Hoge Raad: het geboden box-3-rechtherstel is onvoldoende
Op donderdag 6 juni, heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het geboden rechtsherstel voor de te veel betaalde box-3-heffing nog steeds in strijd is met het discriminatieverbod en het eigendomsrecht van artikel 1 Eerste Protocol EVRM. Dat geldt niet alleen voor het herstel op basis van de Herstelwet maar ook voor de Overbruggingswet die sinds 1 januari 2023 is ingevoerd. Het herstel moet worden gebaseerd op het werkelijke rendement. Het is aan de belastingplichtige om aan te tonen dat dit werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. Hoe groot dit verschil is, is niet relevant. Daarbij moet het werkelijke rendement en het forfaitaire rendement van alle vermogensbestanddelen gezamenlijk (en dus niet per afzonderlijk vermogensbestanddeel) worden vergeleken, zonder aftrek van het heffingsvrije vermogen.
Volgens de Hoge Raad voldoet het herstel dat spaarders wordt geboden aan de uitgangspunten van het Kerstarrest. Het werkelijke rendement benadert namelijk het forfaitair rendement voor bank- en spaartegoeden. Maar dat geldt niet voor de overige bezittingen. Binnen de groep met overige bezittingen worden succesvolle en minder succesvolle beleggers ongelijk behandeld. Dit doet zich in betekenende mate voor.
Omdat het vermogen als geheel bij het herstel moet worden betrokken, komt het geboden herstel als geheel onvoldoende tegemoet aan het uitgangspunt in het Kerstarrest dat de box-3-heffing moet plaatsvinden over het werkelijke rendement en dit de basis voor het herstel moet zijn.
Werkelijke rendement
De Hoge Raad geeft ook aan hoe het werkelijke rendement moet worden berekend. Het gaat om het nominale rendement, dus zonder rekening te houden met inflatie. Er wordt ook geen rekening gehouden met positieve of negatieve rendementen in andere jaren.
Naast de voordelen die uit vermogensbestanddelen worden getrokken, zoals dividend, huur en rente, vallen ook vermogensveranderingen onder het werkelijke rendement. Met kosten wordt geen rekening gehouden maar wel met rente van schulden in box 3.
Rentevergoeding
Wordt de aanslag verminderd, dan wordt op grond van de Nederlandse fiscale wetgeving geen rente vergoed. Deze regel is niet in strijd met het EVRM, tenzij de wettelijke rente hoger is dan het bedrag van de belastingvermindering in box 3.