Eindejaarstips 2022

Met deze nieuwsbrief willen wij u weer op de hoogte brengen van de laatste fiscale wijzigingen en besparingsmogelijkheden.

Wij hopen dat u uw voordeel kunt doen met deze nieuwsbrief. Neemt u voor meer informatie en persoonlijk advies contact op met ons kantoor.

Samenvatting belastingplannen en tips

Dit is de eerste begroting van het nieuwe kabinet-Rutte IV, waar zoals verwacht veel van de plannen in het regeerakkoord in verwerkt zijn. Daarnaast zijn er een aantal wijzigingen uit de Voorjaarsnota opgenomen naar aanleiding van budgettaire uitdagingen door onder meer de gevolgen van de oorlog in Oekraïne en het Kerstarrest voor box 3.

De box 1-heffing wordt iets verlaagd. Daar tegenover staan weer een aantal andere verhogingen van onder meer de overdrachtsbelasting en box 3-heffing voor tweede woningen. Ook de Vennootschapsbelasting voor het MKB wordt verhoogd, waarmee de eerdere verlagingen juist weer worden teruggedraaid. Er is dit jaar veel te doen geweest over de box 3-heffing naar aanleiding van het Kerstarrest van de Hoge Raad met forse gevolgen voor de wijze van heffen. U leest er hieronder meer over, zowel over de correcties over oude jaren als hoe de situatie vanaf nu eruit ziet.

Een greep uit de tips vóór het einde van dit jaar:

– Indien u nog wilt gebruik maken van de verhoogde schenkingsvrijstelling van € 100.000,– voor de eigen woning van uw kind, is dat mogelijk tot uiterlijk 31-12-2022.

– De nieuwe box 3-heffing is gebaseerd op verschillende vermogenscategorieën; eventueel zou u hierop in kunnen spelen door de samenstelling van uw vermogen nog voor 31 december aan te passen. Hierbij zou bijvoorbeeld gedacht kunnen worden aan het omzetten van slecht renderende beleggingen of leningen(vorderingen) die nu tegen het hoogste tarief belast worden naar laag belast spaargeld.

– Voor 2023 gaat het percentage van aftrekposten in de Inkomstenbelasting voor hogere inkomens weer 3% omlaag; indien het mogelijk is om aftrekbare uitgaven naar voren te halen, levert de aftrekpost dit jaar nog meer op.

Particulier

Index particuliere fiscale tips:

  • Wijzigingen tarieven Box 1 – Inkomen uit werk en woning
  • Kerstarrest en rechtsherstel box 3-heffing
  • Massaal bezwaar plus procedure voor niet-bezwaarmakers
  • Berekening box 3 – heffing buitenlands onroerend goed
  • Wijzigingen 2023 Box 3 – Voordeel uit sparen en beleggen
  • Peildatumarbitrage bij schuiven tussen box 3-categorieën
  • Verlaging tarief aftrekposten voor hogere inkomens
  • Overdrachtsbelasting: startersvrijstelling en wijziging tarief
  • Beperking Leegwaarderatio
  • Wijziging inkomensafhankelijke combinatiekorting
  • Laatste kans schenking jubelton
  • Vervanging aftrek scholingskosten
  • Overige belastingtips

Wijzigingen tarieven Box 1 – Inkomen uit werk en woning

In 2023 wordt het tarief in de eerste schijf verder verlaagd van 37,07% naar 36,93%. Ook dit jaar is de grens voor de eerste schijf verhoogd, namelijk van € 69.398,– naar € 73.071,–. Het tarief voor de tweede schijf blijft 49,5%. Hieronder volgt een schematische weergave van de Inkomstenbelasting in box 1 in 2022 en 2023.

Inkomstenbelasting – AOW niet bereikt2022Inkomstenbelasting – AOW niet bereikt2023
Eerste schijf tot € 69.39837,00%Eerste schijf tot € 73.07136,93%
Tweede schijf vanaf € 69.39849,50%Tweede schijf tot € 73.07149,50%

Voor belastingplichtigen die de AOW-leeftijd hebben bereikt geldt nog steeds een drieschijvenstelsel. Schijf 1 gaat van 19,17% naar 19,03%. De tweede schijf gaat van 37,07% naar 36,93% en de derde schijf blijft 49,50%. Hieronder volgt een schematische weergave van de Inkomstenbelasting in box 1 in 2022 en 2023.

Inkomstenbelasting – AOW bereikt2022Inkomstenbelasting – AOW bereikt2023
Eerste schijf tot € 35.47219,17%Eerste schijf tot € 37.14919,03%
Tweede schijf vanaf € 35.472 tot € 69.39837,07%Tweede schijf vanaf € 37.149 tot € 73.07136,93%
Derde schijf vanaf € 69.39849,50%Derde schijf vanaf € 73.07149,50%
*er gelden andere schijven voor mensen geboren vóór 1 januari 1946

Kerstarrest en rechtsherstel box 3-heffing

Er is jarenlang geprocedeerd over de fictieve manier van belasting heffen over het box 3-vermogen. Er werd immers uitgegaan van een fictief rendement dat vele malen hoger was dan op de spaarrekening ontvangen werd. De uitspraken voor eerdere jaren pakten allen negatief uit voor de belastingbetaler. Uiteindelijk bepaalde de Hoge Raad in december 2021 in het zogenaamde Kerstarrest echter dat de forfaitaire berekening van box 3 voor de jaren 2017 en 2018 onevenredig zwaar drukt en daarmee in strijd is met het mensenrechtenverdrag. Volgens de Hoge Raad moet rechtsherstel geboden worden aan belastingplichtigen die bezwaar gemaakt hebben.

De Belastingdienst heeft dit rechtsherstel nu uiteindelijk uitgewerkt door belastingplichtigen alsnog te belasten op basis van de werkelijke samenstelling van hun vermogen en niet de fictieve verschillende vermogensgroepen. Er wordt nog steeds uitgegaan van een fictief rendement; het rendement voor spaargeld is sterk verlaagd naar 0,25% of minder op basis van de werkelijke rentestanden. Voor overig vermogen geldt echter het hoogste percentage van rond de 5,5%. Voor schulden geldt een lager percentage rond de 3%. Het heffingsvrij vermogen wordt berekend tegen een gewogen gemiddeld tarief. Er wordt hiermee in ieder geval beter aangesloten op de werkelijke vermogenssituatie. Aangezien het fictief rendement op overig vermogen juist op basis van het hoogste percentage berekend wordt, is de nieuwe berekening niet in alle situaties gunstiger. Voor 2022 is het nog mogelijk om voor het oude systeem te kiezen als de nieuwe berekening ongunstiger uitvalt. Vanaf 2023 is alleen de nieuwe forfaitaire spaarvariant van toepassing.

Hieronder volgt een schematische weergave van de vermogensrendementsheffing volgens de oude schijvenvariant in 2022.

Hieronder volgt een schematische weergave van de vermogensrendementsheffing volgens de nieuwe forfaitaire spaarvariant voor de jaren 2021 en 2022.

Massaal bezwaar plus procedure voor niet-bezwaarmakers

Op 4 november werd bekend gemaakt dat er voor niet-bezwaarmakers een aanvullende procedure ingericht wordt, ‘massaal bezwaar plus’. Als uit de procedure ‘massaal bezwaar plus’ volgt dat niet-bezwaarmakers in aanmerking komen voor rechtsherstel, dan vindt dit rechtsherstel op dezelfde wijze plaats als bij bezwaarmakers. Het herstel zal dan dus ook gebaseerd zijn op het Beleidsbesluit rechtsherstel box 3. De inspecteur zal voor alle aanslagen 2017-2020 van niet-bezwaarmakers bepalen of deze verminderd moeten worden. Bent u het als niet-bezwaarmaker niet eens met het geboden rechtsherstel, dan kunt u binnen de gestelde termijn verzoeken om ambtshalve vermindering. Bij een afwijzing van dit verzoek staat daartegen vervolgens bezwaar en beroep open.

Staatsecretaris van Financiën Van Rij vestigt overigens wel opnieuw de aandacht op de uitspraak van de Hoge Raad van 20 mei 2022, waarin wordt geoordeeld dat voor niet-bezwaarmakers geen recht bestaat op rechtsherstel, zoals bedoeld in het Kerstarrest. Diverse belangenorganisaties zien echter reden om opnieuw te procederen, omdat zij daarvoor nieuwe rechtsvragen en gronden hebben die niet aan de orde zijn geweest in de uitspraak van 20 mei 2022. Die rechtsvragen worden momenteel in overleg met het ministerie van Financiën geformuleerd. Ook worden de zaken geselecteerd die in de procedure ‘massaal bezwaar plus’ zullen worden voorgelegd aan de belastingrechter. Een uitspraak op de procedure ‘massaal bezwaar plus’ wordt op z’n vroegst in 2023 verwacht. Als de rechter oordeelt dat rechtsherstel ook aan niet-bezwaarmakers moet worden geboden, dan zal de inspecteur eerst een collectieve uitspraak en collectieve beslissing doen op de bezwaren en ambtshalve verminderingsverzoeken die onder de procedure vallen. Vervolgens zal de inspecteur voor alle niet-bezwaarmakers over de jaren 2017 – 2020 bepalen of de aanslag verminderd moet worden. Ongeacht het feit of er een verzoek om ambtshalve vermindering is ingediend. Tegen de collectieve uitspraak of beslissing staan geen rechtsmiddelen open. Wel kunnen de niet-bezwaarmakers binnen een vergelijkbare termijn als de bezwaarmakers, om ambtshalve vermindering verzoeken. Van belang hierbij is – met name voor de aanslag 2017 – dat de 5-jaartermijn hiervoor niet meer relevant is, mocht die inmiddels zijn verstreken. Bij vragen hierover kunt u contact opnemen met ons kantoor.

Berekening box 3 – heffing buitenlands onroerend goed

Overigens zijn er de nodige onduidelijkheden inzake de berekening van de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting over buitenlands onroerend goed. Ons inziens is de aftrek op een ongunstige manier berekend, uitgaande van het gemiddelde tarief in plaats van het hoge tarief dat toegepast wordt voor onroerend goed. De Belastingdienst is inmiddels zelf begonnen de eerdere verminderingen te corrigeren. Daarnaast is ook de keuze tussen het oude of het nieuwe systeem niet éénduidig bij situaties waarbij een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting speelt. Wij raden aan deze gevallen extra goed te controleren en zo nodig bezwaar te maken.

Wijzigingen 2023 Box 3 – Voordeel uit sparen en beleggen

Wat betreft box 3 zijn er in 2023 de nodige wijzigingen. Vanaf 2023 geldt het nieuwe systeem van de forfaitaire spaarvariant. In dit systeem hebben de categorieën spaargeld, overig vermogen en schulden ieder een eigen percentage aan fictief rendement. In 2023 wordt het heffingsvrij vermogen verhoogd naar circa € 57.000,– (€ 114.000,– voor fiscaal partners). Op basis van de vermogensmix wordt een gemiddeld rendement berekend over het totaal vermogen. Het tarief over het fictief rendement in box 3 bedraagt in 2022 31%. Dit tarief zal jaarlijks stapsgewijs worden verhoogd met 1% tot 33% in 2024 en bedraagt in 2023 zodoende 32%.

Het is de bedoeling om in 2026 een systeem in te voeren op basis van het werkelijke rendement en een vermogensaanwasbelasting. Dit komt voort uit de uitspraak van de Hoge Raad over het fictieve rendement; in de praktijk zitten echter aan ieder systeem veel haken en ogen. Over de nieuwe vermogensaanwasbelasting is dan ook nog veel onduidelijk en het is de vraag of de invoering in 2026 daadwerkelijk plaatsvindt.

Hieronder volgt een schematische weergave van de vermogensrendementsheffing volgens de nieuwe forfaitaire spaarvariant voor 2023.

Peildatumarbitrage bij schuiven tussen box 3-categorieën

In het nieuwe systeem van box 3-heffing wordt spaargeld gunstiger belast dan overig vermogen. Om te voorkomen dat belastingplichtigen rond de peildatum voor box 3 gaan schuiven met hun bezittingen tussen de verschillende vermogenscategorieën is er in de Overbruggingswet box 3 een bepaling voor peildatumarbitrage opgenomen. Deze bepaling heeft betrekking op een periode van drie maanden rond 1 januari. Als een transactie binnen deze bepaling valt, wordt deze transactie voor het berekenen van de box 3-heffing op 1 januari genegeerd. Door deze bepaling leidt het tijdelijke omzetten van vermogensbestanddelen derhalve niet tot een lagere belastingheffing. Als het omzetten, van bijvoorbeeld beleggingen naar spaargeld, meer dan drie maanden geleden is op het tijdstip dat deze omzetting weer wordt teruggedraaid valt dit niet onder de peildatumarbitrage-beperking. Als de handeling niet om fiscale redenen is dan valt dit eveneens niet onder de peildatumarbitrage; hiervoor kan de fiscus bewijsstukken opvragen om dit vast te stellen. Heeft u vragen over deze regeling? Neem dan contact met ons op.

Schuiven tussen vermogenscategorieën rond de peildatum van 1 januari is derhalve in principe alleen succesvol als de verschuiving gedurende drie maanden in stand blijft. Uiteraard dient ook rekening gehouden te worden met kosten van het overboeken van effecten en ander vermogen.

De eerste peildatum van het nieuwe systeem is 1-1-2023.

Verlaging tarief aftrekposten voor hogere inkomens

Zoals reeds in 2020 en 2021 vermeld wordt het hoogste tarief waartegen nagenoeg alle aftrekposten mogen worden afgetrokken in stappen afgebouwd tot het lage tarief. Belastingplichtigen waarbij het inkomen in de hoogste schijf in box 1 valt, hebben derhalve minder fiscaal voordeel van deze aftrekposten. In 2023 mogen deze aftrekposten tegen maximaal het lage tarief van 36,93% in aftrek worden gebracht, ten opzichte van 40% in 2022. Het kan dan ook voordelig zijn om aftrekbare kosten waar mogelijk naar voren te halen.

Het gaat hierbij om de volgende aftrekposten:

  • Alimentatie
  • Aftrek van scholingsuitgaven
  • Aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten
  • Aftrek van weekenduitgaven voor gehandicapten
  • Giftenaftrek
  • Hypotheekrenteaftrek
  • Ondernemersaftrek (zelfstandigenaftrek, aftrek speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek, startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid, stakingsaftrek)
  • MKB winstvrijstelling
  • Terbeschikkingsstellingsvrijstelling

Door deze verlaging leveren de aftrekposten in 2022 meer op dan in 2023 en de volgende jaren. Indien u in 2022 met uw inkomen in de hoogste belastingschijf valt is het derhalve raadzaam om, indien mogelijk, aftrekposten zoals giften of zorgkosten nog voor het eind van het jaar te betalen.

Overdrachtsbelasting: startersvrijstelling en wijziging tarief

Vanaf het jaar 2021 is de startersvrijstelling in het leven geroepen. Kopers tussen de 18 en 35 jaar betalen (onder bepaalde voorwaarden) voor een eigen woning eenmalig geen overdrachtsbelasting. Starters kunnen in 2023 een duurder huis vrij van overdrachtsbelasting kopen dan in 2022. Ze moeten er dan wel zelf gaan wonen. Per 2023 wordt de woningwaardegrens namelijk verhoogd van € 400.000 naar € 440.000. Door even te wachten kunnen starters potentieel duizenden euro’s aan overdrachtsbelasting besparen. Kopers vanaf 35 jaar die de woning zelf gaan bewonen betalen 2% overdrachtsbelasting. Kopers die de woning niet zelf gaan bewonen betaalden 8% overdrachtsbelasting. Vanaf 1 januari 2023 bedraagt het tarief 10,4%.

Beperking Leegwaarderatio

Vanaf 2023 wordt de leegwaarderatio flink ingeperkt, mits het Belastingplan 2023 door de Eerste Kamer aangenomen wordt. Hiermee kon in voorgaande jaren op basis van de ontvangen huur voor een box 3-woning de waarde van de betreffende woning vermindert worden en tevens werd zo de box 3-heffing beperkt. Vanaf 2023 geldt deze leegwaarderatio enkel nog voor huurcontracten van minstens 2 jaar waar huurbescherming voor is. Tevens worden de percentages van de leegwaarderatio aanzienlijk verhoogd. Waar tot 2022 de waarde kon verminderd worden tot 45% van de WOZ-waarde is dit vanaf 2023 maximaal nog 73%. Tevens mag de leegwaarderatio niet meer toegepast worden bij verhuur aan gelieerde partijen zoals uw zoon of dochter. In deze situatie moet de woning tegen de volledige WOZ-waarde vermeld.

Aangezien schulden op tweede woningen tegen een lager tarief berekend worden, komt de box 3-heffing voor particuliere verhuurders van tweede woningen fors ongunstiger uit vanaf 2023. Daarnaast is de aankoop van een tweede woning duurder in verband met de verhoging van de overdrachtsbelasting.

Wijziging inkomensafhankelijke combinatiekorting

De inkomensafhankelijke combinatiekorting kan worden toegepast bij mensen met kinderen onder de 12 jaar. De voorwaarden is dat beide partners werken. De inkomensafhankelijke combinatiekorting wordt in 2023 verhoogd tot € 2.694,–. Vanaf 1 januari 2025 wordt de inkomensafhankelijke combinatiekorting afgeschaft. Voor kinderen die voor deze datum geboren zijn is er wel nog twaalf jaar recht op deze heffingskorting. Overigens wordt er toch nog gesproken over een overgangsregeling, waarvan de uitkomst op dit moment niet bekend is.

Laatste kans schenking jubelton

U kunt in 2022 nog voor het laatst de zogenaamde jubelton van € 106.671,– belastingvrij aan uw kind schenken. Voorwaarde is wel dat uw kind dit bedrag binnen 3 kalenderjaren besteedt aan een eigen woning en dat uw kind tussen de 18 en 40 jaar is op de datum van de schenking. Vanaf 2023 bedraagt deze vrijstelling nog slechts € 37.231,–.

Heeft u dit jaar nog geen gebruik gemaakt van de jaarlijkse vrijstelling voor schenkingen? U heeft nog tot 31 december de tijd om deze schenkingen te verrichten. Let er hierbij op dat het geld uiterlijk op 31 december 2022 moet zijn bijgeschreven op de rekening van de ontvanger. In 2022 geldt een algemene vrijstelling van € 2.274,–. Voor schenkingen aan kinderen is een vrijstelling van € 5.677,– van toepassing. Daarnaast zijn er nog een aantal eenmalige schenkingsvrijstellingen (voor bijvoorbeeld een studie of de aanschaf van een eigen woning).

Vervanging aftrek scholingskosten

Vanaf het belastingjaar 2022 zijn studiekosten niet meer aftrekbaar in de Inkomstenbelasting. De fiscale aftrekpost is vervangen door de subsidieregeling STAP-budget (Stimulans van de Arbeidsmarktpositie). Vanaf 1 maart 2022 kunnen werkenden en werkzoekenden bij het UWV een STAP-budget aanvragen. Het budget is € 1.000,– per persoon per jaar. Als de aanvraag goedgekeurd is, wordt het bedrag betaald aan de opleider. Alleen studiekosten die tot en met het jaar 2021 betaald zijn, kunnen nog in de aangifte Inkomstenbelasting in aftrek worden gebracht.

Overige belastingtips

  • Verwacht u dat u over het belastingjaar 2022 of 2023 een hoger bedrag aan belasting moet betalen? Vraag tijdig een voorlopige aanslag aan, om belastingrente te besparen. U betaalt belastingrente als de aanslag over een bepaald jaar later dan 6 maanden na afloop van het betreffende kalenderjaar wordt opgelegd. De belastingrente is minimaal 4%. Om er zeker van te zijn dat een voorlopige aanslag tijdig wordt opgelegd adviseren wij deze voor 1 april 2023 aan te vragen. De aanslag over het belastingjaar 2022 moet ineens betaald worden. De aanslag over het belastingjaar 2023 mag u in termijnen betalen. Heeft u hierover vragen? Wij zijn u graag van dienst bij het aanvragen van een voorlopige aanslag.
  • Indien u verwacht nog een teruggave te ontvangen voor het jaar 2017, dient voor 31 december 2022 een aangifte Inkomstenbelasting over dit jaar ingediend te worden. In 2023 verloopt namelijk de 5 jaarstermijn voor het indienen van deze aangifte.
  • Bundelt u voor zover mogelijk aftrekbare kosten zoals ziektekosten en giften in één bepaald jaar. Zo wordt eerder een aftrekpost behaald en komt de drempel maar één keer in mindering op de uitgaven. Voor giften vervalt de drempel overigens helemaal indien u de gift aan een charitatieve instelling voor 5 jaar vastlegt.

Zakelijk

De verlenging van de eerste schijf in de Vennootschapsbelasting naar € 395.000,– in 2022 wordt in 2023 weer ongedaan gemaakt en beperkt tot € 200.000,–. Daarnaast gaat het tarief in de eerste schijf omhoog van 15% naar 19%. Het tarief in de tweede schijf voor winsten boven € 200.000,– bedraagt 25,8%. Daarnaast wordt het box 2-tarief vanaf 2024 gesplitst in twee schijven. Verder wordt de vrije ruimte voor vergoedingen aan werknemers in 2023 verhoogd.

Index zakelijke fiscale tips:

  • Wijziging vennootschapsbelasting
  • Wijzigingen box 2-tarief
  • Verlaging zelfstandigenaftrek
  • Onbelaste vergoedingen werknemers
  • Aanpassing vrije ruimte
  • Afschaffing doelmatigheidsmarge gebruikelijk loon
  • Beperking lenen dga van eigen BV
  • Verliesverrekening vennootschapsbelasting
  • Wetsvoorstellen voorkoming belastingontwijking internationale ondernemingen
  • UBO-register tijdelijk niet meer publiek toegankelijk
  • Overige belastingtips

Wijzigingen Vennootschapsbelasting

Het tarief in de vennootschapsbelasting wordt dit jaar verhoogd. Daarnaast worden ook de schijven aangepast. Het tarief voor de vennootschapsbelasting was 15% over de eerste € 395.000,– winst en voor winsten boven de € 395.000,– was dit in 2022 25,8%. In 2023 wordt het tarief 19% over de eerste € 200.000,–. Het tarief voor winsten boven de € 200.000,– blijft in 2023 25,8%.

Vennootschapsbelasting2022
Eerste schijf tot € 395.00015%
Tweede schijf vanaf € 395.00025,8%
Vennootschapsbelasting2023
Eerste schijf tot € 200.00019%
Tweede schijf vanaf € 200.00025,8%

Wijzigingen box 2-tarief

Het tarief in box 2 blijft voor 2023 ongewijzigd op 26,9%. Er wordt ingaande 2024 een schijventarief met twee schijven ingevoerd in box 2. Dit betreft inkomsten uit aanmerkelijk belang, zoals dividenden en vermogenswinsten op aandelenbelangen boven de 5%. Het tarief bedraagt in 2024 24,5% voor de eerste € 67.000,– en 31% voor het bedrag daarboven. Aangezien dit per partner geldt, kan bij fiscaal partnerschap in totaal € 134.000,– tegen het lage tarief belast worden. Hieronder volgt een schematische weergave van het nieuwe schijventarief.

Inkomstenbelasting box 22022 en 2023Inkomstenbelasting box 22024
Vast tarief26,90%Eerste schijf tot € 67.00024,5%
Tweede schijf vanaf € 67.00031%

Verlaging zelfstandigenaftrek

De zelfstandigenaftrek wordt vanaf 2020 afgebouwd. Vanaf 2023 wordt dit versneld gedaan. Het plan is om de zelfstandigenaftrek stapsgewijs te verlagen met € 1.280 per jaar, naar € 900,– in 2027. In 2022 was de maximale zelfstandigenaftrek € 6.310,–. In 2023 is de maximale zelfstandigenaftrek € 5.030,–.

Inperking 30%-regeling

De 30%-regeling voor ingekomen werknemers wordt per 1 januari 2024 beperkt tot de WNT-norm(ook bekend als de Balkenende-norm). In 2022 bedraagt deze norm € 216.000 op jaarbasis en in 2023 € 223.000. Er geldt een overgangsregeling voor ingekomen werknemers bij wie de 30%-regeling over het laatste loontijdvak(december) van 2022 is toegepast. De aftopping van de 30%-regeling geld voor hen pas vanaf 1 januari 2026, in plaats van 1 januari 2024. Als u dus van plan was om begin volgend jaar een ingekomen werknemer in dienst te nemen met een salaris boven de WNT-norm, dan heeft de werknemer er in sommige gevallen een aanzienlijk voordeel van als de dienstbetrekking al per 1 december 2022 ingaat. Wij adviseren u graag over de mogelijkheden.

Onbelaste vergoedingen werknemers

Doordat er sinds de coronacrisis veel mensen vanuit thuis werken (en dit de werknemer indirect geld kost; meer energieverbruik, verbruik koffie etc.) is er een onbelaste thuiswerkvergoeding geïntroduceerd. Hierdoor kunnen werkgevers per gewerkte dag of gewerkt dagdeel maximaal € 2,– vergoeden. Per 2023 wordt dit bedrag gecorrigeerd voor inflatie en komt daarmee naar verwachting op € 2,13. De onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,19 wordt verhoogd naar € 0,21. De vergoedingen kunnen niet tegelijkertijd betaald worden; per dag kan of gekozen worden voor uitbetaling van de thuiswerkvergoeding of uitbetaling van de reiskostenvergoeding.

Voor het inrichten van een thuiswerkplek mag een werkgever een onbelaste vergoeding geven. De kosten voor bijvoorbeeld een bureaustoel of computerscherm kan de werkgever via andere gerichte vrijstellingen van de werkkostenregeling vergoeden.

Aanpassing vrije ruimte

In 2022 was het percentage van de vrije ruimte 1,7% over de eerste € 400.000,– van de loonsom en 1,18% daarboven. Wilt u hier nog gebruik van maken? Dan heeft u nog tot en met 31 december 2022 de tijd om bepaalde kosten belastingvrij te vergoeden aan de werknemer. Ook kan een bonus uitbetaald worden onder de vrije ruimte mits dit gebruikelijk is; een bedrag tot € 2.400,– wordt in ieder geval als gebruikelijk gezien. Er geldt voor 2023 een tijdelijke verruiming naar 3% over de eerste € 400.000,– van de loonsom. Dit wordt per 2024 weer verlaagd naar 1,92% van de loonsom tot € 400.000,–

Afschaffing doelmatigheidsmarge gebruikelijk loon

Voor directeur-grootaandeelhouders (>5% aandelenbelang in een BV) geldt de gebruikelijk loonregeling. In 2022 mocht het salaris in principe 25% lager vastgesteld worden dan hetgeen gebruikelijk was voor werknemers die geen dga zijn, ook wel de doelmatigheidsmarge genoemd. Met ingang van 2023 wordt de doelmatigheidsmarge afgeschaft en moet het salaris dus minimaal gelijk zijn aan dat van iemand met het meest vergelijkbare dienstverband. Dat kan voor 2023 dus een aanzienlijke loonsverhoging en extra af te dragen loonheffing tot gevolg hebben voor dga’s.

Beperking lenen dga van eigen BV

De mogelijkheid om te lenen van de eigen BV wordt met ingang van 2023 beperkt, in verband met de inwerkingtreding van de wet excessief lenen bij eigen vennootschap. Als een dga méér dan € 700.000 leent van de eigen BV, wordt het meerdere in box 2 belast (éénmalig). Het eerste peilmoment is 31 december 2023. Eigenwoningschulden tellen niet mee voor de grens van € 700.000, als daarvoor een notariële hypotheekakte is gemaakt (een hypotheekakte is niet nodig voor per 31 december 2022 bestaande eigenwoningschulden). In het geval van hoge leningen of rekening-courantschulden is het van belang om alvast hierop in te spelen en met aflossingen te beginnen, dan wel geld te reserveren voor de belastingafrekening. Er gelden ook specifieke regels bij partnersituaties. Is uw schuld aan de BV hoger dan € 700.000,– of was u dat van plan? Neem contact op met ons kantoor om de mogelijkheden en gevolgen te bespreken.

Verliesverrekening vennootschapsbelasting

Momenteel kunnen bedrijven verliezen verrekenen met winsten uit het voorgaande jaar of de zes opvolgende jaren. Er is geen maximum aan het te verrekenen bedrag. Vanaf 2022 kan tot

€ 1.000.000,– van de winst worden verrekend met verliezen. Daarboven kan slechts worden verrekend met 50% van de winst die de € 1.000.000,–  te boven gaat. Tegenover deze beperking komt de tijdslimiet van 6 jaar te vervallen; verliezen kunnen onbeperkt in de tijd worden verrekend. Voor kleine ondernemingen kunnen de regels dan ook gunstiger uitvallen.

Wetsvoorstellen voorkoming belastingontwijking internationale ondernemingen

Naast de hiervoor genoemde wetsvoorstellen over het Belastingplan zijn o.a. de volgende twee wetsvoorstellen ingediend bij de Tweede Kamer om mismatches en belastingontwijking bij internationale structuren tegen te gaan:

– wetsvoorstel ‘Tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel’: aanpassing van de regels van zakelijke verrekenprijzen tussen internationale concerns om fiscale mismatches te voorkomen. Kortgezegd komt dit wetsvoorstel erop neer dat alleen verlaging van fiscale winst wordt toegestaan als daartegenover een verhoging staat van de buitenlandse belastinggrondslag;

– wetsvoorstel ‘Implementatie belastingplichtmaatregel uit de tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking’: de belastingplicht voor omgekeerde hybride lichamen. Kortgezegd komt dit voorstel erop neer dat het land van vestiging onder bepaalde omstandigheden de kwalificatie volgt van het land waar de participanten zijn gevestigd.

UBO-register tijdelijk niet meer publiek toegankelijk

Onlangs heeft het EU Hof van Justitie bepaald dat dat de bepaling in de Europese antiwitwasrichtlijn, die regelt dat lidstaten moeten zorgen dat een ieder van het algemeen publiek toegang moet krijgen tot UBO-informatie, onvoldoende onderbouwd is en daarmee ongeldig is. Het publiekelijke toegankelijk maken van de informatie van UBO’s vormt volgens het Hof een ernstige inmenging in het recht op privacy. De verplichting dat het UBO-register voor iedereen toegankelijk moet zijn staat dan ook op losse schroeven. In reactie daarop heeft de regering besloten dat in afwachting van de verdere besluitvorming tijdelijk geen informatie uit het UBO-register meer verstrekt wordt door de Kamer van Koophandel.

Het bovenstaande heeft geen gevolgen voor de plicht voor juridische entiteiten om UBO’s te registreren. Sinds 27 september 2020 is het voor (veel) ondernemers verplicht om een UBO in te schrijven in het UBO-register. UBO staat voor Ultimate Beneficial Owner. Dit zijn personen die meer dan 25% van de aandelen bezitten of het economische belang hebben of het feitelijk zeggenschap van de onderneming hebben.

Overige belastingtips

  • Op dit moment verleent de Belastingdienst een betalingskorting als een voorlopige aanslag voor de vennootschapsbelasting die in termijnen betaald mag worden ineens wordt voldaan. Dit wordt echter afgeschaft per 1 januari 2023.
  • Verwacht u dat u over het belastingjaar 2023 belasting moet betalen? Vraag tijdig een voorlopige aanslag aan, hiermee bespaart u belastingrente. De belastingrente is voor IB-ondernemers momenteel 4% en voor BV’s 8%.
  • Indien u voldoende investeringen heeft gedaan om in aanmerking te komen voor de kleinschaligheidsinversteringsaftrek, maar nog niet alle investeringen heeft betaald adviseren wij u deze betalingen nog voor het einde van het jaar te verrichten zodat u voor de kleinschaligheidsinversteringsaftrek in aanmerking komt. U komt in aanmerking voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek wanneer het totaal aan investeringen hoger is dan € 2.400,–.
  • Heeft uw partner dit jaar meegewerkt in de zaak maar nog geen vergoeding ontvangen? Betaal dan een vergoeding uit voor het einde van het jaar. Voor uw partner valt deze vergoeding in box 1. Het tarief is afhankelijk van het totale box 1 inkomen van uw partner.
  • Per 1 januari 2025 wordt de BPM-vrijstelling voor bestelauto’s afgeschaft. De vrijstelling blijft echter van toepassing voor bestelauto’s die voor die datum aangeschaft zijn. Dus als u sowieso al van plan was een bestelauto aan te schaffen voor uw bedrijf dan is voordelig als dit voor 1 januari 2025 plaatsvindt. Overigens blijft de BPM-vrijstelling wel van toepassing op emissieloze bestelauto’s.

Er zijn aanvullende maatregelen bekend gemaakt met betrekking tot het terugbetalen van coronabelastingschulden. Wij verzoeken u contact op te nemen voor nadere toelichting.

“Heel blij en dankbaar ben ik weer dat uw kantoor opnieuw mijn aangifte heeft verzorgd. Het is fijn dat ik weet dat u dit voor mij nog steeds wilt doen.”

– Cliënte sinds 15 jaar  –

“Buitengewoon tevreden met de afwerking van ingewikkelde en zeer diverse belastingzaken en aangiftes in verband met emigratie naar Zweden. Lastige kost voor ons als leken die steeds en zeer snel voor ons in duidelijke taal werd uitgelegd. Kortom; wij zijn zeer tevreden klanten niet op het laatst vanwege de persoonlijke benadering. Hartelijk dank Sander Suurmond. Wij blijven graag nog jarenlang van uw expertise gebruik maken!”

– Artie van Tuijn –

“Dhr. Sander Suurmond stond mij direct te woord n.a.v. een aanvraag voor een internationaal belastingadvies. In een kort telefoongesprek waren een hoop zaken direct helder. Vriendelijkheid, begrip en snelle afhandeling waren erg prettig in mijn situatie en in de toekomst zal ik zeker opnieuw contact opnemen indien nodig.”

– Nederlandse international uit Libanon –

Wie zijn Suurmond Belastingadviseurs

Al vanaf 1986 is internationaal belastingadvies onze focus waarmee wij al onze cliënten graag bijstaan.

Wij voorzien ook in advies bij andere internationale situaties zoals werken in het buitenland, inkeerregeling, M-biljet en remigratie of een tweede huis in het buitenland. De toegevoegde waarde die wij door ons fiscale advies kunnen bieden, vormt voor ons daarbij het speerpunt. Tevens dient niet over het hoofd te worden gezien dat een correcte aangifte problemen in de toekomst voorkomt. Dat bespaart tijd, geld en zorgen. Een hele belasting minder!

suurmond belastingadviseurs internationaal belastingadvies inkeerregeling belastingaangifte emigreren

Contact

J.C. Suurmond & zn. Belastingadviseurs
Zwarte Zee 100
3144 DE Maassluis
+31 (0)10-3033701
belastingadvies@jcsuurmond.nl

Nieuws

Nooit meer belastingtips mislopen? Schrijf u dan in voor onze nieuwsbrief!

Algemene informatie

KvK Handelsregister: 27224918
BTW-nummer: NL 8016.36.668.B.01

Socials