In onze praktijk zien wij het regelmatig. Mensen die jarenlang regelmatig in het buitenland verbleven voor (seizoens)werk, bijvoorbeeld in de recreatieve sector, of daar een huisje hebben dat ze ook verhuren. Het geld dat ze daarmee verdienden, hebben ze in het betreffende land op een spaarrekening gezet, ieder jaar een beetje.
Buitenlandse rekening in aangifte
Uiteindelijk staat daar dan toch een behoorlijk bedrag op. Het idee is vaak om dit later te gebruiken als appeltje voor de dorst in Nederland of om op te kunnen nemen als men naar dit land gaat emigreren of langere tijd daar verblijft. In veel gevallen komt het gewoon echt niet in hen op om dit verdiende en gespaarde geld of de buitenlandse woning aan te geven bij de Nederlandse belastingdienst. Groot is de verrassing (lees: teleurstelling) dan ook indien opeens de buitenlandse rekening vermeld staat in de vooraf ingevulde aangifte. Door de steeds intensievere informatie-uitwisseling tussen steeds meer landen, komen deze gegevens beschikbaar voor de Nederlandse belastingdienst.
Voorbeeld
Een voorbeeld is dat van een dame die jarenlang excursies verzorgde in het buitenland. Het geld dat ze daar verdiende, zette zij op een lokale rekening. Zij was reeds met de werkzaamheden gestopt, toen deze rekening recent alsnog opdook in de vooraf ingevulde aangifte. In haar geval geldt dit als box 1 inkomen, omdat het met arbeid is verdiend. Ze geeft aan dat in het betreffende land al inkomstenbelasting is ingehouden, maar er is nauwelijks iets beschikbaar aan salarisstroken etc. waardoor niet te bewijzen valt dat zij daar reeds inkomstenbelasting betaald heeft. Dit betekent dat zij zowel box 3 als box 1 belasting met rente zal moeten betalen, alsmede een boete. Helaas zal er dan niet veel overblijven van het gespaarde geld. In haar geval is het extra schrijnend dat zij in het in het land waar zij excursies verzorgde regelmatig geld schonk aan een weesjongen die zij had leren kennen. De fiscus ziet dit als schenking en er zal dus ook achteraf schenkbelasting moeten worden betaald tegen het hoogste tarief aangezien het niet om eigen familie gaat.
Indien een buitenlandse rekening vermeld staat, valt er maar 1 ding te doen; actief meewerken en zo snel mogelijk openheid van zaken geven. Alhoewel het dan niet echt meer om inkeren gaat (de fiscus is immers reeds op de hoogte van de rekening), wordt medewerking gezien als een reden voor een lagere boete.
Wij adviseren u graag indien u in een dergelijke situatie zit.
Eindejaarstips particulier
De eerder voorgestelde box 3-hervorming is dit jaar weer ingetrokken. Daarvoor in de plaats wordt volgend jaar het heffingsvrij vermogen verhoogd naar € 50.000,– per persoon; om het geheel budgetneutraal te houden, gaat het tarief wel iets omhoog. De overdrachtsbelasting wordt voor starters onder voorwaarden verlaagd van 2% naar 0%; op niet door belastingplichtige zelf bewoonde woningen en overig onroerend goed gaat de heffing juist omhoog van 2% of 6% naar 8%. Ondanks dat de maatregel vooral gepresenteerd is als verlaging, zal deze belasting per saldo hierdoor stijgen.
Index particuliere fiscale tips:
Nieuwe tarieven in de Inkomstenbelasting
Verlaging tarief aftrekposten voor hogere inkomens
Verbetering toeslagen
Wijzigingen overdrachtsbelasting
Besparen in box 3 met een OFGR of BV
Contante giften niet meer aftrekbaar
Wijziging heffingskortingen
(Om)scholing is in 2021 toegankelijker
Eenmalige huurverlaging voor huurders met een laag inkomen en een hoge huur
Levenslooprekening
Maak gebruik van de jaarlijkse vrijstelling voor schenkingen
Overige belastingtips
Nieuwe tarieven in de Inkomstenbelasting
Box 1 – Inkomen uit werk en woning
In 2020 is het tweeschijvenstelsel ingevoerd voor box 1-inkomen zoals loon of een uitkering. Voor 2021 bedraagt het tarief 37,10% voor inkomens tot € 68.507,– en 49,5% voor inkomens boven de € 68.507,–. Voor belastingplichtigen die de AOW-leeftijd hebben bereikt geldt een aangepast tarief van 19,20% voor het inkomen tot ongeveer € 35.000,– aangezien de premieheffing lager is.
Box 2 – Inkomen uit aanmerkelijk belang (bijvoorbeeld een B.V.)
Het tarief voor het inkomen uit aanmerkelijk belang was in 2020 26,25%. Vorig jaar was al bepaald dat dit tarief in 2021 verder zou gaan stijgen naar 26,9%. Voor meer informatie verwijzen wij u door naar het hoofdstuk zakelijk in deze nieuwsbrief.
Box 3 – Voordeel uit sparen en beleggen
In box 3 wordt het vermogen belast op basis van een fictief rendement. Het vorig jaar gepresenteerde plan voor hervorming van box 3 waarbij verschillende tarieven zouden gelden voor spaargeld, overige bezittingen en schulden, is weer ingetrokken door de Staatssecretaris. Er zouden met dit systeem weer andere complicaties ontstaan.
In plaats daarvan wordt wel het heffingsvrij vermogen in 2021 verhoogd van € 30.846,– per persoon naar € 50.000,– per persoon (€ 100.000,– voor fiscaal partners). Hierdoor zullen ten opzichte van 2020 bijna 1 miljoen spaarders geen box 3-belasting meer betalen. Ook dit jaar worden de schijven aangepast.
Schijf 1 loopt in 2021 van € 50.000,– tot € 100.000,– (dit was € 30.849,– tot € 103.643,–). Schijf 2 loopt in 2021 van € 100.000,– tot € 1.000.000,– (dit was € 103.643,– tot € 1.036.418,–). Schijf 3 loopt in 2021 vanaf € 1.000.000,– (dit was € 1.036.418,–).
Om de heffing toch budgetneutraal te houden, wordt het tarief over het fictief rendement in box 3 verhoogd van 30% naar 31%. Dit is de eerste keer sinds 2001 dat het belastingtarief in box 3 omhoog gaat.
Hieronder volgt een schematische weergave van de vermogensrendementsheffing in 2021. Tussen haakjes staan de percentages van 2020 vermeld.
Verlaging tarief aftrekposten voor hogere inkomens
Zoals reeds vorig jaar vermeld wordt het hoogste tarief waartegen nagenoeg alle aftrekposten mag worden afgetrokken geleidelijk afgebouwd. Het kan dan ook voordelig zijn om aftrekbare kosten waar mogelijk naar voren te halen. Belastingplichtigen waarbij het inkomen in de hoogste schijf in box 1 valt zullen geleidelijk minder fiscaal voordeel hebben van deze aftrekposten. In 2021 mogen deze aftrekposten tegen maximaal 43% in aftrek worden gebracht ten opzichte van 46% in 2020.
Dit percentage zal de komende jaren verder worden verlaagd tot het niveau van de eerste schijf, circa 37% in 2023. Het gaat hierbij om de volgende aftrekposten:
Alimentatie
Aftrek van scholingsuitgaven
Aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten
Aftrek van weekenduitgaven voor gehandicapten
Giftenaftrek
Hypotheekrenteaftrek
Ondernemersaftrek (zelfstandigenaftrek, aftrek speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek, startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid, stakingsaftrek)
MKB winstvrijstelling
Terbeschikkingsstellingsvrijstelling
Door deze verlaging leveren de aftrekposten in 2020 meer op dan in 2021 en de volgende jaren. Indien u in 2020 met uw inkomen in de hoogste belastingschijf valt is het derhalve raadzaam om, indien mogelijk, aftrekposten zoals giften of zorgkosten nog voor het eind van het jaar te betalen.
Mede door de kindertoeslagaffaire werkt het kabinet aan de verbetering van het toeslagenstelsel. In het Belastingplan 2021 staan 3 stappen uitgewerkt hoe het kabinet dit wil gaan bereiken. Deze stappen zijn: het verbeteren van de rechtsbescherming, meer menselijke maat en wijziging van het begrip partnerschap.
Zo moeten belastingplichtigen eerder kunnen reageren op een voorgenomen besluit van de Belastingdienst, de Belastingdienst mag toeslagen alleen stopzetten als een burger voldoende kans heeft gekregen om eigen informatie aan te leveren en de Belastingdienst kan straks meer informatie opvragen bij andere partijen. Bedragen kleiner dan € 98,– hoeven vanaf 2021 niet meer terugbetaald te worden. En een eventuele partner wordt straks niet meer meegerekend voor het hele toeslagjaar, maar vanaf de eerste van de maand nadat het partnerschap is ingegaan. Zo worden situaties opgelost waarbij mensen een deel van hun toeslagen moesten terug betalen.
Vanaf het jaar 2021 wordt een startersvrijstelling in het leven geroepen. Kopers tussen de 18 en 35 jaar betalen voor een eigen woning eenmalig geen overdrachtsbelasting. Voorwaarde is dat de kopers zelf in deze woning gaan wonen, niet eerder gebruik hebben gemaakt van de vrijstelling en de woning niet duurder is dan € 400.000,– (wanneer de overdracht na 31 maart 2021 plaats vindt, tussen 1 januari en 31 maart 2021 geldt deze grens niet). De woning hoeft overigens niet de eerste koopwoning te zijn.
Indien één van de kopers 35 jaar of ouder is, dan betaalt deze persoon 2% overdrachtsbelasting over zijn/haar deel van de woning. Het moment van overdracht van de woning is bepalend en niet het moment van het tekenen van de koopovereenkomst.
Vanaf 1 januari 2021 wordt daarnaast de overdrachtsbelasting voor woningen die niet worden aangekocht als zijnde een eigen woning waarin de belastingplichtige zelf woont (bijvoorbeeld een woning die voor de verhuur of als vakantiewoning bestemd is of een woning aangekocht door een ouder voor zijn kind), verhoogd van 2% naar 8%. Ook voor overig onroerend goed, zoals zakelijke panden, gaat het tarief omhoog, namelijk van 6% naar 8%.
Indien u een substantieel vermogen heeft en daarmee in de hogere box 3-schijven belasting betaalt, is het wellicht een optie om een OFGR of BV op te richten om daarmee box 3-heffing te besparen. Indien u het vermogen naar deze entiteit overbrengt, dan wordt dit vermogen belast in de Vennootschapsbelasting en aanmerkelijk belangheffing voor het werkelijke rendement van dit vermogen.
Het voordeel is dat dit vermogen dan niet meer in box 3 belast wordt tegen een (hoog) fictief rendement. Dit biedt vooral een voordeel voor laag renderend vermogen zoals spaarrekeningen. Wij adviseren om eerst de mogelijkheden door te spreken met een adviseur om te zien of dit in uw situatie voordeel oplevert.
U kunt ook besparen op box 3-heffing door het saldo voor de peildatum van 1 januari te verlagen, bijvoorbeeld door uitgaven, hypotheekaflossing, lijfrentestorting of betaling van de zorgverzekering naar voren te halen.
Vanaf het jaar 2021 zijn giften die u contant betaalt aan een ANBI-instelling niet meer fiscaal aftrekbaar. Giften moeten altijd kunnen worden bewezen met onderbouwende stukken (zoals rekeningafschriften). Waar mogelijk verdient het dan ook de voorkeur giften per bank over te maken. Sommige charitatieve instellingen hebben hier al op ingespeeld door bijvoorbeeld de mogelijkheid te bieden van betalen per pin of overmaken via een betaalapp.
Ook dit jaar zijn er weer wijzigingen in de heffingskortingen. De maximale algemene heffingskorting wordt in het jaar 2021 verhoogd van € 2.711,– naar € 2.837,–. Hierdoor neemt het besteedbaar inkomen van mensen met een inkomen tot € 68.507,– iets toe. Lagere inkomens hebben hier meer voordeel bij dan hogere inkomens.
De verhoging van de arbeidskorting die voor het jaar 2022 gepland stond, wordt nu toegepast vanaf het jaar 2021. De arbeidskorting gaat omhoog van € 3.819,– naar € 4.205,–. De inkomensafhankelijke combinatiekorting (voor werkende met kinderen onder de 12 jaar) wordt verlaagd met een bedrag van € 113,–. De ouderenkorting gaat omhoog van € 1.622,– naar maximaal € 1.703,– in 2021.
Werknemers kunnen van hun werkgever een vergoeding krijgen voor de scholingskosten die zij maken. Deze vergoeding is dan vrijgesteld van loonheffing. Dit geldt vanaf 2021 ook voor ex-werknemers. Indien de werknemer uit dienst gaat en er nog scholingsbudget over is, dan mag de ex-werknemer dit na zijn dienstverband gebruiken voor (om)scholing. De bedoeling is hiermee de arbeidsmarktpositie van werknemers te verbeteren.
Eenmalige huurverlaging voor huurders met een laag inkomen en een hoge huur
Vanaf 1 januari 2021 kunnen huurders eenmalig om huurverlaging vragen bij hun woningcorporatie als hun huur te hoog is voor hun inkomen. Hierbij moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Zo moet de maandelijkse huur meer bedragen dan € 619,01 voor een één- of tweepersoonshuishouden of € 663,40 voor een huishouden van drie personen of meer. Daarnaast geldt een maximum jaarinkomen van € 23.225,– bruto per jaar voor een éénpersoonshuishouden en € 31.550,– gezamenlijk bruto per jaar voor een meerpersoonshuishouden.
Per 31 december 2021 eindigt het overgangsrecht om te sparen voor een levensloopuitkering. Indien de levensloop niet voor 1 januari 2022 als loon is uitgekeerd, wordt de waarde van de levensloop belast. Heeft u nog levenslooptegoed? Dan is het goed om te bepalen of u het tegoed in 2020 of 2021 wilt laten uitkeren.
Maak gebruik van de jaarlijkse vrijstelling voor schenkingen
Heeft u dit jaar nog geen gebruik gemaakt van de jaarlijkse vrijstelling voor schenkingen? U heeft nog tot 31 december de tijd om deze schenkingen te verrichten. Let er hierbij op dat het geld uiterlijk op 31 december 2020 moet zijn bijgeschreven op de rekening van de ontvanger. In 2020 geldt een algemene vrijstelling van € 2.208,–. Voor schenkingen aan kinderen is een vrijstelling van € 5.515,– van toepassing. Daarnaast zijn er nog een aantal eenmalige schenkingsvrijstellingen. Heeft u hierover vragen? Wij zijn graag bereid tot een nadere toelichting.
Verwacht u dat u over het belastingjaar 2020 of 2021 belasting moet betalen? Vraag tijdig een voorlopige aanslag aan, hiermee bespaart u belastingrente. U betaalt belastingrente als de aanslag later dan 6 maanden na afloop van het kalenderjaar word opgelegd (1 juli 2021). De belastingrente is minimaal 4%. Om er zeker van te zijn dat de aanslag tijdig wordt opgelegd adviseren wij deze voor 1 april 2021 aan te vragen. De aanslag over het belastingjaar 2020 moet ineens betaald worden. De aanslag over het belastingjaar 2021 mag u in termijnen betalen. Heeft u hierover vragen? Wij zijn u graag van dienst bij het aanvragen van een voorlopige aanslag.
Indien u verwacht nog een teruggave te ontvangen voor het jaar 2015, dient voor 31 december 2020 een aangifte Inkomstenbelasting over dit jaar ingediend te worden. In 2021 vervalt namelijk de 5 jaars-termijn voor het indienen van deze aangifte.
Bundelt u voor zover mogelijk aftrekbare kosten zoals ziektekosten en giften in één bepaald jaar. Zo wordt eerder een aftrekpost behaald en komt de drempel maar één keer in mindering op de uitgaven. Voor giften vervalt de drempel overigens helemaal indien u de gift aan een charitatieve instelling voor 5 jaar vastlegt. Daarnaast geldt voor giften aan een culturele instelling een verhoging van 25% (tot maximaal € 1.250,– extra).
Wacht niet tot 31 december met het overmaken van bedragen. De datum waarop u de bedragen overmaakt is niet altijd de datum waarop het bedrag door de bank wordt overgeboekt. Weliswaar zijn veel banken vorig jaar overgestapt naar een systeem waarbij dit wel het geval is, maar dat geldt nog niet voor alle banken. Wij adviseren dan ook om de bedragen een aantal dagen voor de 31ste over te maken.
Indien u niet aan de voorwaarden voor fiscaal partnerschap voldoet, maar wel samenwoont en u wilt voor 2020 wel als fiscaal partners worden behandeld om zo optimaal van de voordelen van het fiscaal partnerschap te profiteren, dan heeft u nog t/m 31 december om dit te regelen. U kunt hiervoor een samenlevingscontract bij de notaris afsluiten.
Heeft u in 2018 een schenking gekregen en toen gebruik gemaakt van de eenmalig verhoogde vrijstelling van de woning? Dan heeft u nog tot en met het einde van dit jaar de tijd om dit geld te besteden aan uw eigen woning (aanschaf, verbouwing of aflossing van de hypotheek). Doet u dit niet? Dan zal er alsnog schenkbelasting moeten worden betaald over het bedrag dat niet aan de eigen woning is besteed.
Heeft u in 2020 zonnepanelen laten plaatsen en de BTW nog niet teruggevraagd? U heeft uiterlijk tot en met 30 juni 2021 de tijd om de BTW terug te vragen.
Op zakelijk gebied, gaat de geplande verlaging van de hoogste schijf in de Vennootschapsbelasting niet door. Om dit enigszins te compenseren komt er een investeringskorting (BIK) voor het MKB. Eén en ander is bedoeld om de investeringen in deze crisistijd op peil te houden. Verder zijn er maatregelen gepland om gunstige belastingstructuren voor multinationals tegen te gaan; voor wat betreft de verliesverrekening kunnen echter alle bedrijven, ook die zonder internationale belangen, hiervan de effecten merken.
De uitgebreide steunmaatregelen aan het bedrijfsleven in het kader van de coronacrisis worden grotendeels tot 1 juli 2021 doorgezet. Er zal afgewacht moeten worden wat een volgend kabinet na de verkiezingen in maart volgend jaar voor nieuwe plannen zal presenteren.
Index zakelijke fiscale tips:
Wijziging box 2 en vennootschapsbelasting
Investeringskorting
Aanpassing verliesverrekening en internationale transacties
Verlaging zelfstandigenaftrek
Aanpassing vrije ruimte
Bijtelling elektrische auto
Betalingskorting vennootschapsbelasting
Verhoging van het tarief van de innovatie box
Corona-maatregelen
Overige belastingtips
Wijziging box 2 en vennootschapsbelasting
Zoals reeds vorig jaar is aangekondigd wordt het tarief voor de vennootschapsbelasting de komende jaren verlaagd. Daarnaast worden ook de schijven aangepast. Het tarief voor de vennootschapsbelasting was 16,5% over de eerste € 200.000,– winst en voor winsten boven de € 200.000,– was dit in 2020 25%. In 2021 wordt het tarief 15% over de eerste € 245.000,–. Het tarief voor winsten boven de € 245.000,– blijft 25%.
In 2022 zullen de schijven wederom aangepast worden en zal de eerste schijf verhoogd worden naar € 395.000,–. Vorig jaar was beloofd dat het hoge vpb-tarief van 25% ook verder verlaagd zou gaan worden. Dit gaat echter niet door. De opbrengst hiervan zal de overheid gebruiken voor de financiering van de coronamaatregelen en een regeling die ondernemers stimuleert om te investeren.
Het tarief voor box 2 wordt aangepast zoals gepland. Dit betreft inkomsten uit aanmerkelijk belang, zoals dividenden en vermogenswinsten op aandelenbelangen boven de 5%. Het huidige tarief van 26,25% wordt in 2021 verhoogd naar 26,9%. Indien u als directeur-grootaandeelhouder overweegt om dividenden uit te keren, is dit het meest gunstig nog voor het einde van het jaar zodat u profiteert van het lagere tarief.
Er wordt een nieuwe investeringskorting in het leven geroepen; de BIK (Baangerelateerde Investeringskorting). Deze regeling moet ervoor zorgen dat ondernemers ook in tijden van crisis blijven investeren in nieuwe bedrijfsmiddelen. Bedrijven kunnen de investeringskorting verrekenen met de af te dragen loonbelasting.
De regeling geldt voor nieuwe investeringen die gedaan worden vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022. Er is een ondergrens van € 1.500,– per bedrijfsmiddel en € 20.000,– per aanvraag van toepassing. Er mogen maximaal 4 aanvragen per jaar gedaan worden. De investeringen moeten in 2021 of 2022 volledig betaald zijn en binnen 6 maanden na volledige betaling in gebruik genomen zijn. Bij grote investeringen in een jaar is de korting tot € 5.000.000,– 3,9%, daarboven geldt een korting van 1,8%.
Aanpassing verliesverrekening en internationale transacties
Het kabinet wil multinationals eerlijker gaan belasten. Op dit moment kan het voorkomen dat bedrijven die in Nederland winst maken, hier in Nederland geen belasting over hoeven af te dragen doordat zij verliezen of bepaalde aftrekposten kunnen verrekenen. Het kabinet gaat dit probleem door middel van twee maatregelen aanpakken die overigens ook voor andere ondernemingen dan multinationals van toepassing kunnen zijn.
De eerste maatregel is het beperken van verliezen. Momenteel kunnen bedrijven verliezen verrekenen met winsten uit het voorgaande jaar of de zes opvolgende jaren. Er is geen maximum aan het te verrekenen bedrag. Vanaf 2022 kan tot € 1.000.000,– van de winst worden verrekend met verliezen. Daarboven kan slechts worden verrekend met 50% van de winst die de € 1.000.000,– te boven gaat. Daarnaast komt de tijdslimiet van 6 jaar te vervallen; verliezen kunnen onbeperkt in de tijd worden verrekend. Helaas geldt de beperking voor alle Nederlandse ondernemingen, ongeacht of deze verliezen uit het buitenland afkomstig zijn. Voor kleine ondernemingen kan de langere mogelijkheid van verliesverrekening overigens juist wel een voordeel vormen.
De tweede maatregel is dat informeel-kapitaalstructuren worden aangepakt. In de huidige situatie kan het voorkomen dat bij een internationale transactie een bedrijf in Nederland wel de kosten kan aftrekken, maar in het andere land geen belasting betaalt over de corresponderende opbrengst. Per 2022 mogen er geen kosten van de winst in Nederland meer in aftrek worden gebracht als bij de andere partij geen of een lager bedrag dan de zakelijke prijs in de fiscale grondslag wordt betrokken.
Zoals reeds vorig jaar aangekondigd werd vanaf 2020 de zelfstandigenaftrek afgebouwd. Het plan was om deze in negen jaar te verlagen naar € 5.000,–. Nu wordt de zelfstandigenaftrek verder verlaagd naar € 3.240,– in 2036. In 2020 was de maximale zelfstandigenaftrek € 7.030,–. In 2021 is de maximale zelfstandigenaftrek € 6.670,–.
De ondernemer zal voor de verlaging van de zelfstandigenaftrek worden gecompenseerd door de verhoging van de arbeidskorting en de verlaging van het basistarief van de inkomstenbelasting naar 37,10%. Op termijn zullen zelfstandigen meer belasting betalen door de verdere daling van de zelfstandigenaftrek.
De vrije ruimte is in verband met de coronasteunmaatregelen tijdelijk verhoogd van 1,7% naar 3% over de eerste € 400.000,– van de loonsom. Dit is echter een tijdelijke maatregel die alleen voor het belastingjaar 2020 geldt. Wilt u hier nog gebruik van maken? Dan heeft u nog tot en met 31 december 2020 de tijd om bepaalde kosten belastingvrij te vergoeden aan de werknemer. Ook kan een bonus uitbetaald worden onder de vrije ruimte mits dit gebruikelijk is (mede afhankelijk van de hoogte van de bonus). In 2021 blijft de vrije ruimte 1,7% over de eerste € 400.000,– van de loonsom. Over het meerdere geldt een verlaging van het percentage naar 1,18%. Dit was 1,2% in 2020.
Zoals reeds vorig jaar aangekondigd wordt de bijtelling voor het privégebruik van elektrische auto’s verder verhoogd. In 2021 wordt de bijtelling verhoogd naar 12% over de eerste € 40.000,– (dit was 8% over de eerste € 45.000,–) en 22% over het meerdere. In 2022 wordt de bijtelling over de eerste € 40.000,– verhoogd naar 16% en 17% in 2025. Een uitzondering op deze regeling zijn de zonnecelauto’s. De maximale cataloguswaarde geldt niet voor deze auto’s.
Op dit moment verleent de Belastingdienst een betalingskorting als een voorlopige aanslag voor de vennootschapsbelasting die in termijnen betaald mag worden ineens wordt voldaan. Vanaf 2021 wordt deze betalingskorting afgeschaft. Volgens de regering is dit om misbruik tegen te gaan.
Wanneer een bedrijf winst maakt met bepaalde vernieuwende activiteiten, hoeven zij over deze winst minder vennootschapsbelasting te betalen door toepassing van de innovatie box. Het effectieve tarief van deze innovatie box stijgt van 7% naar 9%.
Het kabinet heeft dit jaar veel corona-maatregelen in het leven geroepen. Een aantal van deze maatregelen zijn verlengd of zijn wettelijk vastgelegd. De belangrijkste maatregelen uit het derde steunpakket zoals de NOW, TVL en Tozo zijn verlengd tot 1 juli 2021. De NOW (Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid) voorziet in een tegemoetkoming in de loonkosten bij een omzetverlies van minimaal 20% om zoveel mogelijk werkgelegenheid te behouden.
De Tegemoetkoming Vaste Lasten, oftewel TVL, helpt MKB-bedrijven bij het betalen van een deel van hun vaste lasten. De tegemoetkoming van minimaal € 750,– en maximaal € 90.000,– is voor bedrijven die meer dan 30% van hun omzet hebben verloren als gevolg van de coronacrisis. De Tozo (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers) is een tegemoetkoming in het levensonderhoud voor zelfstandigen. De inkomsten worden hiermee aangevuld tot het sociaal minimum. De regelingen hebben verschillende deadlines en dienen bij verschillende instanties aangevraagd te worden. U vindt hierover meer informatie op de website van de Rijksoverheid of KvK.nl.
Verder heeft de Belastingdienst ook mogelijkheid geboden voor uitstel van betaling. Het bijzondere uitstel van betaling eindigt uiterlijk op 1 januari 2021. Bij de eerstvolgende aangifte zal de belasting weer binnen de gewone termijn betaald moeten worden. Voor de uitstaande belastingschuld geldt een maximale termijn van afbetaling van 3 jaar.
Een overzicht van de diverse maatregelen vindt u hieronder (bron rijksoverheid.nl). Voor meer informatie verwijzen wij u naar:
Heeft u veel spaargeld en een eigen B.V.? U kunt overwegen om dit spaargeld door middel van een agiostorting voor het einde van het jaar in de B.V. te storten. Indien de storting voor het einde van het jaar wordt gedaan, hoeft u over dat bedrag in 2021 geen box 3-heffing meer te betalen. Het is wel belangrijk dat u op de hoogte bent van de voorwaarden en gevolgen.
Heeft u een eenmanszaak of vof? Indien u het werkkapitaal in de onderneming op peil houdt, kunt u wellicht box 3-heffing besparen. Indien u bijvoorbeeld met een grote privé-opname wacht tot na 1 januari, behoeft u over dat bedrag geen box 3-heffing te betalen. Het is wel van belang dat het saldo op de ondernemersrekening niet zo hoog is dat de bedragen als overtollig voor de bedrijfsvoering gezien gaan worden. Wanneer u van plan bent om in de toekomst grote uitgaven voor de onderneming te doen en derhalve hier nu al geld voor wilt reserveren, is dit wel een reden om meer vermogen in de onderneming aan te houden dan gebruikelijk.
Verwacht u dat u over het belastingjaar 2020 of 2021 belasting moet betalen? Vraag tijdig een voorlopige aanslag aan, hiermee bespaart u belastingrente. De belastingrente is voor IB-ondernemers momenteel 4%. Voor de vennootschapsbelasting bedraagt dit percentage normaliter 8%, maar dit is verlaagd naar 4% in verband met de Corona crisis. Deze maatregel is verlengd tot 31 december 2021 (zie het hoofdstuk corona-maatregelen).
Komt u erachter dat u enkele posten vergeten bent mee te nemen in uw BTW aangifte? Doe dan een suppletie aangifte. Dit kan u doen voor dit jaar of voor de afgelopen 5 jaar. Gaat het om te ontvangen of af te dragen BTW van € 1.000,– of minder, dan mag dit worden meegenomen in de eerstvolgende BTW aangifte. U hoeft hier dan geen aparte suppletie aangifte voor in te dienen.
Rijdt u in een auto van de zaak en gebruikt u deze auto privé? Dan moet er in de laatste BTW aangifte (in te dienen in januari 2021) een correctie worden toegepast voor het privégebruik. Dat mag op basis van het werkelijk gebruik of op basis van een forfait. Heeft u hier vragen over? Wij zijn u graag van dienst.
Gebruikt u als DGA computers, laptops, tablets of mobiele telefoons voor uw werkzaamheden? Deze kunnen belastingvrij worden verstrekt.
Zoals reeds aangegeven worden de tarieven van de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting en het belastingtarief in box 2 aangepast. Dit biedt interessante planningsmogelijkheden voor bijvoorbeeld de keuze tussen het uitkeren van loon of dividend. Wij kijken graag met u mee naar de mogelijkheden.
Internationale woon-werksituaties kunnen erg complex zijn. Zeker als u en uw partner zich moeten splitsen. Bijvoorbeeld indien u gaat werken en wonen in het buitenland, maar uw partner en eventuele kinderen blijven in Nederland wonen. Voor u lijkt het misschien logisch dat u zich uit Nederland uitschrijft indien u zelf naar het buitenland verhuist. Maar voor de fiscus is dat niet altijd logisch. Die ziet u als belastingplichtig in het land waar uw levenscentrum zich bevindt; een soort van ‘home is where the heart is’. En in de meeste gevallen is dat het land waarin uw partner woont, zeker indien u ook nog kinderen heeft die in Nederland naar school gaan, sporten etc. Dit kan behoorlijke fiscale gevolgen hebben, zeker indien u ook de vermogensredementheffing moet betalen.
Win advies in voor u zich uitschrijft
Vaak schrijft men zich vanzelfsprekend uit op het moment dat men in het buitenland gaat wonen en rekent dan al op het soms voordeligere belastingtarief dat daar geldt. Het is echter zeer aan te raden om fiscaal advies in te winnen voordat uw internationale woon-/werksituatie van start gaat. Zoals onderstaande persoon deed:
“Ik ga per 1 februari 2021 in de VAE werken. Ik zal nog wel regelmatig in Nederland zijn voor meetings, maar ga wonen in de VAE. Mijn partner werkt in Nederland en mijn kinderen gaan hier nog naar school. Zij blijven dan ook in Nederland wonen. Ik ben voornemens mij uit Nederland uit te schrijven, maar wil toch zeker weten of mijn inkomen in de VAE belastbaar is in Nederland.”
In dit geval konden wij deze persoon op tijd mededelen dat zijn banden met Nederland ook na december 2020 sterk zijn en dat dit zou kunnen betekenen dat de belastingdienst Nederland als het woonland/levenscentrum blijft zien. Het verdrag tussen de VAE en Nederland en wellicht verdere besluiten i.c. zullen bepalen hoe de belasting in Nederland wordt berekend.
In veel gevallen kunnen wij echter iemand hier pas op wijzen -soms jaren- nadat men zich gewoon heeft uitgeschreven, uitgaande van een belastingplicht in het buitenland. Zoals ook in onderstaande situatie:
“Ik woon en werk vanaf 2010 in Qatar, maar wil in 2021 gaan remigreren naar Nederland. Mijn partner en kinderen wonen sinds 2017 weer in Nederland in verband met studies. We hebben samen een eigen huis zonder hypotheek en ik heb spaargeld en pensioen opgebouwd in Qatar. Ik wil weten wat er gebeurt wat betreft belastingplicht indien ik weer in Nederland kom wonen.”
In dit geval is de kans groot dat de belastingdienst de situatie van deze persoon (nog) niet nader heeft beoordeelt. Terwijl er in feite al sprake is van belastingplicht in Nederland sinds partner en kinderen weer in Nederland kwamen wonen, omdat het levenscentrum vanaf toen in Nederland was. Wanneer de fiscus de situatie alsnog beoordeelt, zal met terugwerkende kracht in Nederland belasting verschuldigd zijn, ook over het opgebouwde vermogen en de eigen woning.
Scheiding van tafel en bed
In sommige gevallen is sprake van scheiding van tafel en bed; maar dit is lang niet altijd het geval. De fiscus gaat hier niet altijd in mee en gaat vaak uit van een levenscentrum in Nederland als partner en kinderen daar wonen. Met een juiste presentatie en goede voorbereiding kan een en ander zo voordelig mogelijk worden vormgegeven. Elke situatie moet beoordeelt worden op basis van de feiten.
Zit u in een dergelijke situatie? Neem contact op voor fiscaal advies.
Algemeen
1. Nieuwe tarieven in de Inkomstenbelasting
Box 1 – Inkomen uit werk en woning Zoals reeds vorig jaar werd aangekondigd wordt het huidige vier tariefstelsel terug gebracht tot een twee schijvenstelsel. In het vorige belastingplan werd aangegeven dat het tweeschijvenstelsel in 2021 werd ingevoerd. Echter wordt het tweeschijvenstelsel per 2020 versneld ingevoerd. Er komt een basistarief van 37,35% voor inkomens tot € 68.507,– en een toptarief van 49,5% voor inkomens boven de € 68.507,–. Voor belastingplichtigen die de AOW-leeftijd hebben bereikt gelden aangepaste tarieven en wordt het een drieschijvenstelsel.
Box 2 – Inkomen uit aanmerkelijk belang (bijvoorbeeld een B.V.) Het tarief voor box 2 wordt verhoogd naar 26,25% in 2020. Voor meer informatie verwijzen wij u door naar het hoofdstuk zakelijk in deze nieuwsbrief.
Box 3 – Voordeel uit sparen en beleggen Het heffingsvrij vermogen wordt in 2020 verhoogd van € 30.360,– per persoon naar € 30.846,– per persoon (€ 61.692,– voor fiscaal partners). Daarnaast worden wederom de schijven iets aangepast.
Het effectieve belastingtarief wordt in de eerste schijf verlaagd van 0,58% naar 0,54%, in de tweede schijf van 1,34% naar 1,27% en in de derde schijf van 1,68% naar 1,60 %. Hieronder volgt een schematische weergave van de vermogensrendementsheffing in 2020. Tussen haakjes staan de percentages van 2019 vermeld.
2. Plan box 3-hervorming 2022
Daarnaast heeft het kabinet bekend gemaakt dat zij de box 3-heffing meer wil laten aansluiten bij het werkelijke rendement. Rond de zomer van 2020 wordt een nieuw wetsvoorstel verwacht. De verwachting is dat vanaf 2022 de werkelijke verhouding tussen spaargeld, beleggingen en schulden als uitgangspunt gaat gelden voor de box 3-heffing. Het forfaitaire rendement hierover (bijv. 0,09% over spaargeld en 5,33% over beleggingen) wordt belast tegen een verhoogd tarief van 33%. Omdat er op dit moment een zeer lage spaarrente is, zal dit plan ervoor zorgen dat er effectief geen box 3-heffing meer zal worden geheven over circa € 440.000,– aan spaartegoeden per persoon (€ 880.000,– voor fiscaal partners). Deze nieuwe regeling zal voor personen met alleen spaargeld gunstiger uitvallen. Belastingplichtigen met veel overig vermogen (zoals aandelen, maar ook onroerend goed) worden juist zwaarder belast in dit nieuwe voorstel. Het ministerie van financiën heeft een overzicht gepubliceerd van het voorlopige voorstel.
Hieronder leggen we uit hoe de nieuwe regeling in zijn werk gaat: 1. Indien de bezittingen tezamen (zonder schulden) op 1 januari hoger zijn dan de drempel van € 30.846,– is er sprake van box 3-heffing. Indien de bezittingen onder deze drempel blijven is er geen sprake van box 3-heffing.
2. Indien er sprake is van box 3-heffing, moet het totale vermogen verdeeld worden in drie categorieën: spaargeld, beleggingen (alle overige bezittingen) en schulden. Aan de hand van de forfaitair vastgestelde rendementen per categorie wordt het inkomen uit deze bezittingen vastgesteld. In het voorlopige voorstel is dit forfaitaire rendement 0,09 % voor spaargeld, 5,33% voor beleggingen en 3,03% voor schulden.
3. Vervolgens worden het forfaitaire inkomen uit spaargeld en beleggingen bij elkaar opgeteld. Het forfaitaire rendement over de schulden moet hiervan af gehaald worden. Dit levert uiteindelijk het totale inkomen op.
4. Over dit totale inkomen wordt vervolgens nog een vrijstelling verleend, het zogenaamde heffingsvrije inkomen. Dit heffingsvrije inkomen is voorlopig vastgesteld op € 400,–. Het restant van het inkomen wordt vervolgens belast tegen 33%.
3. Wijziging heffingskortingen
De maximale algemene heffingskorting wordt in het jaar 2020 verhoogd en bouwt voor een inkomen van € 20.711,– en hoger stapsgewijs sneller af. In 2019 was de maximale algemene heffingskorting € 2.477,–. In 2020 wordt deze heffingskorting verhoogd naar € 2.711,– en in 2021 naar € 2.801,–. Ook de arbeidskorting wordt vanaf 2020 verhoogd. Dit gebeurt in drie stappen. Deze heffingskorting bedroeg in 2019 € 3.399,– en in 2020 € 3.819,–.
4. Verlaging tarief aftrekposten voor hogere inkomens
Zoals reeds vorig jaar vermeld wordt het tarief waartegen een aantal aftrekposten mag worden afgetrokken geleidelijk afgebouwd. Belastingplichtigen waarbij het inkomen in de hoogste schijf valt zullen geleidelijk minder fiscaal voordeel hebben van deze aftrekposten. In 2020 mogen deze aftrekposten tegen maximaal 46% in aftrek worden gebracht. Dit percentage zal de komende jaren verder worden verlaagd tot het niveau van de eerste schijf, circa 37% in 2023. Het gaat hierbij om de volgende aftrekposten:
Alimentatie
Aftrek van scholingsuitgaven
Aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten
Aftrek van weekenduitgaven voor gehandicapten
Giftenaftrek
Ondernemersaftrek (zelfstandigenaftrek, aftrek speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek, startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid, stakingsaftrek)
MKB winstvrijstelling
Terbeschikkingsstellingsvrijstelling
Door deze verlaging leveren de aftrekposten in 2019 meer op dan in 2020 en de volgende jaren. Indien u in 2019 met uw inkomen in de hoogste belastingschijf valt is het derhalve raadzaam om, indien mogelijk, aftrekposten zoals giften of zorgkosten naar voren te halen.
5. Wijzigingen eigen woning
Zoals reeds vorig jaar aangekondigd wordt het tarief waartegen de hypotheekrente mag worden afgetrokken ook verder verlaagd. Het percentage wordt verlaagd naar 46%. Dit percentage wordt de komende jaren verder verlaagd tot circa 37% in 2023.
U kunt uw hypotheekverstrekker vragen of het mogelijk is om de hypotheekrente vooruit te betalen om zo dit jaar nog een hogere aftrek van de hypotheekrente te krijgen. Banken mogen echter het vooruitbetalen van de hypotheekrente weigeren. Let hierbij op dat u alleen de rente die betrekking heeft op de periode tot en met 30 juni 2020 vooruit kan betalen. Als u meer vooruit betaalt, wordt de aftrek alsnog beperkt tot de rente die u tot eind 2019 verschuldigd was. Bovendien levert dit een box 3 besparing voor het belastingjaar 2020 op.
Het eigenwoningforfait voor woningen met een waarde tussen de € 75.000,– en € 1.080.000,– wordt in 2020 verlaagd naar 0,6%. Het eigenwoningforfait wordt verder verlaagd naar 0,45% in 2023. Voor woningen boven de € 1.080.000,– blijft het eigenwoningforfait 2,35%, voor zover de waarde hoger is dan € 1.080.000,–.
Het kabinet is van plan om de aftrekpost voor de scholingsuitgaven te wijzigen in een subsidieregeling. Deze subsidieregeling STAP-budget zal waarschijnlijk per 2021 worden ingevoerd. Er is nog geen besluit genomen over de definitieve ingangsdatum. Indien u overweegt om een studie te gaan volgen ‘met het oog op het verwerven van inkomen’, dan is het wellicht verstandig om dat in 2019 of 2020 te doen. Indien mogelijk adviseren wij de studiekosten niet in termijnen verspreid over 2 jaar te betalen, maar in één jaar zodat het recht op aftrek blijft bestaan.
7. Fiets van de zaak
Zoals al eerder aangekondigd wordt het vanaf 2020 aantrekkelijker gemaakt om een fiets van de zaak aan te schaffen. Het bijtellingspercentage van de fiets wordt vastgesteld op 7% van de consumentenadviesprijs van de fiets. Met de huidige regeling moet er precies worden bijgehouden hoeveel kilometers er privé en hoeveel kilometers er zakelijk gereden worden. Met de invoering van de forfaitaire bijtelling is dit verleden tijd. Een fiets van de zaak kan naast een auto van de zaak ter beschikking worden gesteld.
8. Inkeerregeling
Met de huidige inkeerregeling is het nog mogelijk om boetevrij in te keren binnen 2 jaar na het onjuist indienen van een aangifte Inkomstenbelasting. Een uitzondering hierop is box 3 inkomen dat in het buitenland is opgekomen. Met ingang vanaf 2020 is het ook niet meer mogelijk om boetevrij in te keren over inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) en inkomen dat in het binnenland is opgekomen (box 3). Feitelijk is hiermee de inkeerregeling alleen nog van toepassing op box 1-inkomen. Heeft u buitenlands of binnenlands vermogen dat niet correct is aangegeven in de aangiften, dan adviseren wij u dit te melden bij de Belastingdienst. Indien u inkomen uit aanmerkelijk belang of box 3 inkomen dat in het binnenland is opgekomen heeft, dan adviseren wij u de melding nog in 2019 te doen. Wij zijn u hierbij graag van dienst.
9. Communicatie met de Belastingdienst – de blauwe envelop
Per 2020 zal de Belastingdienst u als belastingplichtige de keuze voorleggen of u uw post van de Belastingdienst in de brievenbus (blauwe envelop) of digitaal via de berichtenbox op MijnOverheid wilt ontvangen. Indien u geen keuze maakt, blijft de huidige situatie ongewijzigd en blijft u de correspondentie zowel per post als digitaal ontvangen. In geval van een correspondentie-adresregeling met ons kantoor adviseren wij u om niet de keuze voor alleen digitaal te maken zodat ons kantoor de papieren versie blijft ontvangen ter controle en afhandeling van uw belastingzaken.
10. Maak gebruik van de jaarlijkse vrijstelling voor schenkingen
Heeft u dit jaar nog geen gebruik gemaakt van de jaarlijkse vrijstelling voor schenkingen? U heeft nog tot 31 december de tijd om deze schenkingen te verrichten. In 2019 geldt een algemene vrijstelling van € 2.174,–. Voor schenkingen aan kinderen is een vrijstelling van € 5.428,– van toepassing. Daarnaast zijn er nog een aantal eenmalige schenkingsvrijstellingen. Heeft u hierover vragen? Wij zijn graag bereid tot een nadere toelichting.
11. Bespaartips box 3
De peildatum voor het belaste box 3-vermogen is 1 januari. Om uw vermogen per 1 januari te verlagen volgen hierbij een aantal tips.
Indien u een eigen B.V. heeft kunt u overwegen om nog vóór het eind van het jaar een bedrag over te maken naar de B.V. door middel van een agiostorting. Het is wel belangrijk dat u aan de (simpele) formaliteiten voldoet. Heeft u nog geen B.V. dan is het wellicht mogelijk om hiervoor een B.V. of OFGR op te richten. Wij adviseren om eerst de mogelijkheden door te spreken met een adviseur om te zien of dit in uw situatie een voordeel oplevert.
Bent u van plan om binnenkort grote uitgaven te doen? Zoals bijvoorbeeld de aankoop van een auto, een verbouwing aan een woning of consumptieve goederen. Dan is het wellicht verstandig om de aankoop voor 1 januari te doen. Zo verlaagt u uw totale vermogen.
Het kan voordelig zijn om kleine schulden (tezamen lager dan de drempel van € 3.000,– per belastingplichtige) voor 1 januari af te lossen. Zo wordt het box 3 inkomen verlaagd en wordt bovendien verdere rente op deze leningen vermeden. Rente op persoonlijke consumptieve leningen is meestal hoog en deze rente is fiscaal niet aftrekbaar.
Stort geld in een lijfrente of bankspaarproduct. Geld dat gestort is een lijfrente is niet meer belast in box 3. Een storting is met name bij een pensioentekort het overwegen waard. Hier zijn wel voorwaarden aan verbonden.
U kunt overwegen om in te stappen in groene beleggingen. Beleggen in erkende groenfondsen levert belastingvoordeel op. Zo was in 2019 de vrijstelling voor groene beleggingen € 58.540,–.
Indien u dit jaar nog geen schenkingen heeft gedaan, kunt u overwegen deze alsnog voor 31 december te doen.
12. Overige belastingtips
Verwacht u dat u over het belastingjaar 2019 belasting moet betalen? Vraag tijdig een voorlopige aanslag aan, hiermee bespaart u belastingrente. U betaalt belastingrente als de aanslag later dan 6 maanden na afloop van het kalenderjaar word opgelegd (1 juli 2020). De belastingrente is minimaal 4%. Om er zeker van te zijn dat de aanslag tijdig wordt opgelegd adviseren wij deze voor 1 april 2020 aan te vragen. De aanslag over het belastingjaar 2019 moet ineens betaald worden. Wij zijn u graag van dienst bij het aanvragen van een voorlopige aanslag.
Indien u verwacht nog een teruggave te ontvangen voor het jaar 2014, dient voor het eind van het jaar een aangifte Inkomstenbelasting over dit jaar ingediend te worden. In 2020 vervalt namelijk de 5 jaars-termijn voor het indienen van deze aangifte.
Bundelt u voor zover mogelijk aftrekbare kosten zoals ziektekosten en giften in één bepaald jaar. Zo wordt eerder een aftrekpost behaald en komt de drempel maar één keer in mindering op de uitgaven. Voor giften vervalt de drempel overigens helemaal indien u de gift aan een charitatieve instelling voor 5 jaar vastlegt.
Wacht niet tot 31 december met het overmaken van bedragen. De datum waarop u de bedragen overmaakt is niet altijd de datum waarop het bedrag door de bank wordt overgeboekt. Weliswaar zijn veel banken in 2019 overgestapt naar een systeem waarbij dit wel het geval is, maar dat geldt nog niet voor alle banken. Wij adviseren dan ook om de bedragen een aantal dagen voor de 31ste over te maken.
Zakelijk
1. Wijziging box 2 en vennootschapsbelasting
Het tarief voor de vennootschapsbelasting wordt in de komende jaren verlaagd. Het tarief over de eerste € 200.000,– winst daalt naar 16,5% procent in 2020. Per 1 januari 2021 zal dit tarief dalen naar 15%. Het tarief voor winsten boven de € 200.000,– blijft echter 25%. Dit terwijl vorig jaar is bepaald dat het toptarief zou dalen naar 22,5%. Per 1 januari 2021 zal het tarief voor winsten vanaf € 200.000,– wel dalen naar 21,7% (20,5% was beloofd).
Het tarief voor box 2 wordt aangepast zoals gepland. Dit betreft inkomsten uit aanmerkelijk belang, zoals dividenden en vermogenswinsten op aandelenbelangen boven de 5%. Het huidige tarief van 25% wordt in 2020 verhoogd naar 26,25%. In 2021 wordt het verder verhoogd naar 26,9%. Indien u als directeur-grootaandeelhouder overweegt om dividenden uit te keren, is dit het meest gunstig nog voor het einde van het jaar.
Door de verlaging van het Vennootschapsbelastingtarief uit te stellen en het box 2-tarief wel te verhogen, wordt de belastingdruk in de tweede schijf hoger. Al met al dalen de tarieven echter wel de komende jaren. In combinatie met verlaging van het tarief van de ondernemersfaciliteiten in de Inkomstenbelasting, zal het voor ondernemers met een eenmanszaak wellicht interessant kunnen zijn om naar de BV-optie te kijken.
2. Verlaging zelfstandigenaftrek
Vanaf 2020 wordt de zelfstandigenaftrek in negen jaar afgebouwd naar € 5.000,–. Dit betreft acht stappen van € 250,– en één stap van € 280,–. In 2020 zal de zelfstandigenaftrek worden verlaagd van € 7.280,– naar € 7.030,–.
3. Verlaging aftrekposten
De eerder genoemde verlaging van aftrekposten (zie particulieren) geld ook voor IB-ondernemers. IB-ondernemers waarbij het inkomen in de hoogste inkomensschijf valt zullen geleidelijk minder fiscaal voordeel hebben van deze aftrekposten. In 2020 mogen deze aftrekposten tegen maximaal 46% in aftrek worden gebracht. Dit percentage zal de komende jaren verder worden verlaagd tot circa 37% in 2023. Het gaat hierbij om de zelfstandigenaftrek, aftrek speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek, startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid, stakingsaftrek, de MKB winstvrijstelling en de terbeschikkingsstellingsvrijstelling.
4. Nieuw BTW-identificatienummer voor IB-ondernemers
Het huidige BTW nummer voor IB-ondernemers bestaat deels uit hun Burgerservicenummer. Om de privacy te waarborgen heeft de Belastingdienst besloten deze nummers aan te passen. Deze nieuwe BTW-identificatienummers worden vanaf november uitgereikt. Bewaar deze goed! Vanaf 1 januari dient u dit nieuwe nummer te vermelden op uw facturen, briefpapier, website etc. Voor communicatie met de Belastingdienst, zoals de aangiften Omzetbelasting blijft het oude nummer nog van kracht.
5. Wijziging kleine ondernemersregeling
Zoals reeds vorig jaar vermeld gaat vanaf 1 januari 2020 de nieuwe kleine ondernemersregeling voor de BTW van start. Indien u als ondernemer verwacht op jaarbasis een omzet van minder dan € 20.000,– te behalen, dan kunt u kiezen voor een vrijstelling van de BTW. Dit heeft als voordeel dat er minder administratieve verplichtingen zijn. Zo hoeft er niet ieder kwartaal een BTW-aangifte te worden gedaan. U hoeft namelijk geen BTW meer aan uw klanten te rekenen (en vervolgens aan de Belastingdienst af te dragen). Het nadeel is dat u geen btw kan terug vragen over uw zakelijke inkopen. Bij facturatie aan particulieren en vrijgestelde organisaties zal de regeling eerder een voordeel opleveren dan wanneer u aan ondernemers factureert. De KOR gaat u aan voor een periode van tenminste 3 jaar. Wanneer u in een jaar een omzet hoger dan € 20.000,– heeft vervalt de vrijstelling. Vanaf dat moment dient u weer BTW aan uw klanten te berekenen en moet u weer aangiften doen. Het is derhalve verstandig om goed bij te houden hoe hoog uw omzet is. Om vanaf 1 januari gebruik te kunnen maken van deze nieuwe regeling, moest u zich uiterlijk 20 november aanmelden. Indien u zich na 20 november aanmeldt, gaat de regeling in vanaf het volgende aangiftetijdvak (voor de BTW). Indien u vragen heeft over de voor- en nadelen van deze regeling dan zijn wij beschikbaar.
6. Verhoging vrije ruimte
De vrije ruimte in de werkkostenregeling wordt in 2020 verhoogd van 1,2% naar 1,7% over de eerste € 400.000,– van de loonsom. Voor de loonsom boven € 400.000,– blijft het percentage 1,2%. Daarnaast is een vergoeding van de VOG (Verklaring omtrent goed gedrag) als gerichte vrijstelling ingevoerd. De vergoeding voor de VOG gaat derhalve niet ten laste van de vrije ruimte. In het kader van de werkkostenregeling mag het bedrag van de vrije ruimte zonder bewijsstukken onbelast worden vergoed aan één of meerdere werknemers; er is wel een gebruikelijkheidstoets.
7. Bijtelling elektrische auto
De bijtelling voor elektrische auto’s gaat veranderen. In 2019 is de bijtelling 4% over de eerste € 50.000,– en 22% over het meerdere. In 2020 wordt de bijtelling verhoogd naar 8% over de eerste € 45.000,– en 22% over het meerdere. Stapsgewijs wordt de bijtelling verhoogd naar het algemene tarief van 22% in 2026. Wanneer u een elektrische auto aanschaft kunt u gedurende 60 maanden na datum eerste toelating het dan geldende bijtellingspercentage hanteren. Indien u van plan bent om een elektrische auto aan te schaffen is het raadzaam dit zo snel mogelijk te doen.
Om de aanschaf van emissie-loze voertuigen te blijven stimuleren, wordt het nultarief voor de motorrijtuigenbelasting en de BPM verlengd tot 1 januari 2025.
8. Betalingskorting vennootschapsbelasting
Op dit moment verleent de Belastingdienst een betalingskorting als een voorlopige aanslag voor de vennootschapsbelasting die in termijnen betaald mag worden ineens wordt voldaan. Vanaf 2021 wordt deze betalingskorting afgeschaft.
9. Beperking lenen bij eigen bv
Eerder is aangekondigd dat het door de DGA lenen van zijn eigen B.V. wordt beperkt. Dit plan is geen onderdeel van het Belastingplan 2020, maar een wetsvoorstel dat wordt verwacht in het najaar 2019. Met ingang van 2022 worden leningen of rekening-courant bedragen boven een bedrag van € 500.000,– belast tegen het dan geldende tarief in box 2. Onder voorwaarden geldt er een uitzondering voor eigenwoningleningen. In het geval van hoge leningen of rekening-courantschulden is het van belang om alvast hierop in te spelen en met aflossingen te beginnen, dan wel geld te reserveren voor de belastingafrekening. Indien u overweegt om dividenden uit te keren, kunt u dit het beste nog doen in 2019 aangezien het tarief in 2020 stijgt met 1,25%.
10. Overige belastingtips
Heeft u veel spaargeld en een eigen B.V.? U kunt overwegen om dit spaargeld door middel van een agiostorting voor het einde van het jaar in de B.V. te storten. Indien de storting voor het einde van het jaar wordt gedaan, hoeft u over dat bedrag in 2020 geen box 3-heffing meer te betalen. Het is wel belangrijk dat u op de hoogte bent van de voorwaarden en gevolgen.
Heeft u een eenmanszaak of vof? Indien u het werkkapitaal in de onderneming op peil houdt, kunt u wellicht box 3-heffing besparen. Indien u bijvoorbeeld met een grote privé-opname wacht tot na 1 januari, behoeft u over dat bedrag geen box 3-heffing te betalen. Het is wel van belang dat het saldo op de ondernemersrekening niet zo hoog is dat de bedragen als overtollig voor de bedrijfsvoering gezien gaan worden. Wanneer u van plan bent om in de toekomst grote uitgaven voor de onderneming te doen en derhalve hier nu al geld voor wilt reserveren, is dit wel een reden om meer vermogen in de onderneming aan te houden dan gebruikelijk.
Indien u voldoende investeringen heeft gedaan om in aanmerking te komen voor de kleinschaligheidsinversteringsaftrek, maar nog niet alle investeringen heeft betaald adviseren wij u deze betalingen nog voor het einde van het jaar te verrichten zodat u voor de kleinschaligheidsinversteringsaftrek in aanmerking komt. U komt in aanmerking voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek wanneer het totaal aan investeringen hoger is dan € 2.300,–.
Verwacht u dat u over het belastingjaar 2019 of 2020 belasting moet betalen? Vraag tijdig een voorlopige aanslag aan, hiermee bespaart u belastingrente. De belastingrente is voor IB-ondernemers momenteel 4%. Voor de vennootschapsbelasting bedraagt dit percentage zelfs 8%!
Hebben uw kinderen die dit jaar meegewerkt hebben in de zaak nog geen vergoeding ontvangen? Betaal dan een vergoeding uit voor het einde van het jaar. Voor u als ondernemer is deze vergoeding volledig aftrekbaar. Bij uw kinderen is de vergoeding onbelast als deze (tezamen met eventuele ander inkomen uit (bij)banen) niet meer dan € 7.098,– bedraagt. U moet als ondernemer wel inkomensafhankelijk bijdrage ZVW afdragen.
Ook aan de meewerkende partner kan een vergoeding verstrekt worden. Een beloning van minimaal € 5.000,– is voor u als ondernemer aftrekbaar. Voor uw partner valt deze vergoeding in box 1. Het tarief is afhankelijk van het totale box 1 inkomen van uw partner.
Zoals eerder vermeld veranderen de belastingtarieven voor ondernemers. Een en ander biedt interessante planningsmogelijkheden voor bijvoorbeeld de keuze tussen het uitkeren van loon of dividend. Wij kijken graag met u mee naar de mogelijkheden.
Zit u in een inkeertraject of is dit afgerond? Gaat u het overgebleven (witte) buitenlands vermogen overmaken naar uw Nederlandse rekening? Geef dan tijdig bij de bank aan dat u gebruik maakt of heeft gemaakt van de inkeerregeling en dat het om het resterende bedrag gaat dat dus netjes aangegeven is bij de Belastingdienst. Het is ook verstandig om pas na afhandeling van het inkeertraject het geld over te maken.
Toegenomen controle particuliere klanten door banken
Van een aantal van onze cliënten hebben wij de laatste tijd vernomen dat hun Nederlandse bank het hen moeilijk maakt als zij het geld dat vrijkomt na of tijdens het inkeertraject naar hun Nederlandse rekening overmaken. Mogelijke aanleiding is de toenemende druk op banken om hun particuliere klanten te controleren op witwaspraktijken. Zo kreeg ING vorig jaar en ABN dit jaar een flinke boete omdat zij onvoldoende deden om witwassen tegen te gaan.
Voorkom dat uw transactie wordt gemeld als verdacht
Indien nu dus vanaf een buitenlandse bank ineens een grote som geld op de Nederlandse rekening wordt gestort, kan dit worden aangemerkt als verdacht. De banken zijn niet op de hoogte van het feit dat u als de eigenaar van het vermogen het inkeertraject heeft doorlopen. Het kan zijn dat zij uw transactie willen aanmelden bij het MOT (Meldpunt Ongebruikelijke Transacties). U kunt onnodige problemen en vertraging voorkomen door bij de bank te melden dat het om aangegeven vermogen gaat dat u stort nadat u gebruik heeft gemaakt van de inkeerregeling.
Ook een notaris kan onterecht aan de bel trekken
Ook notarissen zien zich genoodzaakt om aan de bel te trekken indien zij betrokken worden bij een zaak waarin buitenlands vermogen een rol speelt. Bijvoorbeeld in een zaak waarin buitenlands vermogen geërfd is of indien u als gemachtigde moet optreden namens de eigenaar van het buitenlands vermogen indien deze zelf niet meer in staat is om te handelen. Een notaris moet dan verklaren dat iemand anders gemachtigd is. Ook wordt in sommige gevallen door de buitenlandse bank zelfs weer gevraagd om een apostille, een verklaring omtrent de bevoegdheid van de notaris ofwel legalisatie van zijn/haar handtekening. Ook de notaris is niet automatisch op de hoogte van het feit dat u in een inkeertraject zit en kan vragen gaan stellen over het buitenlands vermogen en een melding hiervan willen doen bij het MOT. Ook dit kan onnodige vertraging of een moeizamer verlopend inkeertraject opleveren. Niet iets waar u op zit te wachten.
Wij staan u graag bij indien u zulk soort vragen op u af krijgt. Neemt u gerust contact op om uw situatie te bespreken.
U wilt natuurlijk uw belastingzaken goed op orde hebben. U zit niet te wachten op een hoge aanslag of een correctie achteraf, maar wilt weten waar u aan toe bent.
Daarom is het belangrijk dat uw M formulier goed wordt ingevuld. Het uitbesteden van de M aangifte aan een expert op het gebied van internationaal belastingadvies is dan ook vaak het geld waard. Deze drie overwegingen kunnen helpen bij uw keuze:
1. Bespaar uzelf tijd en frustratie
Het M formulier kan door uzelf alleen schriftelijk ingevuld worden. Een belastingadviseur is bevoegd om het digitaal in te dienen. (Update: vanaf 1 juni 2021 kunt u het M-formulier zelf ook digitaal invullen). Het zelf invullen van het M formulier is echt een behoorlijk ingewikkelde klus, zoals uit veel ervaringen blijkt:
“Ondanks de toelichting die erbij zit, blijf ik met veel vragen zitten.”
“Het invullen van het M formulier ziet er behoorlijk overweldigend uit.”
“Ik doe altijd mijn belastingzaken zelf, maar dit M formulier is wat te ingewikkeld voor mij.”
2. Voorkom kostbare fouten
Het invullen van een M-biljet vraagt zorgvuldigheid. Indien een fout wordt gemaakt, kan dit vervelende gevolgen hebben. Bijvoorbeeld als de aanslag hierdoor te hoog uitvalt, moet u bezwaar maken binnen 6 weken na de definitieve aanslag of na deze termijn vragen om ambtshalve vermindering. Pakt de aanslag te laag uit, dan kan het zijn dat u geruime tijd later (tot 3 jaar) volgens de definitieve aanslag een bedrag bij moet betalen, terwijl u daar niet op gerekend hebt. Hier volgt een voorbeeld van mogelijke gevolgen:
Een expat heeft na zijn emigratie het M-biljet ingediend zo goed als dat lukte. De belastingdienst reageerde hierop met een voorlopige substantiële teruggave en bevestigde deze later met een definitieve nihil aanslag.
Een jaar later komt de belastingdienst hierop terug en wil alsnog zo’n € 10.000 retour hebben met rente omdat de aangifte fout is ingevuld en omdat belastingplichtige dat wel had moeten weten. De fiscus nam het standpunt in dat er sprake was van een kenbare fout.
Belastingplichtige was echter te goeder trouw en de belastingdienst had fouten gemaakt. Het gevolg is een lange discussie die nog loopt. Ondanks een definitieve aanslag zijn de belastingaangelegenheden van de geëmigreerde belastingplichtige drie jaar later nog steeds niet geregeld en is er sprake van een oplopende schuld aan de belastingdienst.
Uitbesteden van de M aangifte aan een ervaren belastingadviseur had deze fout kunnen voorkomen.
3. Kwaliteit is belangrijker dan prijs
Ten derde nog deze belangrijke tip. Als u op zoek gaat naar een adviseur om uw M formulier in te laten vullen, kijkt u misschien eerst naar de prijs. Wij adviseren u echter te letten op de kwaliteit. Om een M formulier correct en fiscaal zo gunstig mogelijk in te vullen, moet er goed naar uw gehele fiscale situatie worden gekeken. Een snel ingevulde M aangifte tegen een lage prijs kan u uiteindelijk juist geld kosten. Zelfs een mooie teruggave die snel bereikt is kan mogelijk jaren later weer worden teruggevorderd. Of misschien bent u blij met een teruggave van € 2.000, terwijl u eigenlijk recht heeft op een teruggave van € 6.000. Ook kan het voorkomen dat ineens sprake is van een zeer forse aanslag, bijvoorbeeld € 20.000, terwijl eigenlijk niets verschuldigd is. Dergelijke situaties worden veroorzaakt door incorrecte invulling door iemand die niet voldoende kundig is ter zake. Wij komen dit vaak tegen in de praktijk.
Mail ons een beschrijving van uw persoonlijke situatie en wij geven aan wat we voor u kunnen doen met daarbij een schatting van de kosten.
Staat er dit jaar bij u ook opeens een buitenlandse rekening vermeld in de vooraf ingevulde aangifte? U bent niet de enige. Verontruste telefoontjes over dit onderwerp zijn bij ons aan de orde van de dag. Zo belde er laatst iemand in paniek op over een rekening. Die zou niet meer actief zijn, maar achteraf gezien bestaat de rekening toch nog. Het saldo is echter gering, dus deze persoon hoefde zich geen zorgen te maken. Maar wanneer moet u wel echt actie ondernemen? Leg uw situatie aan ons voor zodat we u van advies kunnen voorzien.
Leg uw eigen situatie aan ons voor
Wat moet ik doen of juist niet doen?
Het bij de buitenlandse rekening vermelde saldo in de vooraf ingevulde aangifte staat normaliter op nul, of er nu wel of geen saldo op staat. Als het saldo nul gewoon klopt, dan is er in principe geen reden om zorgen te maken. Verwijder de rekening of laat nul staan; er komen dan in de regel geen vragen meer. Mochten er toch nog vragen komen, dan is het wel fijn om een bewijs te kunnen leveren dat het saldo nul is. Daar zijn we u graag mee van dienst. We nemen dan het contact met de Belastingdienst, wat vaak moeizaam en langzaam is, van u over.
Geen reden om u zorgen te maken dus. Maar heeft er de laatste 12 jaar wel geld gestaan op uw buitenlandse rekening? Dan raden wij u aan om verdere actie te ondernemen.
Mocht er de laatste 12 jaar dus wel geld op uw rekening hebben gestaan, is het niet juist om akkoord te gaan met een saldo op nul. U loopt dan het risico op een boete van minimaal 150% en maximaal 300%. De fiscus heeft er namelijk wel inzage in of er wel of geen saldo op de rekening staat, ondanks dat het saldo in de vooraf ingevulde aangifte op nul is gezet.
Hoe zit het met het heffingsvrije bedrag ?
Als het totaal van de binnenlandse en/of buitenlandse saldi onder het heffingsvrije bedrag valt hoeft er niet ingekeerd te worden:
Ligt het bedrag boven deze grens?
Ligt het bedrag boven deze grens? Dan helpen wij u graag met de verdere stappen. Het is dan namelijk zaak om zo snel mogelijk alsnog melding te maken van uw vermogen. Di is eigenlijk niet meer de officiële inkeerregeling, omdat de fiscus reeds op de hoogte is van uw niet opgegeven vermogen. Maar de fiscus kan bij het alsnog aangeven van verzwegen buitenlands vermogen nog steeds eigen initiatief, medewerking en openheid van zaken belonen. Onze ervaring is dat de Belastingdienst hierbij een lagere boete kan opleggen. Bij volledige transparantie en medewerking van uw kant – bijvoorbeeld middels een gedetailleerd navorderingsvoorstel – is een boetepercentage van 135% niet ongewoon.
Maar hoe komt het dat een buitenlandse rekening opeens in de vooraf ingevulde aangifte staat vermeldt?
Doordat de fiscus wederom over nieuwe informatie beschikt over buitenlandse rekeningen kan het zijn dat bij u dit jaar voor het eerst een buitenlandse rekening staat vermeld.
Het bij de buitenlandse rekening vermelde saldo in de vooraf ingevulde aangifte staat normaliter op nul. Bij navraag bij de fiscus gaf deze aan wel inzage te hebben of er wel of geen saldo op de rekening staat, dit is echter niet eenduidig per belastingplichtige. Er is daarom besloten om bij alle betreffende belastingplichtigen de buitenlandse rekening te vermelden in de vooraf ingevulde aangifte en het saldo op nul te stellen.
In sommige gevallen gaat het om een bankrekening waar u echt al meer dan 12 jaar geen gebruik van heeft gemaakt en waar al lang niets op staat. Het kan echter ook gaan om een rekening waar u de afgelopen 12 jaar nog geld op had staan.
U kunt contact met ons opnemen voor advies over uw mogelijkheden en begeleiding bij het alsnog aangeven van buitenlandse rekeningen.
PARTICULIEREN
Nieuwe tarieven in de Inkomstenbelasting
Zoals reeds vorig jaar werd aangekondigd wordt het huidige vier tariefstelsel terug gebracht tot een twee schijven stelsel. In 2019 worden de percentages van de vier schijven aangepast van 36,55%, 40,85%, 40,85% en 51,95% naar 36,65%, 38,10%, 38,10% en 51,75%. Hierbij wordt de eerste schijf iets verhoogd, de overige drie schijven dalen. De tarieven worden stapsgewijs verlaagd waardoor er vanaf 2021 nog maar twee schijven over zijn van 37,05% voor inkomens tot € 68.507,– en 49,50% voor alle inkomens hierboven. Voor mensen die de AOW-leeftijd hebben bereikt gelden aangepaste tarieven en wordt het een drie schijven stelsel. Ook de tarieven voor het box 2-inkomen wordt aangepast. Voor meer informatie verwijzen wij u door naar het hoofdstuk zakelijk in deze nieuwsbrief.
Box 3 wijzigingen in 2019
In het belastingplan 2019 is een kleine wijziging doorgevoerd met betrekking tot het heffingsvrij vermogen. Dit wordt verhoogd van € 30.000,– per persoon naar € 30.360,– per persoon (€ 60.720,– voor fiscaal partners). Daarnaast worden de schijven in box 3 aangepast. In 2018 was het gemiddeld percentage van de grondslag sparen en beleggen tot € 70.800,– een bedrag van 2,017 %. Bij een grondslag tussen € 70.801,– en € 978.000,– was dit percentage gemiddeld 4,326% en voor vermogens boven de € 978.000,– was dit 5,38%. In 2019 wordt de eerste schijf tot € 71.650,– belast tegen gemiddeld 1,94%. Voor een grondslag tussen de € 71.651,– en € 989.736,– wordt dit gemiddelde percentage 4,45% en voor vermogens vanaf € 989.736,– wordt dit percentage vastgesteld op 5,60%. Hieronder volgt een schematische weergave van de vermogensrendementsheffing in 2019.
Wijziging heffingskortingen
De algemene heffingskorting wordt in de jaren 2019-2021 stapsgewijs verhoogd voor mensen met een inkomen tot € 50.000,–. Daarnaast gaat de arbeidskorting in de jaren 2019-2021 omhoog. Door een verhoging van de arbeidskorting gaat werken meer lonen voor mensen met een inkomen tussen de € 20.000,– en € 60.000,–.
Verlaging tarief aftrekposten voor hogere inkomens
Het tarief waartegen een aantal aftrekposten mag worden afgetrokken wordt geleidelijk afgebouwd. Dit betekent dat mensen die vallen in de hoogste inkomensschijf geleidelijk minder fiscaal voordeel hebben van deze aftrekposten. De posten waar deze maatregel voor geldt zijn onder andere de zelfstandigenaftrek, de MKB-winstvrijstelling, de aftrek van giften en de aftrek van partneralimentatie. In 2018 is de hoogte van de aftrekpost voor mensen met een inkomen boven de € 68.507,– 51,95%. In 2019 daalt dit percentage naar 51,75%. Dit percentage wordt de komende jaren verder verlaagd tot 37,05% in 2023.
Wijzigingen eigen woning
Het tarief waartegen de hypotheekrente mag worden afgetrokken wordt verder verlaagd. Deze maatregel was in 2014 al ingevoerd, maar de afbouw wordt nu versneld. In 2018 is de hoogte van de aftrekpost voor mensen met een inkomen boven de € 68.507,– 49,50% voor de hypotheekrente. In 2019 wordt dit bedrag verlaagd naar 49%. Dit percentage wordt de komende jaren verder verlaagd tot 37,05% in 2023. Mensen met een inkomen lager dan € 68.507,– ondervinden geen fiscaal nadeel door deze maatregel. Het eigenwoningforfait voor woningen met een waarde tussen de € 75.000,– en € 1.060.000,– wordt verlaagd van 0.7% naar 0,45% in 2023. Dit ter compensatie van de verlaging van de hypotheekrenteaftrek.
Wijziging 30% regeling
In het belastingplan 2019 is het voorstel opgenomen om per 1 januari 2019 de 30% regeling van 8 naar 5 jaar te verkorten. Deze verkorting geldt niet alleen voor werknemers die vanaf 2019 naar Nederland komen, maar ook voor bestaande gevallen. Er is overgangsrecht ingesteld voor mensen die door de nieuwe regeling in 2019 of 2020 de 30% regeling zouden kwijtraken. Zij mogen nu toch nog gebruik maken van de regeling tot eind 2020. De 30% regeling is er voor expats met specifieke schaarse deskundigheid die vanuit het buitenland naar Nederland zijn aangetrokken om te werken en houdt in dat 30% van hun salaris belastingvrij mag worden uitgekeerd. Dit ter compensatie van de extra kosten voor huisvesting en reiskosten die de buitenlandse werknemers moeten maken.
Monumentenaftrek wordt afgeschaft
Er bestonden al langer plannen om de monumentenaftrek af te schaffen. Deze plannen worden nu alsnog doorgevoerd en de monumentenaftrek wordt afgeschaft per 1 januari 2019. Deze regeling wordt vervangen door een subsidieregeling. Deze subsidieregeling moet nog nader uitgewerkt worden. Onderhoudskosten die in 2018 zijn gemaakt kunnen nog wel worden opgevoerd in de belastingaangifte 2018 die vanaf 1 maart 2019 kan worden ingediend. Mocht u nog plannen hebben om onderhoud aan uw monument te verrichten dan adviseren wij dit nog voor het einde van het jaar te doen. Aangezien het moment van betaling doorslaggevend is, is het van belang dat de betaling nog dit jaar plaatsvindt. Dit zou ook bij wijze van vooruitbetaling mogen.
Verhoging lage BTW-tarief
Per 1 januari 2019 gaat het lage Btw-tarief omhoog van 6% naar 9%. Dit betekent dat de dagelijkse boodschappen voor iedereen duurder worden. Het lage Btw-tarief geldt ook voor bijvoorbeeld water, bloemen, de kapper en een bezoek aan musea en attracties. Daarnaast geld het ook voor isoleer-, schilder- en stukadoorswerkzaamheden voor een woning ouder dan 2 jaar. Mocht u van plan zijn om bijvoorbeeld uw huis te laten schilderen of een andere dienst- of product aan te schaffen waarop het lage Btw-tarief van toepassing is, dan adviseren wij u deze kosten in 2018 te betalen.
Verhoging vrijwilligersvergoeding
Per 1 januari 2019 gaat de vrijwilligersvergoeding omhoog van € 150,– per maand naar maximaal € 170,– per maand. Op jaarbasis wordt de vergoeding verhoogd van € 1.500,– naar € 1.700,–. Het kabinet verhoogt deze vergoeding in verband met het grote maatschappelijke belang van vrijwilligerswerk. Over deze vergoeding hoeft de ontvanger geen belasting en premies volksverzekeringen te betalen.
Fiets van de zaak
Het kabinet wil stimuleren dat mensen vaker met de fiets naar het werk gaan omdat dit beter is voor het milieu. Derhalve wordt het aantrekkelijker gemaakt om een fiets van de zaak aan te schaffen. Deze maatregel gaat in vanaf 2020. Het bijtellingspercentage van de fiets wordt vastgesteld op 7% van de waarde van de adviesprijs van de fiets. Met de huidige regeling moet er precies worden bijgehouden hoeveel kilometers er privé en hoeveel kilometers er zakelijk gereden worden. Met de invoering van de forfaitaire bijtelling is dit verleden tijd.
Wijziging energiebelasting
Per 1 januari 2019 gaat de belasting op aardgas in de eerste schijf omhoog met 3 cent per M3. De belasting op elektriciteit wordt in de eerste schijf verlaagd met 0,72 cent per kWh. Hiermee wordt dat wat vervuilender is zwaarder belast. Het kabinet hoopt dat het hierdoor aantrekkelijker wordt gemaakt om over te gaan op elektrische verwarmingsopties.
Inkeerregeling
Dit jaar hebben minder mensen gebruik gemaakt van de inkeerregeling dan in voorgaande jaren. In verband met de berichtgeving is er een beeld ontstaan dat de inkeerregeling is afgeschaft. Dit is echter niet juist. Er kan nu en ook in 2019 nog steeds gebruik gemaakt worden van de inkeerregeling met diverse straf verminderende faciliteiten. Slechts het boete vrij inkeren over de laatste 2 jaar vanaf 2018 is komen te vervallen. Heeft u buitenlands of binnenlands vermogen dat niet correct is aangegeven in de aangiften, dan adviseren wij u dit te melden bij de Belastingdienst. Wij zijn u hierbij graag van dienst.
Maak gebruik van de jaarlijkse vrijstelling voor schenkingen
Heeft u dit jaar nog geen gebruik gemaakt van de jaarlijkse vrijstelling voor schenkingen? U heeft nog tot 31 december de tijd om deze schenkingen te verrichten. In 2018 geldt een algemene vrijstelling van € 2.147,–. Voor schenkingen aan kinderen is een vrijstelling van € 5.363,– van toepassing. Indien u de schenkingen doet voor het einde van het jaar, verlaagt dit tevens uw vermogen in box 3 voor de peildatum van 1-1-2019.
Besparing box 3 – OFGR
Vanaf 2017 is de box 3-heffing ongunstiger geworden voor hogere vermogens vanaf € 250.000,–. Dat is een reden voor vermogende particulieren om te kijken naar andere manieren om hun vermogen onder te brengen. Een alternatief kan zijn het zogenaamde sparen in de BV of een open fonds voor gemene rekening (OFGR). In tegenstelling tot de fictieve belastingheffing in box 3 worden deze entiteiten belast op basis van het werkelijke rendement. Met de huidige lage rentestanden en rendementen worden deze in de meeste gevallen gunstiger belast. Wij kunnen voor u een berekening maken om de opties te vergelijken en de potentiële besparing inzichtelijk te maken. Uiteraard zijn wij ook beschikbaar voor begeleiding bij het oprichten van een BV of OFGR en de jaarlijkse aangifteverplichtingen hiervan.
Overige belastingtips
Doe geplande uitgaven nog voor het einde van het jaar ter verlaging van de box 3 grondslag. Hierbij kunt u denken aan het betalen van nog openstaande belastingaanslagen, het betalen van de gehele zorgpremie van 2019 en/of het aanschaffen van consumptieve goederen. Indien u gebruik wilt maken van goederen of diensten die onder het 6% Btw-tarief vallen is het ook verstandig om dit voor het einde van het jaar te doen.
Indien gewenst kan de hypotheekrente (in overleg met de hypotheekverstrekker) mogelijk vooruit betaald worden. Dit is voordelig als u onder het topinkomen valt. In 2018 geldt namelijk nog een hoger aftrekpercentage voor de hypotheekrente dan in 2019. Tevens verlaagt dit de box 3 grondslag.
Indien u verwacht nog een teruggave te ontvangen voor het jaar 2013, dient voor het eind van het jaar een aangifte Inkomstenbelasting over dit jaar ingediend te worden. In 2019 vervalt namelijk de 5 jaars-termijn voor het indienen van deze aangifte.
Het kan voordelig zijn om kleine schulden (tezamen lager dan de drempel van € 3.000,–) voor 1 januari af te lossen. Zo wordt het box 3 inkomen verlaagd en wordt bovendien verdere rente op deze leningen vermeden. Rente op persoonlijke leningen is meestal hoog en deze rente is fiscaal niet aftrekbaar.
Bundelt u voor zover mogelijk aftrekbare kosten zoals ziektekosten en giften in één bepaald jaar. Zo wordt eerder een aftrekpost behaald en komt de drempel maar één keer in mindering op de uitgaven. Voor giften vervalt de drempel overigens indien u de gift aan een charitatieve instelling voor 5 jaar vastlegt.
ZAKELIJK
Wijziging vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting ondernemers
Het tarief voor de vennootschapsbelasting wordt stapsgewijs verlaagd van de huidige 20% in 2018 naar 15% in 2021 voor winsten tot een bedrag van € 200.000,–. Voor winsten vanaf € 200.000,– wordt de belasting verlaagd van 25% in 2018 naar 20,50% in 2021. In 2019 daalt de eerste schijf met 1% naar 19%. Voor de tweede schijf is nog geen verlaging van toepassing in het jaar 2019.
Ook de tarieven voor het box 2-inkomen wordt aangepast. Dit betreft inkomsten uit aanmerkelijk belang, zoals dividenden en vermogenswinsten op aandelenbelangen boven de 5%. Het huidige tarief van 25% wordt verhoogd naar 26,9% in 2021. In 2019 blijft het tarief nog 25%. Deze maatregel dient in samenhang bezien te worden met de verlaging van de vennootschapsbelastingtarieven.
Ondernemers met een onderneming in de vorm van een eenmanszaak of vof profiteren van de lagere Inkomstenbelastingtarieven. Voor deze IB-ondernemers in de hogere tariefschijf wordt de verlaging van de Inkomstenbelastingtarieven echter grotendeels teniet gedaan door het verlagen van het aftrekpercentage van de ondernemersfaciliteiten.
De Vennootschapsbelasting voor bedrijven is na het vervallen van het plan van afschaffing van de dividendbelasting verder verlaagd. De box 2-heffing over uitgekeerde dividenden wordt iets verhoogd, maar per saldo wordt de heffing voor directeur-grootaandeelhouders met een BV een stuk gunstiger. Het zal dan nu ook eerder gunstiger worden in een BV te ondernemen dan in een eenmanszaak.
Verhoging 6% BTW tarief
Het lage Btw-tarief van 6% wordt verhoogd naar 9%. Deze invoering gaat in op 1 januari 2019. Ondernemers die producten of diensten verkopen die onder dit lage Btw-tarief vallen zullen tijdig maatregelen moeten treffen. Zo moet de administratie aangepast worden. Bij het maken van de offertes voor goederen en diensten die in 2019 worden geleverd moet rekening worden gehouden met het tarief van 9%. Het kan zijn dat een product of dienst pas in 2019 wordt geleverd, maar de factuur al in 2018 is betaald. Indien dit het geval is geldt het lage Btw-tarief van 6%. Er hoeft geen correctie in de administratie plaats te vinden.
Aanpassing verliesverrekening VPB
Vanaf 1 januari 2019 wordt de verliesverrekening aangepast. Voorheen konden verliezen in de vennootschapsbelasting 9 jaar voorwaarts worden verrekend. Dit wordt vanaf 2019 beperkt naar 6 jaar. Dit geldt echter alleen voor verliezen gemaakt vanaf het jaar 2019. Verliezen die zijn gemaakt vóór 2019 kunnen volgens de oude regeling nog wel 9 jaar voorwaarts worden verrekend. Het is jammer dat het kabinet hiermee een verdere inbreuk maakt op het totaalwinst-principe. Waarbij alle resultaten gemaakt in een onderneming belast zijn. Naar het voorkomt komt deze maatregel vooral voort uit budgettaire overwegingen.
Beperking afschrijving gebouwen
Vanaf 1 januari 2019 wordt de afschrijving op gebouwen in eigen gebruik in de vennootschapsbelasting beperkt. Voorheen mocht er worden afgeschreven tot 50% van de WOZ-waarde. Dit wordt vanaf 2019 een afschrijving tot 100% van de WOZ-waarde. Indien een gebouw al voor 1 januari 2019 in gebruik is genomen, maar er op dit gebouw nog niet 3 jaar is afgeschreven dan mag alsnog deze 3 jaar volgens de oude regels worden afgeschreven.
Wijziging kleine ondernemersregeling
Vanaf 1 januari 2020 wordt de kleine ondernemersregeling gemoderniseerd. Indien een ondernemer verwacht op jaarbasis minder omzet te maken dan € 20.000,–, dan kan hij kiezen voor een vrijstelling van de BTW. Dit heeft als voordeel dat er minder administratieve verplichtingen zijn. Zo hoeft er niet ieder kwartaal een BTW aangifte te worden gedaan, omdat er geen BTW bij de klant in rekening wordt gebracht. Een nadeel is dat betaalde BTW niet teruggevraagd kan worden.
Beperking lenen bij eigen bv
Het kabinet wil het door de DGA lenen van zijn eigen B.V. gaan beperken. Met ingang van 2022 worden leningen boven een bedrag van € 500.000,– belast tegen het tarief in box 2. Dit geldt niet voor leningen die zijn aangegaan ten behoeve van de eigen woning. Tevens is besloten om dit niet alleen voor bestaande eigenwoningschulden te laten gelden, maar ook voor nieuwe eigenwoningschulden. Dit betreft slechts een voornemen dat in de komende jaren verder uitgewerkt zal moeten worden. Het is echter wel van belang dat DGA’s met een hoge rekening-courantschuld zich nu alvast hierop voorbereiden òf door aflossing òf opbouw van reserves om de 25% box 2-heffing te kunnen betalen.
Dividendbelasting niet afgeschaft
Het plan om de dividendbelasting af te schaffen is uiteindelijk toch niet doorgegaan. In plaats hiervan heeft het kabinet aanpassingen gedaan aan het aangekondigde belastingplan. Het vrijgekomen budget is geheel gebruikt om de plannen voor het bedrijfsleven aan te passen. Zo is er overgangsrecht ingesteld voor de 30% regeling, is de vennootschapsbelasting verder verlaagd, de voorgenomen maatregel om excessief lenen bij de eigen bv tegen te gaan is verzacht en er is overgangsrecht gekomen bij de beperkte afschrijving op gebouwen in eigen bedrijf. Tot slot komt er meer geld beschikbaar voor innovatie.
Overige belastingtips
Indien u voldoende investeringen heeft gedaan om in aanmerking te komen voor de kleinschaligheidsinversteringsaftrek, maar nog niet alle investeringen heeft betaald adviseren wij u deze betalingen nog voor het einde van het jaar te verrichten zodat u voor de kleinschaligheidsinversteringsaftrek in aanmerking komt. U komt in aanmerking voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek wanneer het totaal aan investeringen hoger is dan € 2.300,–.
Het wordt in 2019 minder voordelig om een elektrische auto beschikbaar te stellen aan werknemers. Nu geldt een bijtelling van 4% voor privégebruik van de auto voor uw werknemer bij een CO2-uitstoot van nihil. Vanaf 1 januari 2019 geldt het lage bijtellingspercentage alleen maar voor zover de waarde van de auto niet meer bedraagt dan € 50.000,–. Voor het bedrag daarboven wordt de bijtelling verhoogd naar 22%. Als de auto echter in 2018 nog wordt aangeschaft en in gebruik genomen, valt deze onder overgangsrecht en mag u nog 5 jaar de oude bijtelling hanteren.
Tien aandachtspunten Belastingdienst aangifte 2018
De Belastingdienst zet in twee handreikingen de 10 belangrijkste aandachtspunten op een rij voor de aangifte inkomstenbelasting 2018.
Het gaat om de volgende onderwerpen:
1. Restant persoonsgebonden aftrek (PGA) 2. Eigen woning en echtscheiding 3. Eigen woning: hypotheekverhoging 4. Starters op de woningmarkt 5. Studiekosten 6. Resultaat overige werkzaamheden (ROW) 7. Afkoop lijfrente 8. Onjuiste verdeling – fiscaal partnerschap 9. Ervenrekening 10. Cryptovaluta
Als één of meerdere van deze onderwerpen bij u van toepassing is, dan is het belangrijk dat hier extra aandacht aan besteed wordt. De controle van de Belastingdienst zal zich focussen op deze punten.
Mogelijke aftrekposten 2018
In de aangifte inkomstenbelasting 2018 bestaan de volgende aftrekposten om uw belastbaar inkomen te verlagen:
hypotheekrente van uw eigen woning
premies lijfrente
niet-vergoede ziektekosten (o.m. geneeskundige hulp, voorgeschreven medicijnen en reiskosten van ziekenbezoek)
onderhoudsverplichtingen aan ex-echtgenoot o.m. in de vorm van alimentatie
giften aan erkende charitatieve instellingen (zie de ANBI-lijst)
studiekosten en andere scholingsuitgaven
onderhoud- en restauratiekosten van een rijksmonumentenpand (laatste maal)
reiskosten voor regelmatig woon-werkverkeer per openbaar vervoer
weekenduitgaven voor gehandicapten
Let u er wel op dat er voor een aantal aftrekposten een drempel of andere aanvullende voorwaarden bestaan, waardoor uw uitgaven mogelijk toch niet tot aftrek leiden. Denkt u voor een aftrekpost in aanmerking te komen, maar heeft u hier nog vragen over, neem dan gerust contact met ons op.
Voor kosten van onderhoud van een rijksmonument is 2018 het laatste jaar dat aftrek mogelijk is; alle kosten die nog in 2018 betaald zijn, kunnen opgenomen worden.
Belastingrente
Met de belastingrenteregels, zal de Belastingdienst vanaf 1 juli 2018 rente berekenen over een te betalen bedrag voor de aangifte 2018. Deze rente bedraagt momenteel 4% voor de Inkomstenbelasting en 8%(!) voor de Vennootschapsbelasting. Verwacht u een hoge aanslag en wilt u de rente hierover vermijden, neem dan contact op voor het aanvragen van een voorlopige aanslag. In geval van een teruggave vergoedt de Belastingdienst nog maar beperkt rente.
Vooraf ingevulde aangifte zorgvuldig checken
Dit jaar heeft de Belastingdienst aangegeven dat sommige gegevens in de vooraf ingevulde aangifte onjuist kunnen zijn, onder meer met betrekking tot hypotheekrenteaftrek. De meeste aftrekposten worden hierin ook niet meegenomen. Daarnaast blijken hypotheekjaaroverzichten van banken niet altijd correct te zijn.
Er zijn overigens ook diverse situaties waarbij de Belastingdienst geen uitnodiging tot het doen van aangifte verstuurd, terwijl de aangifte wel verplicht is. Dit komt bijvoorbeeld voor als er een onderneming aanwezig is, of onroerend goed.
Of u nu een bericht ontvangen heeft of niet, het is altijd verstandig om goed te kijken naar uw fiscale situatie, en of u nog besparingsmogelijkheden heeft.
Schenkingsaangifte
Indien u schenkingen doet aan uw kinderen of andere personen boven de vrijstelling, dan is hier Schenkbelasting over verschuldigd. In 2017 bedroeg de jaarlijkse schenkvrijstelling voor schenkingen aan kinderen € 5.320 (2018: € 5.363) en aan overige verkrijgers € 2.129 (2018 € 2.147). Indien u een schenking heeft gedaan hoger dan de jaarlijkse vrijstelling, dient u hiervoor aangifte te doen.
Verder bestaan er hogere éénmalige vrijstellingen voor kinderen ten behoeve van een dure studie of eigen woning. Vanaf 2017 bestaat er onder bepaalde voorwaarden weer de mogelijkheid om een schenking van € 100.000,– te doen belastingvrij. Om de vrijstelling te claimen is het ook nodig om een aangifte Schenkbelasting te doen. In principe moet een aangifte Schenkbelasting al voor 1 maart ingediend worden. Mocht dit nog niet gedaan zijn of heeft u hierover nog vragen, dan helpen wij u graag verder.
Indien u (deels) in het buitenland werkt en meer dan 183 dagen in het werkland verblijft, is er wellicht in Nederland de mogelijkheid tot een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting.
Het is in dit geval verstandig om deze dagen nauwkeurig bij te houden middels een kalender. Deze kunt u vervolgens door uw werkgever laten ondertekenen. Let hierbij goed op dat u echt alle dagen bijhoudt die u in het werkland of in Nederland of elders verblijft, dus niet alleen de dagen dat u werkt. Het gaat namelijk bij bepaling van de 183-dagen regeling om de algehele werkgerelateerde fysieke aanwezigheid in het land, dus ook niet-werkdagen. Dit is belangrijk omdat de fiscus vaak zal proberen een dergelijke vermindering niet toe te kennen en toch zal proberen om belasting te heffen. Werkt u ook nog voor een paar dagen in een ander land, dan heeft Nederland daar als woonland wel weer het heffingsrecht over.
Heeft u naar aanleiding van dit bericht vragen over uw specifieke situatie? Leg deze dan aan ons voor. Wij kunnen ook een en ander voor u optimaliseren.
Indien u of uw werkgever niet over een kalender beschikt om werkdagen bij te houden, kunnen wij u hiervoor een model toesturen. Neem nu contact op.
Beheer cookie toestemming
Wij gebruiken technologieën zoals cookies om informatie over uw apparaat op te slaan en/of te raadplegen. We doen dit met als doel om de beste ervaring te bieden en om gepersonaliseerde advertenties te tonen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als u geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door je Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.