Wanneer u in Nederland woont en in de Verenigde Arabische Emiraten werkt, moet uw wereldwijde inkomen en vermogen in de Nederlandse aangifte worden opgegeven. Vervolgens moet aan de hand van het belastingverdrag bepaald worden of voor (een deel van) uw inkomen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting gevraagd kan worden.

Twee voorbeeldsituaties

Mark is net begonnen met werken in Dubai. Hij blijft in NL ingeschreven, maar is meer dan 183 dagen per jaar in Dubai voor een daar gevestigde werkgever.

Zijn inkomen is dan in Dubai belast voor zover hij daar werkt. Dagen welke hij in een ander land werkt, zijn belast in Nederland.

183 dagen regeling

Ronald gaat minimaal voor 1 jaar werken in Dubai voor zijn werkgever. Hij komt in dienst van de Dubai tak van het bedrijf die hem ook het salaris en een woonvergoeding zal uitbetalen. Hij heeft in Nederland een eigen huis met hypotheek. Zijn vrouw blijft daar wonen. Zelf wil hij steeds 3 weken in Dubai verblijven en 1 week vanuit Nederland werken.

Ronald kan dan ook voor de in Dubai gewerkte dagen verzoeken om aftrek ter voorkoming van “dubbele” belasting op grond van het verdrag met de VAE. Tevens kan vrijstelling premieheffing bij de SVB te worden aangevraagd. Deze vrijstellingen werken goed uit indien er in het geheel geen Nederlandse of ander inkomen is en indien niet in een ander land behalve de VAE wordt gewerkt.

 

Zijn zogenoemde levenscentrum blijft in Nederland omdat zijn echtgenote hier blijft wonen. De buitenlandse inkomsten dienen dan ook in de aangifte te worden vermeld. De hypotheekrente aftrek kan aan zijn echtgenote worden toebedeeld. Als de buitenlandse periode niet lang duurt kan de hypotheekrente aftrek ook worden omgezet in een niet gebruikte aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. Deze kan worden benut op het moment dat er weer Nederlands inkomen is in de toekomst.

 

Bovenstaande informatie geldt uiteraard ook indien u in een ander land gaat werken en in Nederland blijft wonen. Het is wel belangrijk om na te gaan wat het belastingverdrag is met het betreffende land.

Ook is het van belang om de aangifte inkomstenbelasting direct goed (zo voordelig mogelijk) in te dienen zodat de inspecteur de situatie correct kan beoordelen. Hier wil het nog wel eens fout gaan met complexiteiten bij de aanslagregeling. Wij helpen u graag bij de aangifte.

De Telegraaf meldt vandaag dat inmiddels bekend is dat er 3000 van de 4400 Nederlandse klanten bij de Luxemburgse bank Banque et Caisse d’Epargne de l’Etat (BCEE), waarvan de Belastingdienst in het najaar van 2016 de gegevens kreeg, zijn geïdentificeerd. 2100 van deze 3000 bleken hun vermogen op de rekening niet te hebben aangegeven bij de fiscus. Deze mensen krijgen deze maand een brief van de Belastingdienst, waarvan een derde deel reeds verstuurd is. In deze brief wordt gevraagd om toelichting en openheid van zaken. Niet in alle gevallen zal het gaan om zwart vermogen, maar indien dit wel het geval is zal een boete of zelfs straf gelden.

Volgens de Telegraaf stelt een zegsman van de fiscus dat zwartspaarders niet meer ontkomen aan een straf. Zij kunnen niet meer inkeren. Maar het volop meewerken kan wel meespelen in de beoordeling van de inspecteur. Dat wil zeggen leiden tot eventuele strafvermindering.

Mocht u reeds een brief hebben gekregen of verwachten deze te krijgen dan is het zaak dat u zo snel en volledig mogelijk openheid van zaken geeft. Wij kunnen u hierbij helpen en hebben ruime ervaring in het op de juiste wijze presenteren van alle gegevens aan de fiscus. Onze ervaring is dat de coulante houding van de Belastingdienst ten opzichte van zwartspaarders echt steeds minder wordt en dat er steeds meer druk wordt uitgeoefend om zo snel mogelijkheid met alle bankgegevens te komen.

Wilt u meer weten over uw mogelijkheden of hulp? Neem nu contact op.

Slapeloze nachten door jacht op verzwegen vermogen

De jacht op zwartspaarders door de fiscus heeft al veel mensen met verzwegen buitenlands vermogen de nodige slapeloze nachten bezorgd. De druk neemt toe nu steeds meer buitenlandse banken meewerken aan het verschaffen van informatie over hun Nederlandse (voormalige) cliënten. De inkeerregeling heeft een uitweg geboden waardoor men tegen een boete alsnog schoon schip kon maken. Inmiddels is deze boete echter 120% en is er sprake van afschaffing van de inkeerregeling. Voor diegenen die nog steeds buitenlands vermogen bezitten dat (nog) niet bekend is bij de Belastingdienst reden voor veel kopzorgen. Dit is echter niet in alle gevallen terecht. Indien het gaat om een buitenlandse woning die men nooit heeft opgegeven, is dit vrij eenvoudig recht te zetten.

Buitenlandse woning  en de inkeerregeling

Men heeft in dit geval wel verzaakt om de buitenlandse woning op te geven bij de Belastingdienst, maar voor een buitenlandse woning kan men gebruik maken van de aftrek ter voorkoming dubbele belasting. Er is dan in Nederland geen belasting verschuldigd, aangezien er reeds een belastingplicht is in het land waar de woning zich bevindt. Het is in dit geval zaak om wel zo snel mogelijk alsnog de buitenlandse woning op te geven middels de inkeerregeling. Indien het huis namelijk verkocht wordt, zit men met een som geld waarvan de fiscus vragen gaat stellen over de herkomst.

Wat gebeurt er als de Belastingdienst erachter komt?

In het geval dat de woning niet is aangegeven en de Belastingdienst komt erachter, bestaat de kans dat enige vorm van sanctie wordt opgelegd; er is immers geen volledige aangifte gedaan, dit is een fiscaal misdrijf. Een volgende logische vraag is dan hoe (en waarvandaan) de buitenlandse woning indertijd gefinancierd werd.Aangezien er echter geen belasting verschuldigd is geweest, kan de boete aangevochten worden. Dit kan wel een langdurig proces zijn.

Wat te doen in uw situatie?

Wilt u graag uw situatie aan ons voorleggen? Neem dan contact met ons op.

Inkeerregeling boete en bedrag

Met behulp van onderstaande voorbeeldberekening kunt u een globale schatting maken van het bedrag dat u moet betalen. U kunt dit ook als PDF downloaden.

Indien u niet heeft ingekeerd en u krijgt van de Belastingdienst bericht dat zij vermoeden dat u niet aangegeven (buitenlands) vermogen bezit, is het belangrijk om volledige medewerking te verlenen.

In de praktijk blijkt dat dit vaak de boete beperkt tot 150 tot 180% of soms zelfs lager. Wij helpen u graag om uw situatie en verzachtende omstandigheden op correcte wijze te presenteren aan de Belastingdienst, hetgeen de procedure gunstig kan beïnvloeden.

Voorbeeldberekening en toelichting

Stel dat een persoon – die zelf het initiatief neemt tot correctie (erkende inkeer) – gemiddeld € 350.000,- op een buitenlandse bankrekening heeft gehad, dan bedraagt de box 3 heffing bij benadering 1,2% keer 12 ofwel een bedrag ad circa € 50.400. Dit bedrag dient vervolgens nog te worden verhoogd met heffingsrente; deze enkelvoudige heffingsrente kan gesteld worden op circa 4% per jaar. Grofweg kan er hiervoor vanuit gegaan worden dat de heffingsrente 1/3 bedraagt van de verschuldigde belasting of ca. € 16.800. De boete van 120% bedraagt in deze situatie € 60.480,- Het verschuldigde bedrag inclusief rente en boete is dan € 127.680,-.

De heffing bedraagt in dit geval ca. 36% van het gemiddelde verzwegen buitenlands vermogen. Stel dat er EU bronheffing is ingehouden en in deze situatie zou deze vermindering bijvoorbeeld € 7.500 bedragen dan gaat de heffing omlaag naar ongeveer 31%. Verdere verminderingen zijn mogelijk op grond van de persoonlijke situatie zoals bijvoorbeeld een niet gebruikt deel van de box 3 vrijstelling.

In 2022 betreft de verlengde navorderingsrente in principe de jaren 2010 t/m 2021. Over de jaren vóór 2010 wordt niet nagevorderd; een uitzondering betreft indien indertijd uitstel is verleend voor de aangifte 2009; in dit geval zou dat jaar ook nog voor navordering in aanmerking komen.

Toelichting:

U betaalt boete, belasting en heffingsrente. U betaalt over buitenlands vermogen boete, belasting en heffingsrente met een navorderingstermijn van 12 jaar. Over de 2 meest recente jaren verzwegen inkomen of vermogen krijgt u geen boete. Over eerdere jaren geldt 120% boete. Vanaf 1 januari 2018 geldt de normale boete ook voor de eerste twee jaar.

Hier bovenop komt nog rente, door de lange periode kan deze uiteraard oplopen.
De heffing over de 12-jaars periode bedraagt dan normaal gesproken tussen de 25% en 45% van het gemiddelde verzwegen vermogen. Het kan zijn dat er nog belasting verminderende factoren zijn, zoals niet gebruikte vrijstellingen en ingehouden belastingen.

Voor buitenlands vermogen geldt een termijn van 12 jaar waarover de Belastingdienst gegevens zal vragen en belasting kan navorderen; voor binnenlands vermogen is dit 5 jaar. Het gaat uitsluitend om inkomen dat aantoonbaar in Nederland is verdiend, dus niet eerst in het buitenland is opgekomen.

Wat zijn de fiscale gevolgen bij de inkeerregeling als u zwart geld geërfd heeft?
Indien er Nederlands successierecht c.q. erfbelasting bij is betrokken, kunnen de berekeningen aanzienlijk anders worden. Voor Erfbelasting en Schenkbelasting geldt een onbeperkte navorderingstermijn, zo wil de Belastingdienst, alhoewel de rechtbank in heel enkele gevallen anders bepaalt. Zo kan bij een nalatenschap die lange tijd en bijvoorbeeld al vóór de gebruikelijke navorderingsperiode is ontvangen een aanzienlijk bedrag aan successierecht zijn verschuldigd. Hierbij kan de heffing oplopen tot maar liefst 50% of zelfs hoger. (Dit komt doordat de box-3 heffing wordt vermeerderd met schenkingsrecht en/of successierecht). Het is echter toch verstandig om in deze situatie ook in te keren.

Wanneer is navordering in box 1 van toepassing?
Naheffing in box 1 kan plaatsvinden indien zwart inkomen gegenereerd is in de 12-jaarsperiode (5 jaar als sprake is van aantoonbaar binnenlands inkomen). Hierbij gelden lagere percentages zoals 60%, afhankelijk van het wel of niet aanwezig zijn van grove schuld. Soms zijn zelfs lagere percentages zoals 25% niet ondenkbaar. De verschuldigde belasting over box 1-inkomen is sterk afhankelijk van zowel het reeds aangegeven inkomen als het verzwegen inkomen.