gaat dat dus netjes aangegeven is bij de Belastingdienst. Het is ook verstandig om pas na afhandeling van het inkeertraject het geld over te maken.
Toegenomen controle particuliere klanten door banken
Van een aantal van onze cliënten hebben wij de laatste tijd vernomen dat hun Nederlandse bank het hen moeilijk maakt als zij het geld dat vrijkomt na of tijdens het inkeertraject naar hun Nederlandse rekening overmaken. Mogelijke aanleiding is de toenemende druk op banken om hun particuliere klanten te controleren op witwaspraktijken. Zo kreeg ING vorig jaar en ABN dit jaar een flinke boete omdat zij onvoldoende deden om witwassen tegen te gaan.
Voorkom dat uw transactie wordt gemeld als verdacht
Indien nu dus vanaf een buitenlandse bank ineens een grote som geld op de Nederlandse rekening wordt gestort, kan dit worden aangemerkt als verdacht. De banken zijn niet op de hoogte van het feit dat u als de eigenaar van het vermogen het inkeertraject heeft doorlopen. Het kan zijn dat zij uw transactie willen aanmelden bij het MOT (Meldpunt Ongebruikelijke Transacties). U kunt onnodige problemen en vertraging voorkomen door bij de bank te melden dat het om aangegeven vermogen gaat dat u stort nadat u gebruik heeft gemaakt van de inkeerregeling.
Ook een notaris kan onterecht aan de bel trekken
Ook notarissen zien zich genoodzaakt om aan de bel te trekken indien zij betrokken worden bij een zaak waarin buitenlands vermogen een rol speelt. Bijvoorbeeld in een zaak waarin buitenlands vermogen geërfd is of indien u als gemachtigde moet optreden namens de eigenaar van het buitenlands vermogen indien deze zelf niet meer in staat is om te handelen. Een notaris moet dan verklaren dat iemand anders gemachtigd is. Ook wordt in sommige gevallen door de buitenlandse bank zelfs weer gevraagd om een apostille, een verklaring omtrent de bevoegdheid van de notaris ofwel legalisatie van zijn/haar handtekening. Ook de notaris is niet automatisch op de hoogte van het feit dat u in een inkeertraject zit en kan vragen gaan stellen over het buitenlands vermogen en een melding hiervan willen doen bij het MOT. Ook dit kan onnodige vertraging of een moeizamer verlopend inkeertraject opleveren. Niet iets waar u op zit te wachten.
Wij staan u graag bij indien u zulk soort vragen op u af krijgt. Neemt u gerust contact op om uw situatie te bespreken.
U wilt natuurlijk uw belastingzaken goed op orde hebben. U zit niet te wachten op een hoge aanslag of een correctie achteraf, maar wilt weten waar u aan toe bent.
Daarom is het belangrijk dat uw M formulier goed wordt ingevuld. Het uitbesteden van de M aangifte aan een expert op het gebied van internationaal belastingadvies is dan ook vaak het geld waard. Deze drie overwegingen kunnen helpen bij uw keuze:
1. Bespaar uzelf tijd en frustratie
Het M formulier kan door uzelf alleen schriftelijk ingevuld worden. Een belastingadviseur is bevoegd om het digitaal in te dienen. (Update: vanaf 1 juni 2021 kunt u het M-formulier zelf ook digitaal invullen). Het zelf invullen van het M formulier is echt een behoorlijk ingewikkelde klus, zoals uit veel ervaringen blijkt:
“Ondanks de toelichting die erbij zit, blijf ik met veel vragen zitten.”
“Het invullen van het M formulier ziet er behoorlijk overweldigend uit.”
“Ik doe altijd mijn belastingzaken zelf, maar dit M formulier is wat te ingewikkeld voor mij.”
2. Voorkom kostbare fouten
Het invullen van een M-biljet vraagt zorgvuldigheid. Indien een fout wordt gemaakt, kan dit vervelende gevolgen hebben. Bijvoorbeeld als de aanslag hierdoor te hoog uitvalt, moet u bezwaar maken binnen 6 weken na de definitieve aanslag of na deze termijn vragen om ambtshalve vermindering. Pakt de aanslag te laag uit, dan kan het zijn dat u geruime tijd later (tot 3 jaar) volgens de definitieve aanslag een bedrag bij moet betalen, terwijl u daar niet op gerekend hebt. Hier volgt een voorbeeld van mogelijke gevolgen:
Een expat heeft na zijn emigratie het M-biljet ingediend zo goed als dat lukte. De belastingdienst reageerde hierop met een voorlopige substantiële teruggave en bevestigde deze later met een definitieve nihil aanslag.
Een jaar later komt de belastingdienst hierop terug en wil alsnog zo’n € 10.000 retour hebben met rente omdat de aangifte fout is ingevuld en omdat belastingplichtige dat wel had moeten weten. De fiscus nam het standpunt in dat er sprake was van een kenbare fout.
Belastingplichtige was echter te goeder trouw en de belastingdienst had fouten gemaakt. Het gevolg is een lange discussie die nog loopt. Ondanks een definitieve aanslag zijn de belastingaangelegenheden van de geëmigreerde belastingplichtige drie jaar later nog steeds niet geregeld en is er sprake van een oplopende schuld aan de belastingdienst.
Uitbesteden van de M aangifte aan een ervaren belastingadviseur had deze fout kunnen voorkomen.
3. Kwaliteit is belangrijker dan prijs
Ten derde nog deze belangrijke tip. Als u op zoek gaat naar een adviseur om uw M formulier in te laten vullen, kijkt u misschien eerst naar de prijs. Wij adviseren u echter te letten op de kwaliteit. Om een M formulier correct en fiscaal zo gunstig mogelijk in te vullen, moet er goed naar uw gehele fiscale situatie worden gekeken. Een snel ingevulde M aangifte tegen een lage prijs kan u uiteindelijk juist geld kosten. Zelfs een mooie teruggave die snel bereikt is kan mogelijk jaren later weer worden teruggevorderd. Of misschien bent u blij met een teruggave van € 2.000, terwijl u eigenlijk recht heeft op een teruggave van € 6.000. Ook kan het voorkomen dat ineens sprake is van een zeer forse aanslag, bijvoorbeeld € 20.000, terwijl eigenlijk niets verschuldigd is. Dergelijke situaties worden veroorzaakt door incorrecte invulling door iemand die niet voldoende kundig is ter zake. Wij komen dit vaak tegen in de praktijk.
Mail ons een beschrijving van uw persoonlijke situatie en wij geven aan wat we voor u kunnen doen met daarbij een schatting van de kosten.
Beheer cookie toestemming
Wij gebruiken technologieën zoals cookies om informatie over uw apparaat op te slaan en/of te raadplegen. We doen dit met als doel om de beste ervaring te bieden en om gepersonaliseerde advertenties te tonen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als u geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.