Deze week maakte de regering het belastingplan 2019 bekend op Prinsjesdag.

Een gedeelte van de voorstellen zal in 2019 al ingaan, maar er zijn ook maatregelen die pas ingevoerd zullen worden over een paar jaar of verspreid over jaren volledig effectief zullen worden. Alle voorstellen moeten nog goedgekeurd worden door de Eerste en Tweede Kamer.

Inkomsten belasting

  • Inkomstenbelastingverlaging en invoering van twee belastingschijven: Het huidige inkomstenbelasting stelsel kent vier belastingschijven: 36,55% (inkomen maximaal € 20.142); 40,85% (inkomen maximaal € 34.404); 40,85% (inkomen maximaal € 68.507); 51,95% (inkomen boven € 68.507). In 2019 worden eerste de 4 belastingschijven verlaagd tot: 36,65%; 38,10%, 38,10% and 51,75%. Vanaf 2021 zal het belastingsysteem nog maar twee schijven hebben waarvan de eerste 37,05% voor inkomens tot € 68.507 en 49,50% voor alle inkomens hierboven.
  • De arbeidskorting zal sneller oplopen. Het maximum wordt verhoogd. De inkomensafhankelijke combinatiekorting zal gelijkmatiger opgebouwd worden. Bovenstaande maatregelen zouden moeten leiden tot een hoger netto inkomen voor inkomens tussen de € 20.000 en € 60.000.
  • De algemene heffingskorting maximum gaat omhoog met € 358 totaal, verspreid over 3 jaar. Dit zou ten gunste moeten komen voor mensen met een inkomen tot € 50.000.
  • Vanaf 2020 wordt de hypotheekrenteaftrek verminderd met 3% per jaar totdat tarief in de eerste schijf, 37,05% is bereikt.
  • Ook verminderd met 3% per jaar (tot de 37,05% is bereikt) worden de volgende grondslagverminderende posten. (Dit is alleen relevant voor belastingplichtigen met inkomen in de hoogste schijf.):
  • de ondernemersaftrek (zelfstandigenaftrek, aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek, startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid, stakingsaftrek);
  • de MKB-winstvrijstelling (alleen indien de winst positief is na aftrek van de ondernemersaftrek)
  • de terbeschikkingstellingsvrijstelling (alleen indien positief);
  • de persoonsgebonden aftrek (dit geldt nu voor onder andere uitgaven voor onderhoudsverplichtingen, specifieke zorgkosten en scholing, monumentenpanden, de weekenduitgaven voor gehandicapten, aftrekbare giften)

Loonbelasting

  • De 30% ruling wordt met ingang van 1 januari 2019 verkort van 8 naar 5 jaar, ook voor expats die reeds gebruik maken van de regeling. De termijnverkorting geldt ook voor de keuzeregeling voor partiële buitenlandse belastingplicht.
  • De maximale onbelaste vrijwilligersvergoeding wordt verhoogd van € 150 per maand of € 1.500 per jaar naar respectievelijk € 170 en € 1.700.

Omzetbelasting

  • Het lage BTW tarief wordt verhoogd van 6% naar 9%.
  • Het toepassingsbereik van de btw-sportvrijstelling wordt verruimd.

Huis in Nederland, wonen in buitenland. Wanneer u verhuist naar het buitenland  kunt u uw Nederlandse woning aanhouden. Normaal gesproken komt de woning hierna in box 3 terecht omdat het voor u immers geen eigen woning meer is.

Woning voor eigen gebruik aanhouden

Indien u uw woning voor eigen gebruik aanhoudt (het is dan belangrijk dat niemand anders zich inschrijft op uw adres), “dan kan de woning onder voorwaarden tijdelijk in box 1 blijven en is aftrek van hypotheekrente mogelijk. Omdat u in deze periode waarschijnlijk geen Nederlands inkomen heeft, leidt deze hypotheekrente dan tot een verlies wat vervolgens met positief inkomen van 3 jaar geleden tot 9 jaar vooruit verrekend kan worden.

Woning verhuren?

Wanneer u de woning verhuurt moet deze worden aangegeven in box 3. De nettowaarde wordt dan belast. Afhankelijk van de huurontvangsten kunt u op de aan te geven waarde nog een correctie toepassen.

Aftrek ter voorkoming van dubbele belasting

Uw Nederlandse woning zal altijd in Nederland belast blijven. Het land waar u woont zal hiervoor aftrek ter voorkoming van dubbele belasting moeten verlenen

Indien u gaat emigreren, is het verstandig om zover mogelijk vooruit belastingadvies in te winnen. U kunt dan eventueel nog rekening houden met de fiscale gevolgen en hierop inspelen.

Neem contact met ons op om uw specifieke situatie aan ons voor te leggen.

Zoals bekend is er sinds de laatste verkiezingen nog geen nieuwe regering gevormd. De Belastingplannen 2018 die gisteren op Prinsjesdag zijn gepresenteerd, komen dan ook van het demissionaire kabinet. De verwachtingen over de inhoud van deze plannen waren op voorhand daarom niet erg hooggespannen. Dat blijkt terecht te zijn. Hoewel de plannen over het algemeen niet erg ingrijpend zijn, hebben we onderstaand toch de meest belanghebbende zaken voor u puntsgewijs op een rij gezet.

Voorstellen uit het Belastingplan 2018

De volgende wijzigingen uit het Belastingplan 2018 gaan in op 1 januari 2018:

  • Verhoging van de tarieven in de tweede en derde schijf met 0,05%;
  • Verhoging van de inkomensgrens naar de vierde belastingschijf van € 67.072 naar € 68.507 en verlaging van het tarief in deze hoogste schijf van 52% naar 51,95%;
  • Aanscherping definitie geneesmiddelen: onder het 6%-tarief vallen alleen producten waarvoor een (parallel)handelsvergunning is afgegeven op grond van de Geneesmiddelenwet, of als die daarvan uitdrukkelijk zijn vrijgesteld;
  • Aanpassing tariefbepalingen btw zeeschepen;
  • Tijdelijke verhoging van de kansspelbelasting van 29% naar 30,1%.
  • Bij import of ombouw van bestelauto’s mag voor de BPM in sommige situaties uitgegaan worden van de werkelijke waarde in plaats van de forfaitaire afschrijvingstabel.

Voorstellen Overige fiscale maatregelen 2018
De volgende wijzigingen uit de Overige fiscale maatregelen 2018 treden in werking per 1 januari 2018, tenzij anders vermeld:

  • Vervallen tijdklemmen BEW, KEW, SEW en kapitaalverzekeringen in box 3 krijgen wettelijke grondslag;
  • Afschaffing inkeerregeling;
  • Één gezamenlijke mededeling voor alle in het kalenderjaar afgegeven S&O-verklaringen;
  • Aanpassing Vennootschapsbelasting; liquidatieverliesregeling alsmede berekening voorkomingswinst bij interne gebruiksvergoedingen binnen de fiscale eenheid.
  • Gevolgen huwelijkse voorwaarden / notarieel samenlevingscontract voor de schenk- en erfbelasting na inwerkingtreding beperkte gemeenschap van goederen;
  • Een jaar langer multiplier voor aftrek culturele giften;
  • Expliciete opname in de wet van de aanslagtermijnen voor de schenkbelasting;
  • Aanpassing partnerbegrip: pleegkind geen toeslagpartner meer.
  • Vanaf 2019 wordt in de loonheffing voor buitenlandse belastingplichtigen een lagere of helemaal geen heffingskorting toegepast om latere terugbetaling te voorkomen.

Wij zullen enige onderwerpen uit het bovenstaande wat verder toelichten.

Wijzigingen Erf- en Schenkbelasting huwelijksgemeenschap
Per 1 januari 2018 wordt nieuw huwelijksvermogensrecht van toepassing; men trouwt dan standaard in beperkte gemeenschap van goederen. Tegelijk wordt hiermee de fiscale gevolgen van wijzigen van huwelijkse voorwaarden aangepast. Bij trouwen met beperkte of algehele huwelijksgemeenschap met gelijke aandelen behoeft geen schenkbelasting betaald te worden over vermogen wat daarbij overgedragen wordt, tenzij sprake is van misbruik (zg. ééndagshuwelijken). Er is uitsluitend schenkbelasting verschuldigd indien het aandeel van de minstvermogende in het totale vermogen hoger wordt dan 50% of het aandeel van de meestvermogende in het totale vermogen toeneemt. Een soortgelijke bepaling wordt voorgesteld voor de erfbelasting. Het voorstel geldt eveneens voor ongehuwd samenwonenden die een notarieel samenlevingscontract hebben. In de praktijk zal dit vooral gevolgen hebben voor estate planning met behulp van huwelijkse voorwaarden.

Inkeerregeling
Per 1 januari 2018 wordt de inkeerregeling afgeschaft. De motivatie van de staatssecretaris hiervoor is dat er meer gegevensuitwisseling plaatsvind tussen landen en daarmee de ‘pakkans’ toeneemt. Er is dan geen prikkel als de inkeerregeling meer nodig. Uiteraard is op deze gedachtegang het nodige af te dingen; indien vrijwillig melden geen voordeel meer biedt, zullen immers meer belastingplichtigen gaan afwachten tot de Belastingdienst bij hen aanklopt. Overigens zal vrijwillig melden altijd nog een boeteverminderende omstandigheid vormen. Klik hier voor meer informatie.

Wetsvoorstel Afschaffing van de btw-landbouwregeling
Een landbouwer, veehouder, tuinbouwer of bosbouwer maakt nu vaak gebruik van de landbouwregeling. Vorig jaar bij de Belastingplannen van 2017 is aangekondigd dat deze regeling vervalt per 1 januari 2018. Dat gaat nu daadwerkelijk gebeuren. De afschaffing van de landbouwregeling heeft grote gevolgen. De landbouwers, veehouders, tuinbouwers of bosbouwers worden vanaf 1 januari 2018 btw verschuldigd over hun leveringen en diensten. Dat zal meestal 6% zijn. De keerzijde is dat zij recht krijgen op btw-aftrek en dat zij de betaalde btw alsnog kunnen claimen. Hiervoor is een overgangsregeling getroffen.

Lees hier welke mogelijkheden voor de aangifte Inkomstenbelasting 2017 u heeft en welke actuele thema’s er op belastinggebied zijn.

Indien u uw gegevens aanlevert over 2017 dan verzorgen wij weer graag uw aangifte. Voor onze cliënten vragen wij automatisch uitstel aan voor zover nodig.

Vergeet u niet om ook informatie mee te zenden over mogelijk aftrekbare uitgaven en andere relevante wijzigingen in uw situatie. Dit helpt ons om uw aangifte zoveel mogelijk te optimaliseren. Wij zien uw contact met belangstelling tegemoet.

Ook dit jaar hebben wij voor u nuttige belastingtips en updates voor het komende jaar op een rij gezet in de vorm van de Eindejaarstips 2017.

Indien u vragen heeft, kunt u contact opnemen.

Wanneer u in Nederland woont en in de Verenigde Arabische Emiraten werkt, moet uw wereldwijde inkomen en vermogen in de Nederlandse aangifte worden opgegeven. Vervolgens moet aan de hand van het belastingverdrag bepaald worden of voor (een deel van) uw inkomen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting gevraagd kan worden.

Twee voorbeeldsituaties

Mark is net begonnen met werken in Dubai. Hij blijft in NL ingeschreven, maar is meer dan 183 dagen per jaar in Dubai voor een daar gevestigde werkgever.

Zijn inkomen is dan in Dubai belast voor zover hij daar werkt. Dagen welke hij in een ander land werkt, zijn belast in Nederland.

Ronald gaat minimaal voor 1 jaar werken in Dubai voor zijn werkgever. Hij komt in dienst van de Dubai tak van het bedrijf die hem ook het salaris en een woonvergoeding zal uitbetalen. Hij heeft in Nederland een eigen huis met hypotheek. Zijn vrouw blijft daar wonen. Zelf wil hij steeds 3 weken in Dubai verblijven en 1 week vanuit Nederland werken.

Ronald kan dan ook voor de in Dubai gewerkte dagen verzoeken om aftrek ter voorkoming van “dubbele” belasting op grond van het verdrag met de VAE. Tevens kan vrijstelling premieheffing bij de SVB te worden aangevraagd. Deze vrijstellingen werken goed uit indien er in het geheel geen Nederlandse of ander inkomen is en indien niet in een ander land behalve de VAE wordt gewerkt.

Zijn zogenoemde levenscentrum blijft in Nederland omdat zijn echtgenote hier blijft wonen. De buitenlandse inkomsten dienen dan ook in de aangifte te worden vermeld. De hypotheekrente aftrek kan aan zijn echtgenote worden toebedeeld. Als de buitenlandse periode niet lang duurt kan de hypotheekrente aftrek ook worden omgezet in een niet gebruikte aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. Deze kan worden benut op het moment dat er weer Nederlands inkomen is in de toekomst.

Bovenstaande informatie geldt uiteraard ook indien u in een ander land gaat werken en in Nederland blijft wonen. Het is wel belangrijk om na te gaan wat het belastingverdrag is met het betreffende land.

Ook is het van belang om de aangifte inkomstenbelasting direct goed (zo voordelig mogelijk) in te dienen zodat de inspecteur de situatie correct kan beoordelen. Hier wil het nog wel eens fout gaan met complexiteiten bij de aanslagregeling. Wij helpen u graag bij de aangifte.

De Telegraaf meldt vandaag dat inmiddels bekend is dat er 3000 van de 4400 Nederlandse klanten bij de Luxemburgse bank Banque et Caisse d’Epargne de l’Etat (BCEE), waarvan de Belastingdienst in het najaar van 2016 de gegevens kreeg, zijn geïdentificeerd.

Boete mogelijk

2100 van deze 3000 bleken hun vermogen op de rekening niet te hebben aangegeven bij de fiscus. Deze mensen krijgen deze maand een brief van de Belastingdienst, waarvan een derde deel reeds verstuurd is. In deze brief wordt gevraagd om toelichting en openheid van zaken. Niet in alle gevallen zal het gaan om zwart vermogen, maar indien dit wel het geval is zal een boete of zelfs straf gelden.

Inkeer niet mogelijk

Volgens de Telegraaf stelt een zegsman van de fiscus dat zwartspaarders niet meer ontkomen aan een straf. Zij kunnen niet meer inkeren. Maar het volop meewerken kan wel meespelen in de beoordeling van de inspecteur. Dat wil zeggen leiden tot eventuele strafvermindering.

Mocht u reeds een brief hebben gekregen of verwachten deze te krijgen dan is het zaak dat u zo snel en volledig mogelijk openheid van zaken geeft. Wij kunnen u hierbij helpen en hebben ruime ervaring in het op de juiste wijze presenteren van alle gegevens aan de fiscus. Onze ervaring is dat de coulante houding van de Belastingdienst ten opzichte van zwartspaarders echt steeds minder wordt en dat er steeds meer druk wordt uitgeoefend om zo snel mogelijkheid met alle bankgegevens te komen.

Wilt u meer weten over uw mogelijkheden of hulp? Neem nu contact op.

Op 20 september, Prinsjesdag 2016, zijn de belastingwijzigingen voor 2017 gepresenteerd, in enkele verschillende wetsvoorstellen. Naast een aantal verwachte en kleinere wijzigingen zijn er ook enkele opvallende en grotere wijzigingen zoals de afschaffing van de aftrekposten monumentenkosten en scholingsuitgaven, wijzigingen vrijgestelde beleggingsinstelling en het afschaffen van pensioen in eigen beheer. Overigens zal ook weer afgewacht moeten worden in hoeverre de voorstellen goedgekeurd zullen worden door de Eerste en Tweede Kamer.

Hieronder volgt een opsomming van de maatregelen uit de verschillende wetsvoorstellen ingaande 2017:

Voorstellen uit het Belastingplan 2017:

  • Inkomstenbelasting: het tarief in de derde schijf gaat van 40,4% naar 40,8% en deze schijf wordt verlengd van € 66.421 naar € 67.072;
  • de start van de afbouw arbeidskorting begint al bij € 32.444 (in 2016: € 34.015);
  • de ouderenkorting wordt verhoogd van € 1.187 naar € 1.292;
  • beperking toerekeningsstop APV en andere invulling voorkoming dubbele belasting;
  • invoering teruggaafregeling dividendbelasting voor niet-ingezetenen;
  • invoering heffingsvrij vermogen in box 3 voor (niet-kwalificerende) buitenlands belastingplichtigen;
  • vennootschapsbelasting: verlenging eerste tariefschijf (20%) naar € 250.000 in 2018, € 300.000 in 2020 en € 350.000 in 2021;
  • wijzigingen in enkele specifieke renteaftrekbeperkingen in de Vpb;
  • beperking toepassingsbereik innovatiebox;
  • innovatieve start-up mag het gebruikelijk loon de eerste drie jaar op het minimumloon stellen;
  • beleggen in de vrijgestelde beleggingsinstelling wordt minder aantrekkelijk door de volgende maatregelen:
  • Verplicht afrekenen in box 2 over ab-claim als een lichaam waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft de vbi-status verkrijgt;
  • Tegengaan flits-vbi: bij onderbrenging van box-3-vermogen in een vbi
    waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft, wordt dit
    vermogen in box 2 belast, maar blijft ook belast in box 3 als dit vermogen
    binnen 18 maanden weer terugkomt in box 3;
  • Koppelen percentage forfaitair rendement vbi aan percentage hoogste
    schijf box 3.

Het verlengen van tariefschijven van de Vennootschapsbelasting is uiteraard positief voor ondernemingen. Deze maatregel zal samenhangen met de tariefsverlagingen in andere Europese landen en het aantrekkelijk houden van het Nederlandse vestigingsklimaat.

De wijzigingen voor buitenlands belastingplichtigen zijn een wettelijke uitwerking van eerdere rechterlijke uitspraken. Ook buitenlands belastingplichtigen hebben hiermee recht op toepassing van het heffingsvrij vermogen en teruggaaf dividendbelasting.

De maatregelen voor de vrijgestelde beleggingsinstellingen treffen vooral belastingplichtigen die vanuit een BV een VBI ingaan en daarvoor zullen moeten afrekenen. Het blijft nog steeds mogelijk om een VBI te gebruiken voor vermogen in zowel box 2 als box 3.

Voorstellen uit wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2017

  • schulden die deel uitmaken van een algemeenheid en waarop een vruchtgebruik rust worden voortaan – net als de bezittingen – geheel aangegeven bij de vruchtgebruiker;
  • omzetting goedkeuring renteaftrek voor vruchtgebruiker krachtens erfrecht;
  • codificatie van goedkeuringen voor het buiten toepassing laten van de termijnen van 15 en 20 jaar voor de vrijstelling bij een uitkering uit een KEW, SEW, BEW of een box-3 kapitaalverzekering van vóór 1 januari 2001;
  • reparatie bedrijfsopvolgingsregeling bij indirect aandelenbelang van minder dan 5%.

Voorstellen Fiscale vereenvoudigingwet 2017

  • vereenvoudiging teruggaafregeling btw op oninbare vorderingen;
  • introductie inhoudingsvrijstelling dividendbelasting voor vrijgestelde vpb-lichamen;
  • verenigingen of stichtingen met beperkte ondernemingsactiviteiten kunnen hun verzoek om belastingplicht Vpb nog bij de aangifte indienen (nu binnen 6 maanden);
  • afschaffing fictieve dienstbetrekking voor commissarissen;
  • afschaffing jaarloonuitvraag;
  • uitbreiding verlegging inhoudingsplicht voor concernonderdelen.

De vereenvoudiging van de teruggaafregeling BTW op oninbare vorderingen houdt in dat hier niet langer een speciaal verzoek gedaan moet worden waarbij aangetoond moet worden dat inderdaad geen betaling meer verwacht kan worden. Na afloop van een jaar na de betalingstermijn kan de BTW door middel van verwerking in de gewone BTW-aangifte teruggevraagd moeten worden.

Wetsvoorstel uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen
Per 2017 is fiscaal gefaciliteerd opbouwen van pensioen in de eigen BV niet meer mogelijk. Het opgebouwde pensioen mag tegen de fiscale waarde worden afgekocht of omgezet in een Oudedagsverplichting. Mocht daar niet voor gekozen worden, dan blijft het pensioen premievrij staan en wordt het te zijner tijd regulier uitgekeerd.

Voorstellen Wet fiscale maatregelen rijksmonumenten en scholing
Deze twee maatregelen in de inkomstenbelasting staan in een apart wetsvoorstel. Ten eerste wordt vanaf 1 januari 2018 aftrek scholingsuitgaven vervangen door (niet-fiscale) scholingsvouchers. Ten tweede wordt vanaf 2017 de aftrek voor onderhoudskosten aan monumentenpanden vervangen door subsidies.

Bezitters van buitenlands vermogen hebben veel redenen om zich zorgen te maken. Soms terecht, maar soms ook niet. Het kan makkelijker zijn dan verwacht om buitenlands vermogen aan te geven voor de eerste keer.

Slapeloze nachten door jacht op verzwegen vermogen

De jacht op zwartspaarders door de fiscus heeft al veel mensen met verzwegen buitenlands vermogen de nodige slapeloze nachten bezorgd. De druk neemt toe nu steeds meer buitenlandse banken meewerken aan het verschaffen van informatie over hun Nederlandse (voormalige) cliënten. De inkeerregeling heeft een uitweg geboden waardoor men tegen een boete alsnog schoon schip kon maken. Inmiddels is deze boete echter 120% en is er sprake van afschaffing van de inkeerregeling. Voor diegenen die nog steeds buitenlands vermogen bezitten dat (nog) niet bekend is bij de Belastingdienst reden voor veel kopzorgen. Dit is echter niet in alle gevallen terecht. Indien het gaat om een buitenlandse woning die men nooit heeft opgegeven, is dit vrij eenvoudig recht te zetten.

Buitenlandse woning  en de inkeerregeling

Men heeft in dit geval wel verzaakt om de buitenlandse woning op te geven bij de Belastingdienst, maar voor een buitenlandse woning kan men gebruik maken van de aftrek ter voorkoming dubbele belasting. Er is dan in Nederland geen belasting verschuldigd, aangezien er reeds een belastingplicht is in het land waar de woning zich bevindt. Het is in dit geval zaak om wel zo snel mogelijk alsnog de buitenlandse woning op te geven middels de inkeerregeling. Indien het huis namelijk verkocht wordt, zit men met een som geld waarvan de fiscus vragen gaat stellen over de herkomst.

Wat gebeurt er als de Belastingdienst erachter komt?

In het geval dat de woning niet is aangegeven en de Belastingdienst komt erachter, bestaat de kans dat enige vorm van sanctie wordt opgelegd; er is immers geen volledige aangifte gedaan, dit is een fiscaal misdrijf. Een volgende logische vraag is dan hoe (en waarvandaan) de buitenlandse woning indertijd gefinancierd werd.Aangezien er echter geen belasting verschuldigd is geweest, kan de boete aangevochten worden. Dit kan wel een langdurig proces zijn.

Wat te doen in uw situatie?

Wilt u graag uw situatie aan ons voorleggen? Neem dan contact met ons op.

Geen aangifte doen

 Ook dit jaar hebben wij van cliënten berichten ontvangen dat de Belastingdienst vermeldde dat er geen aangifte gedaan hoefde te worden, terwijl het in de gegeven situatie wel verplicht was of juist gunstig was. Bijvoorbeeld voor een buitenlands belastingplichtige met Nederlands onroerend goed, of iemand met persoonsgebonden aftrekposten.

Ook komen er nog steeds fouten voor in de verwerking van de vooringevulde aangiften. De meeste aftrekposten worden hierin ook niet meegenomen. Of u nu een bericht ontvangen heeft of niet, het is altijd verstandig om goed te kijken naar uw fiscale situatie, en of u nog besparingsmogelijkheden heeft.

Berichten die u via de digitale Berichtenbox ontvangt, worden overigens ook nog per post verstuurd.

Aftrekposten 2016

In de aangifte inkomstenbelasting 2016 bestaan de volgende aftrekposten om uw belastbaar inkomen te verlagen:

  • hypotheekrente van uw eigen woning
  • premies lijfrente
  • niet-vergoede ziektekosten (o.m. geneeskundige hulp, voorgeschreven medicijnen en reiskosten van ziekenbezoek)
  • onderhoudsverplichtingen aan ex-echtgenoot o.m. in de vorm van alimentatie
  • giften aan erkende charitatieve instellingen (zie de ANBI-lijst)
  • studiekosten
  • onderhoud- en restauratiekosten van een rijksmonumentenpand
  • reiskosten voor regelmatig woon-werkverkeer per openbaar vervoer
  • weekenduitgaven voor gehandicapten

Let u er wel op dat er voor een aantal aftrekposten een drempel of andere aanvullende voorwaarden bestaan, waardoor uw uitgaven mogelijk toch niet tot aftrek leiden. Denkt u voor een aftrekpost in aanmerking te komen, maar heeft u hier nog vragen over, neem dan gerust contact met ons op.

Ondernemersfaciliteiten

 Voor ondernemers is het voor toepassing van de zelfstandigen- en startersaftrek en speur- en ontwikkelingswerk nog altijd van belang dat aan het urencriterium voldaan wordt (1.225 uur). In geval van een deeltijdbaan erbij, dient meer tijd aan uw onderneming besteed te zijn. Mocht er twijfel over deze punten kunnen bestaan, houdt dan uw uren gerelateerd aan uw onderneming bij.

De investeringsaftrekken en willekeurige afschrijving zijn ook zonder urencriterium mogelijk. Voor energie- en milieu-investeringsaftrek, alsmede RDA (research en development) dient overigens meestal een aanvraag voor toepassing gedaan te worden vóórdat de uitgave gedaan wordt. Voor meer informatie over drempels, maxima en voorwaarden, verzoeken wij u om contact met ons op te nemen.

Belastingrente

Met de belastingrenteregels, zal de Belastingdienst vanaf 1 juli 2017 rente berekenen over een te betalen bedrag voor de aangifte 2016. Deze rente bedraagt momenteel 4% voor de Inkomstenbelasting en 8%(!) voor de Vennootschapsbelasting. Verwacht u een hoge aanslag en wilt u de rente hierover vermijden, neem dan contact op voor het aanvragen van een voorlopige aanslag. In geval van een teruggave vergoedt de Belastingdienst nog maar beperkt rente.

Tweede woning fiscaal gunstig verhuren

Als u een tweede woning bezit betaalt u hierover jaarlijks box 3-heffing. Indien de woning langere tijd leeg staat, is verhuur fiscaal een interessante optie. Afhankelijk van de hoogte van de huur kan de woning dan 15% tot zelfs 55% lager gewaardeerd worden voor de box 3-heffing. De werkelijk ontvangen huur is overigens sowieso niet belast.

Verhuur aan bijvoorbeeld een studerend kind of ander familielid is waarschijnlijk flexibeler en minder risicovol dan aan derden in verband met huurrechten. In het geval binnen familieverhoudingen een lagere en daarmee onzakelijke huurprijs is overeengekomen, geldt altijd nog een waardevermindering van 38%. Een andere mogelijkheid is om wel een normale huurprijs te vragen en separaat een bedrag tot de schenkvrijstelling terug te schenken.