Eindejaarstips 2019
Algemeen
1. Nieuwe tarieven in de Inkomstenbelasting
Box 1 – Inkomen uit werk en woning
Zoals reeds vorig jaar werd aangekondigd wordt het huidige vier tariefstelsel terug gebracht tot een twee schijvenstelsel. In het vorige belastingplan werd aangegeven dat het tweeschijvenstelsel in 2021 werd ingevoerd. Echter wordt het tweeschijvenstelsel per 2020 versneld ingevoerd. Er komt een basistarief van 37,35% voor inkomens tot € 68.507,– en een toptarief van 49,5% voor inkomens boven de € 68.507,–. Voor belastingplichtigen die de AOW-leeftijd hebben bereikt gelden aangepaste tarieven en wordt het een drieschijvenstelsel.
Box 2 – Inkomen uit aanmerkelijk belang (bijvoorbeeld een B.V.)
Het tarief voor box 2 wordt verhoogd naar 26,25% in 2020. Voor meer informatie verwijzen wij u door naar het hoofdstuk zakelijk in deze nieuwsbrief.
Box 3 – Voordeel uit sparen en beleggen
Het heffingsvrij vermogen wordt in 2020 verhoogd van € 30.360,– per persoon naar € 30.846,– per persoon (€ 61.692,– voor fiscaal partners). Daarnaast worden wederom de schijven iets aangepast.
Het effectieve belastingtarief wordt in de eerste schijf verlaagd van 0,58% naar 0,54%, in de tweede schijf van 1,34% naar 1,27% en in de derde schijf van 1,68% naar 1,60 %. Hieronder volgt een schematische weergave van de vermogensrendementsheffing in 2020. Tussen haakjes staan de percentages van 2019 vermeld.
2. Plan box 3-hervorming 2022
Daarnaast heeft het kabinet bekend gemaakt dat zij de box 3-heffing meer wil laten aansluiten bij het werkelijke rendement. Rond de zomer van 2020 wordt een nieuw wetsvoorstel verwacht. De verwachting is dat vanaf 2022 de werkelijke verhouding tussen spaargeld, beleggingen en schulden als uitgangspunt gaat gelden voor de box 3-heffing. Het forfaitaire rendement hierover (bijv. 0,09% over spaargeld en 5,33% over beleggingen) wordt belast tegen een verhoogd tarief van 33%. Omdat er op dit moment een zeer lage spaarrente is, zal dit plan ervoor zorgen dat er effectief geen box 3-heffing meer zal worden geheven over circa € 440.000,– aan spaartegoeden per persoon (€ 880.000,– voor fiscaal partners). Deze nieuwe regeling zal voor personen met alleen spaargeld gunstiger uitvallen. Belastingplichtigen met veel overig vermogen (zoals aandelen, maar ook onroerend goed) worden juist zwaarder belast in dit nieuwe voorstel.
Het ministerie van financiën heeft een overzicht gepubliceerd van het voorlopige voorstel.
Hieronder leggen we uit hoe de nieuwe regeling in zijn werk gaat:
1. Indien de bezittingen tezamen (zonder schulden) op 1 januari hoger zijn dan de drempel van
€ 30.846,– is er sprake van box 3-heffing. Indien de bezittingen onder deze drempel blijven is er geen sprake van box 3-heffing.
2. Indien er sprake is van box 3-heffing, moet het totale vermogen verdeeld worden in drie categorieën: spaargeld, beleggingen (alle overige bezittingen) en schulden. Aan de hand van de forfaitair vastgestelde rendementen per categorie wordt het inkomen uit deze bezittingen vastgesteld. In het voorlopige voorstel is dit forfaitaire rendement 0,09 % voor spaargeld, 5,33% voor beleggingen en 3,03% voor schulden.
3. Vervolgens worden het forfaitaire inkomen uit spaargeld en beleggingen bij elkaar opgeteld. Het forfaitaire rendement over de schulden moet hiervan af gehaald worden. Dit levert uiteindelijk het totale inkomen op.
4. Over dit totale inkomen wordt vervolgens nog een vrijstelling verleend, het zogenaamde heffingsvrije inkomen. Dit heffingsvrije inkomen is voorlopig vastgesteld op € 400,–. Het restant van het inkomen wordt vervolgens belast tegen 33%.
3. Wijziging heffingskortingen
De maximale algemene heffingskorting wordt in het jaar 2020 verhoogd en bouwt voor een inkomen van € 20.711,– en hoger stapsgewijs sneller af. In 2019 was de maximale algemene heffingskorting
€ 2.477,–. In 2020 wordt deze heffingskorting verhoogd naar € 2.711,– en in 2021 naar € 2.801,–.
Ook de arbeidskorting wordt vanaf 2020 verhoogd. Dit gebeurt in drie stappen. Deze heffingskorting bedroeg in 2019 € 3.399,– en in 2020 € 3.819,–.
4. Verlaging tarief aftrekposten voor hogere inkomens
Zoals reeds vorig jaar vermeld wordt het tarief waartegen een aantal aftrekposten mag worden afgetrokken geleidelijk afgebouwd. Belastingplichtigen waarbij het inkomen in de hoogste schijf valt zullen geleidelijk minder fiscaal voordeel hebben van deze aftrekposten. In 2020 mogen deze aftrekposten tegen maximaal 46% in aftrek worden gebracht. Dit percentage zal de komende jaren verder worden verlaagd tot het niveau van de eerste schijf, circa 37% in 2023. Het gaat hierbij om de volgende aftrekposten:
- Alimentatie
- Aftrek van scholingsuitgaven
- Aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten
- Aftrek van weekenduitgaven voor gehandicapten
- Giftenaftrek
- Ondernemersaftrek (zelfstandigenaftrek, aftrek speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek, startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid, stakingsaftrek)
- MKB winstvrijstelling
- Terbeschikkingsstellingsvrijstelling
Door deze verlaging leveren de aftrekposten in 2019 meer op dan in 2020 en de volgende jaren. Indien u in 2019 met uw inkomen in de hoogste belastingschijf valt is het derhalve raadzaam om, indien mogelijk, aftrekposten zoals giften of zorgkosten naar voren te halen.
5. Wijzigingen eigen woning
Zoals reeds vorig jaar aangekondigd wordt het tarief waartegen de hypotheekrente mag worden afgetrokken ook verder verlaagd. Het percentage wordt verlaagd naar 46%. Dit percentage wordt de komende jaren verder verlaagd tot circa 37% in 2023.
U kunt uw hypotheekverstrekker vragen of het mogelijk is om de hypotheekrente vooruit te betalen om zo dit jaar nog een hogere aftrek van de hypotheekrente te krijgen. Banken mogen echter het vooruitbetalen van de hypotheekrente weigeren. Let hierbij op dat u alleen de rente die betrekking heeft op de periode tot en met 30 juni 2020 vooruit kan betalen. Als u meer vooruit betaalt, wordt de aftrek alsnog beperkt tot de rente die u tot eind 2019 verschuldigd was. Bovendien levert dit een box 3 besparing voor het belastingjaar 2020 op.
Het eigenwoningforfait voor woningen met een waarde tussen de € 75.000,– en € 1.080.000,– wordt in 2020 verlaagd naar 0,6%. Het eigenwoningforfait wordt verder verlaagd naar 0,45% in 2023. Voor woningen boven de € 1.080.000,– blijft het eigenwoningforfait 2,35%, voor zover de waarde hoger is dan € 1.080.000,–.
6. Uitstel afschaffing fiscale aftrekpost scholingskosten
Het kabinet is van plan om de aftrekpost voor de scholingsuitgaven te wijzigen in een subsidieregeling. Deze subsidieregeling STAP-budget zal waarschijnlijk per 2021 worden ingevoerd. Er is nog geen besluit genomen over de definitieve ingangsdatum. Indien u overweegt om een studie te gaan volgen ‘met het oog op het verwerven van inkomen’, dan is het wellicht verstandig om dat in 2019 of 2020 te doen. Indien mogelijk adviseren wij de studiekosten niet in termijnen verspreid over 2 jaar te betalen, maar in één jaar zodat het recht op aftrek blijft bestaan.
7. Fiets van de zaak
Zoals al eerder aangekondigd wordt het vanaf 2020 aantrekkelijker gemaakt om een fiets van de zaak aan te schaffen. Het bijtellingspercentage van de fiets wordt vastgesteld op 7% van de consumentenadviesprijs van de fiets. Met de huidige regeling moet er precies worden bijgehouden hoeveel kilometers er privé en hoeveel kilometers er zakelijk gereden worden. Met de invoering van de forfaitaire bijtelling is dit verleden tijd. Een fiets van de zaak kan naast een auto van de zaak ter beschikking worden gesteld.
8. Inkeerregeling
Met de huidige inkeerregeling is het nog mogelijk om boetevrij in te keren binnen 2 jaar na het onjuist indienen van een aangifte Inkomstenbelasting. Een uitzondering hierop is box 3 inkomen dat in het buitenland is opgekomen. Met ingang vanaf 2020 is het ook niet meer mogelijk om boetevrij in te keren over inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) en inkomen dat in het binnenland is opgekomen (box 3). Feitelijk is hiermee de inkeerregeling alleen nog van toepassing op box 1-inkomen. Heeft u buitenlands of binnenlands vermogen dat niet correct is aangegeven in de aangiften, dan adviseren wij u dit te melden bij de Belastingdienst. Indien u inkomen uit aanmerkelijk belang of box 3 inkomen dat in het binnenland is opgekomen heeft, dan adviseren wij u de melding nog in 2019 te doen. Wij zijn u hierbij graag van dienst.
9. Communicatie met de Belastingdienst – de blauwe envelop
Per 2020 zal de Belastingdienst u als belastingplichtige de keuze voorleggen of u uw post van de Belastingdienst in de brievenbus (blauwe envelop) of digitaal via de berichtenbox op MijnOverheid wilt ontvangen. Indien u geen keuze maakt, blijft de huidige situatie ongewijzigd en blijft u de correspondentie zowel per post als digitaal ontvangen. In geval van een correspondentie-adresregeling met ons kantoor adviseren wij u om niet de keuze voor alleen digitaal te maken zodat ons kantoor de papieren versie blijft ontvangen ter controle en afhandeling van uw belastingzaken.
10. Maak gebruik van de jaarlijkse vrijstelling voor schenkingen
Heeft u dit jaar nog geen gebruik gemaakt van de jaarlijkse vrijstelling voor schenkingen? U heeft nog tot 31 december de tijd om deze schenkingen te verrichten. In 2019 geldt een algemene vrijstelling van € 2.174,–. Voor schenkingen aan kinderen is een vrijstelling van € 5.428,– van toepassing. Daarnaast zijn er nog een aantal eenmalige schenkingsvrijstellingen. Heeft u hierover vragen? Wij zijn graag bereid tot een nadere toelichting.
11. Bespaartips box 3
- De peildatum voor het belaste box 3-vermogen is 1 januari. Om uw vermogen per 1 januari te verlagen volgen hierbij een aantal tips.
- Indien u een eigen B.V. heeft kunt u overwegen om nog vóór het eind van het jaar een bedrag over te maken naar de B.V. door middel van een agiostorting. Het is wel belangrijk dat u aan de (simpele) formaliteiten voldoet. Heeft u nog geen B.V. dan is het wellicht mogelijk om hiervoor een B.V. of OFGR op te richten. Wij adviseren om eerst de mogelijkheden door te spreken met een adviseur om te zien of dit in uw situatie een voordeel oplevert.
- Bent u van plan om binnenkort grote uitgaven te doen? Zoals bijvoorbeeld de aankoop van een auto, een verbouwing aan een woning of consumptieve goederen. Dan is het wellicht verstandig om de aankoop voor 1 januari te doen. Zo verlaagt u uw totale vermogen.
- Het kan voordelig zijn om kleine schulden (tezamen lager dan de drempel van
€ 3.000,– per belastingplichtige) voor 1 januari af te lossen. Zo wordt het box 3 inkomen verlaagd en wordt bovendien verdere rente op deze leningen vermeden. Rente op persoonlijke consumptieve leningen is meestal hoog en deze rente is fiscaal niet aftrekbaar. - Stort geld in een lijfrente of bankspaarproduct. Geld dat gestort is een lijfrente is niet meer belast in box 3. Een storting is met name bij een pensioentekort het overwegen waard. Hier zijn wel voorwaarden aan verbonden.
- U kunt overwegen om in te stappen in groene beleggingen. Beleggen in erkende groenfondsen levert belastingvoordeel op. Zo was in 2019 de vrijstelling voor groene beleggingen € 58.540,–.
- Indien u dit jaar nog geen schenkingen heeft gedaan, kunt u overwegen deze alsnog voor 31 december te doen.
12. Overige belastingtips
- Verwacht u dat u over het belastingjaar 2019 belasting moet betalen? Vraag tijdig een voorlopige aanslag aan, hiermee bespaart u belastingrente. U betaalt belastingrente als de aanslag later dan 6 maanden na afloop van het kalenderjaar word opgelegd (1 juli 2020). De belastingrente is minimaal 4%. Om er zeker van te zijn dat de aanslag tijdig wordt opgelegd adviseren wij deze voor 1 april 2020 aan te vragen. De aanslag over het belastingjaar 2019 moet ineens betaald worden. Wij zijn u graag van dienst bij het aanvragen van een voorlopige aanslag.
- Indien u verwacht nog een teruggave te ontvangen voor het jaar 2014, dient voor het eind van het jaar een aangifte Inkomstenbelasting over dit jaar ingediend te worden. In 2020 vervalt namelijk de 5 jaars-termijn voor het indienen van deze aangifte.
- Bundelt u voor zover mogelijk aftrekbare kosten zoals ziektekosten en giften in één bepaald jaar. Zo wordt eerder een aftrekpost behaald en komt de drempel maar één keer in mindering op de uitgaven. Voor giften vervalt de drempel overigens helemaal indien u de gift aan een charitatieve instelling voor 5 jaar vastlegt.
- Wacht niet tot 31 december met het overmaken van bedragen. De datum waarop u de bedragen overmaakt is niet altijd de datum waarop het bedrag door de bank wordt overgeboekt. Weliswaar zijn veel banken in 2019 overgestapt naar een systeem waarbij dit wel het geval is, maar dat geldt nog niet voor alle banken. Wij adviseren dan ook om de bedragen een aantal dagen voor de 31ste over te maken.
Zakelijk
1. Wijziging box 2 en vennootschapsbelasting
Het tarief voor de vennootschapsbelasting wordt in de komende jaren verlaagd. Het tarief over de eerste € 200.000,– winst daalt naar 16,5% procent in 2020. Per 1 januari 2021 zal dit tarief dalen naar 15%. Het tarief voor winsten boven de € 200.000,– blijft echter 25%. Dit terwijl vorig jaar is bepaald dat het toptarief zou dalen naar 22,5%. Per 1 januari 2021 zal het tarief voor winsten vanaf
€ 200.000,– wel dalen naar 21,7% (20,5% was beloofd).
Het tarief voor box 2 wordt aangepast zoals gepland. Dit betreft inkomsten uit aanmerkelijk belang, zoals dividenden en vermogenswinsten op aandelenbelangen boven de 5%. Het huidige tarief van 25% wordt in 2020 verhoogd naar 26,25%. In 2021 wordt het verder verhoogd naar 26,9%. Indien u als directeur-grootaandeelhouder overweegt om dividenden uit te keren, is dit het meest gunstig nog voor het einde van het jaar.
Door de verlaging van het Vennootschapsbelastingtarief uit te stellen en het box 2-tarief wel te verhogen, wordt de belastingdruk in de tweede schijf hoger. Al met al dalen de tarieven echter wel de komende jaren. In combinatie met verlaging van het tarief van de ondernemersfaciliteiten in de Inkomstenbelasting, zal het voor ondernemers met een eenmanszaak wellicht interessant kunnen zijn om naar de BV-optie te kijken.
2. Verlaging zelfstandigenaftrek
Vanaf 2020 wordt de zelfstandigenaftrek in negen jaar afgebouwd naar € 5.000,–. Dit betreft acht stappen van € 250,– en één stap van € 280,–. In 2020 zal de zelfstandigenaftrek worden verlaagd van € 7.280,– naar € 7.030,–.
3. Verlaging aftrekposten
De eerder genoemde verlaging van aftrekposten (zie particulieren) geld ook voor IB-ondernemers. IB-ondernemers waarbij het inkomen in de hoogste inkomensschijf valt zullen geleidelijk minder fiscaal voordeel hebben van deze aftrekposten. In 2020 mogen deze aftrekposten tegen maximaal 46% in aftrek worden gebracht. Dit percentage zal de komende jaren verder worden verlaagd tot circa 37% in 2023. Het gaat hierbij om de zelfstandigenaftrek, aftrek speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek, startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid, stakingsaftrek, de MKB winstvrijstelling en de terbeschikkingsstellingsvrijstelling.
4. Nieuw BTW-identificatienummer voor IB-ondernemers
Het huidige BTW nummer voor IB-ondernemers bestaat deels uit hun Burgerservicenummer. Om de privacy te waarborgen heeft de Belastingdienst besloten deze nummers aan te passen. Deze nieuwe BTW-identificatienummers worden vanaf november uitgereikt. Bewaar deze goed! Vanaf 1 januari dient u dit nieuwe nummer te vermelden op uw facturen, briefpapier, website etc. Voor communicatie met de Belastingdienst, zoals de aangiften Omzetbelasting blijft het oude nummer nog van kracht.
5. Wijziging kleine ondernemersregeling
Zoals reeds vorig jaar vermeld gaat vanaf 1 januari 2020 de nieuwe kleine ondernemersregeling voor de BTW van start. Indien u als ondernemer verwacht op jaarbasis een omzet van minder dan
€ 20.000,– te behalen, dan kunt u kiezen voor een vrijstelling van de BTW. Dit heeft als voordeel dat er minder administratieve verplichtingen zijn. Zo hoeft er niet ieder kwartaal een BTW-aangifte te worden gedaan. U hoeft namelijk geen BTW meer aan uw klanten te rekenen (en vervolgens aan de Belastingdienst af te dragen). Het nadeel is dat u geen btw kan terug vragen over uw zakelijke inkopen. Bij facturatie aan particulieren en vrijgestelde organisaties zal de regeling eerder een voordeel opleveren dan wanneer u aan ondernemers factureert. De KOR gaat u aan voor een periode van tenminste 3 jaar. Wanneer u in een jaar een omzet hoger dan € 20.000,– heeft vervalt de vrijstelling. Vanaf dat moment dient u weer BTW aan uw klanten te berekenen en moet u weer aangiften doen. Het is derhalve verstandig om goed bij te houden hoe hoog uw omzet is. Om vanaf 1 januari gebruik te kunnen maken van deze nieuwe regeling, moest u zich uiterlijk 20 november aanmelden. Indien u zich na 20 november aanmeldt, gaat de regeling in vanaf het volgende aangiftetijdvak (voor de BTW). Indien u vragen heeft over de voor- en nadelen van deze regeling dan zijn wij beschikbaar.
6. Verhoging vrije ruimte
De vrije ruimte in de werkkostenregeling wordt in 2020 verhoogd van 1,2% naar 1,7% over de eerste € 400.000,– van de loonsom. Voor de loonsom boven € 400.000,– blijft het percentage 1,2%. Daarnaast is een vergoeding van de VOG (Verklaring omtrent goed gedrag) als gerichte vrijstelling ingevoerd. De vergoeding voor de VOG gaat derhalve niet ten laste van de vrije ruimte. In het kader van de werkkostenregeling mag het bedrag van de vrije ruimte zonder bewijsstukken onbelast worden vergoed aan één of meerdere werknemers; er is wel een gebruikelijkheidstoets.
7. Bijtelling elektrische auto
De bijtelling voor elektrische auto’s gaat veranderen. In 2019 is de bijtelling 4% over de eerste € 50.000,– en 22% over het meerdere. In 2020 wordt de bijtelling verhoogd naar 8% over de eerste € 45.000,– en 22% over het meerdere. Stapsgewijs wordt de bijtelling verhoogd naar het algemene tarief van 22% in 2026. Wanneer u een elektrische auto aanschaft kunt u gedurende 60 maanden na datum eerste toelating het dan geldende bijtellingspercentage hanteren. Indien u van plan bent om een elektrische auto aan te schaffen is het raadzaam dit zo snel mogelijk te doen.
Om de aanschaf van emissie-loze voertuigen te blijven stimuleren, wordt het nultarief voor de motorrijtuigenbelasting en de BPM verlengd tot 1 januari 2025.
8. Betalingskorting vennootschapsbelasting
Op dit moment verleent de Belastingdienst een betalingskorting als een voorlopige aanslag voor de vennootschapsbelasting die in termijnen betaald mag worden ineens wordt voldaan. Vanaf 2021 wordt deze betalingskorting afgeschaft.
9. Beperking lenen bij eigen bv
Eerder is aangekondigd dat het door de DGA lenen van zijn eigen B.V. wordt beperkt. Dit plan is geen onderdeel van het Belastingplan 2020, maar een wetsvoorstel dat wordt verwacht in het najaar 2019. Met ingang van 2022 worden leningen of rekening-courant bedragen boven een bedrag van
€ 500.000,– belast tegen het dan geldende tarief in box 2. Onder voorwaarden geldt er een uitzondering voor eigenwoningleningen. In het geval van hoge leningen of rekening-courantschulden is het van belang om alvast hierop in te spelen en met aflossingen te beginnen, dan wel geld te reserveren voor de belastingafrekening. Indien u overweegt om dividenden uit te keren, kunt u dit het beste nog doen in 2019 aangezien het tarief in 2020 stijgt met 1,25%.
10. Overige belastingtips
- Heeft u veel spaargeld en een eigen B.V.? U kunt overwegen om dit spaargeld door middel van een agiostorting voor het einde van het jaar in de B.V. te storten. Indien de storting voor het einde van het jaar wordt gedaan, hoeft u over dat bedrag in 2020 geen box 3-heffing meer te betalen. Het is wel belangrijk dat u op de hoogte bent van de voorwaarden en gevolgen.
- Heeft u een eenmanszaak of vof? Indien u het werkkapitaal in de onderneming op peil houdt, kunt u wellicht box 3-heffing besparen. Indien u bijvoorbeeld met een grote privé-opname wacht tot na 1 januari, behoeft u over dat bedrag geen box 3-heffing te betalen. Het is wel van belang dat het saldo op de ondernemersrekening niet zo hoog is dat de bedragen als overtollig voor de bedrijfsvoering gezien gaan worden. Wanneer u van plan bent om in de toekomst grote uitgaven voor de onderneming te doen en derhalve hier nu al geld voor wilt reserveren, is dit wel een reden om meer vermogen in de onderneming aan te houden dan gebruikelijk.
- Indien u voldoende investeringen heeft gedaan om in aanmerking te komen voor de kleinschaligheidsinversteringsaftrek, maar nog niet alle investeringen heeft betaald adviseren wij u deze betalingen nog voor het einde van het jaar te verrichten zodat u voor de kleinschaligheidsinversteringsaftrek in aanmerking komt. U komt in aanmerking voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek wanneer het totaal aan investeringen hoger is dan € 2.300,–.
- Verwacht u dat u over het belastingjaar 2019 of 2020 belasting moet betalen? Vraag tijdig een voorlopige aanslag aan, hiermee bespaart u belastingrente. De belastingrente is voor IB-ondernemers momenteel 4%. Voor de vennootschapsbelasting bedraagt dit percentage zelfs 8%!
- Hebben uw kinderen die dit jaar meegewerkt hebben in de zaak nog geen vergoeding ontvangen? Betaal dan een vergoeding uit voor het einde van het jaar. Voor u als ondernemer is deze vergoeding volledig aftrekbaar. Bij uw kinderen is de vergoeding onbelast als deze (tezamen met eventuele ander inkomen uit (bij)banen) niet meer dan
€ 7.098,– bedraagt. U moet als ondernemer wel inkomensafhankelijk bijdrage ZVW afdragen. - Ook aan de meewerkende partner kan een vergoeding verstrekt worden. Een beloning van minimaal € 5.000,– is voor u als ondernemer aftrekbaar. Voor uw partner valt deze vergoeding in box 1. Het tarief is afhankelijk van het totale box 1 inkomen van uw partner.
- Zoals eerder vermeld veranderen de belastingtarieven voor ondernemers. Een en ander biedt interessante planningsmogelijkheden voor bijvoorbeeld de keuze tussen het uitkeren van loon of dividend. Wij kijken graag met u mee naar de mogelijkheden.