Als u een huis hebt in Nederland en in het buitenland woont, moet u rekening houden met de belastingregels van beide landen. Dubbele belasting betalen is natuurlijk not done! Valt de Nederlandse woning in box 1 bijvoorbeeld of box 3?  En andersom: Heeft u wellicht een tweede woning in het buitenland of bent u van plan om een vakantiewoning te kopen? Maak niet de fout die velen gemaakt hebben en informeer u hier over de belastinggevolgen van een huis in het buitenland.

Woning in Nederland, wonen in buitenland

Als u geëmigreerd bent, of van plan bent om te gaan emigreren, begrijpen we dat u wellicht de voorkeur geeft aan het behouden van uw Nederlandse woning gezien de huidige huizenmarkt. Als u ervoor kiest om uw woning te verhuren, kan dit aantrekkelijk zijn vanwege de vaak aanzienlijke huurinkomsten.

Toch kan het ook dat u de woning voor eigen gebruik wilt behouden, wellicht in de verwachting van een waardestijging of om uw mogelijkheden open te houden voor een eventuele (snelle) terugkeer naar Nederland. Maar hoe zit het dan met de belasting? Uw Nederlandse woning zal nog steeds onderhevig zijn aan belastingen in Nederland, ook al woont u in het buitenland. U wordt beschouwd als buitenlands belastingplichtige voor uw Nederlandse woning. Hier vind u meer informatie erover.

Box 1 of box 3?

Als u de woning voor eigen gebruik aanhoudt, dan kan de woning in box 1 blijven, hypotheekrente aftek is dan ook mogelijk. Lees hier meer over hypotheekrenteaftrek.

Wanneer valt uw Nederlandse woning dan niet in box 1? Als de woning verhuurd wordt moet deze worden aangegeven in box 3. Een vakantiewoning (link naar anker beneden in tekst)  valt hier ook onder. Box 3 heffing is gestegen voor onroerend goed de laatste tijd, waardoor u meer belasting zal moeten betalen over uw tweede woning in Nederland. Wilt u meer weten over box 3? Bekijk hier de laatste update of neem contact met ons op.

Huis in Nederland, wonen in buitenland

Heeft u niet in Nederland een tweede huis, maar in het buitenland? Dan zijn ook in deze situatie tal van zaken om in overweging te nemen. Bij het kopen van een huis in het buitenland, zal dit zowel voor de Nederlandse belastingkant als voor de buitenlandse belastingkant gevolgen hebben.

Bij aankoop van een huis in het buitenland mag Nederland daar over heffen. Nederland heft dan over de netto waarde van de woning en valt in box 3. U gebruikt daarvoor de waarde in het economisch verkeer in onbewoonde staat op 1 januari van het jaar vóór het jaar van aangifte. U hoeft ook geen belasting in Nederland over de huurinkomsten te betalen, deze zijn in Nederland vrijgesteld.

Aanvragen aftrek ter voorkoming dubbele belasting

Om te vermijden dat u belasting moet betalen over hetzelfde inkomen in twee verschillende landen, wordt in Nederland een aftrek voor de voorkoming van dubbele belasting toegepast. Dit komt voort uit de vele belastingverdragen die Nederland met de meeste andere landen heeft afgesloten. Door de berekening van de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting tezamen met de gestaffelde berekeningswijze van de box 3-heffing leidt deze aftrek -ondanks de benaming- niet tot volledige (100%) voorkoming van dubbele belasting. Er is dan toch -enige- Nederlandse inkomstenbelasting verschuldigd naast de eventuele buitenlands inkomstenbelasting.

Door de berekening van de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting tezamen met de gestaffelde berekeningswijze van de box 3-heffing leidt deze aftrek -ondanks de benaming- niet tot volledige (100%) voorkoming van dubbele belasting.

Huis in buitenland niet opgeven

Helaas is het onder Nederlanders met een huis in het buitenland een veelvoorkomende fout hun woning niet in de Nederlandse belastingaangifte niet aan te geven. u loopt dan het risico op een boete of naheffingsaanslag van de Belastingdienst. Als de belastingdienst nog niet achter uw buitenlandse woning is gekomen, dan heeft u geluk. Het is dan zaak de woning zo snel mogelijk op te geven middels de inkeerregeling. Lees hier meer erover.

Als de Belastingdienst er wel achter komt, dan zal de Belastingdienst dit zien als een fiscaal misdrijf. Soms kan er tegen de boete bezwaar gemaakt worden.

Neem contact met ons op over de mogelijkheden in uw situatie!

We ontvingen voor een opgeluchte cliënt van ons afgelopen week het volgende bericht van de inspecteur van de Belastingdienst:

‘Uw cliënt heeft na het raadplegen van de vooringevulde aangifte IB 2021 een melding vrijwillige verbetering via uw kantoor ingediend, daardoor is er weliswaar geen sprake van inkeer, maar het feit dat uw cliënt niet heeft afgewacht totdat hij door de Belastingdienst zou worden aangeschreven is een strafverminderende omstandigheid. Naar mijn mening is een vergrijpboete van 67,5% passend en geboden.’

inkeer vermogen aangeven boete suurmond belastingadviseurs

Vrijwillige verbetering

Met een melding vrijwillige verbetering kunt u vrijwillig uw eerdere aangiftes verbeteren. Dit kan alleen nog voor box 1, niet meer boetevrij voor box 2 of box 3. U moet mogelijk wel een boete betalen, afhankelijk van het moment van verbetering. Indien correctie en aanvulling via ons kantoor plaatsheeft, kunnen wij gebaseerd op onze ervaring de optimale route volgen!

Rekening in vooraf ingevulde aangifte

Als er een buitenlandse rekening verschijnt in uw vooringevulde aangifte, dan is het te laat voor inkeer.

Als er een buitenlandse rekening verschijnt in uw vooringevulde aangifte, dan is het te laat voor inkeer.

Het saldo vermeld in de buitenlandse rekening, zoals weergegeven in de vooraf ingevulde aangifte, vertoont doorgaans een nulsaldo, ongeacht of er daadwerkelijk enig saldo op de rekening aanwezig is. Indien het nulsaldo correct is, bestaat er in beginsel geen reden tot zorg. U heeft dan de optie om de vermelding van de rekening te verwijderen of deze met een nulsaldo te handhaven; doorgaans zullen er dan geen nadere vragen worden gesteld. In het geval dat zich desondanks verdere vragen voordoen, is het echter raadzaam om bewijs te kunnen verschaffen van het daadwerkelijke nulsaldo, een dienst waarbij wij u graag van dienst zijn. Wij nemen dan het tijdrovende en soms omslachtige contact met de Belastingdienst van u over.

Op tijd actie ondernemen

Er is dus geen reden tot ongerustheid. Echter, indien er de afgelopen twaalf jaar daadwerkelijk saldo op uw buitenlandse rekening heeft gestaan, adviseren wij dringend om verdere -en snelle- actie te ondernemen. U maakt dan hogere kans, net als de hiervoor genoemde klant, op een vermindering van de boete. Hier leest u meer hierover.

In ieder geval kon onze cliënt weer opgelucht ademhalen na het bericht van de fiscus. Het blijft altijd spannend hoe de Belastingdienst reageert op de melding vrijwillige verbetering.

Hier kunt u de whitepaper downloaden.

Ja, dat zou inderdaad moeten – maar onderzoek toont aan dat dit niet vaak gebeurt. De Belastingdienst beschouwt cryptovaluta of bitcoins als bezittingen, en niet-aangegeven crypto wordt als zwart vermogen beschouwd. Als u cryptovaluta in privé bezit heeft, vallen ze doorgaans onder box 3 van de inkomstenbelasting als ‘overige bezittingen’. Voor uw aangifte inkomstenbelasting moet u de waarde van de cryptovaluta op 1 januari van het belastingjaar aangeven en daarover belasting betalen. Hoewel het voor de fiscus vroeger moeilijk was om cryptobezittingen te achterhalen, lijkt die tijd voorbij te zijn en cryptobezitters moeten nu voorzichtig zijn.

crypto-inkeer-aangeven-suurmond-belastingadviseurs-internationaal-aangifte-belasting

Gegevensuitwisseling crypto

De gegevensuitwisseling binnen Europa en daarbuiten verloopt snel en verbetert voortdurend. Binnenkort zal ook informatie over crypto- / bitcoin-transacties automatisch aan de Nederlandse Belastingdienst worden verstrekt. De EU-richtlijnen voor administratieve samenwerking (DAC-wetgeving) worden steeds uitgebreider. Sinds de invoering van DAC 1 in 2014 vindt automatische gegevensuitwisseling plaats tussen verschillende landen en belastingdiensten. We zijn nu bij DAC 6 en meer richtlijnen zullen volgen. In de nabije toekomst zal de informatie van de cryptohouder automatisch aan de Nederlandse Belastingdienst worden verstrekt, wat de controle op aangiften en vermogen aanzienlijk vereenvoudigt inzake belasting over crypto. Hier vind u meer informatie op de site van de Belastingdienst.

Crypto tijdig aangeven

Voordat de nieuwe wetgeving er is en de Belastingdienst uw cryptobezittingen nog niet heeft ontdekt, heeft u nog de mogelijkheid om gebruik te maken van de inkeerregeling voordat het te laat is. Bent u geïnteresseerd in meer informatie over de inkeerregeling en uw mogelijkheden met betrekking tot belasting over crypto? Neem dan contact met ons op! Klik hier voor meer informatie over de inkeerregeling.

In dit artikel leest u meer

Het blijkt technisch buitengewoon ingewikkeld te zijn voor de Belastingdienst om de bezitter van een digitale bewaarportemonnee te identificeren en voor de handelsplatforms om de bezitter van een cryptowallet te achterhalen. Om dit potentieel verhuld vermogen toch te betrekken in de belastingheffing, stelt fiscalist Johan Loo voor om de cryptobezitter te stimuleren vrijwillig aangifte te doen van zijn belegging via de invoering van een ‘milde inkeerregeling’.

Voor de belastingheffing is het van groot belang om te weten te komen hoeveel cryptovaluta iemand bezit. Bezit een belastingplichtige cryptovaluta in een wallet, dan behoren de cryptovaluta in de regel tot de rendementsgrondslag in box 3. Aldus moeten de cryptovaluta naar de waarde in het economisch verkeer op de peildatum van een kalenderjaar (1 januari) worden vermeld in de aangifte inkomstenbelasting.

Wanneer de Belastingdienst een controle wil uitvoeren om te verifiëren of en hoeveel cryptovaluta een particulier bezit, dan loopt de Belastingdienst tegen een probleem aan. Het is namelijk ontzettend moeilijk om op een betrouwbare wijze de belastingplichtige achter een wallet te verifiëren. Cryptovaluta staan niet in de cloud en worden (nog) niet gerenseigneerd. De kans dat veel cryptovaluta in de aangiften inkomstenbelasting zijn vermeld lijkt dan ook gering. Uit een Zweeds onderzoek blijkt dat wereldwijd de bereidheid van cryptobezitters om cryptovaluta als bitcoin en ethereum aan te geven bij de lokale belastingdiensten bijzonder laag is.

De verwachting is dat met de komst van de Europese richtlijn DAC8 de Belastingdienst beter in staat moet zijn om het overgrote deel van de Nederlandse cryptobezitters te identificeren. Voor het zover is, is Johan Loo voorstander van de invoering van een ‘milde inkeerregeling’ om de goedwillende belastingplichtige tegemoet te komen. Mild, zo schrijft hij in een artikel in het Weekblad fiscaal recht, betekent in dit opzicht dat voor een periode van twee jaar geen boete, strafrechtelijke vervolging en/of verlengde navordering plaatsvindt.

De inkeerregeling of ‘vrijwillige verbetering’ heeft jaren lang gegolden voor mensen met verhuld vermogen (zwart geld) in met name het buitenland. Met ingang van 1 januari 2018 en 1 januari 2020 is de inkeerregeling aanzienlijk beperkt en geldt deze niet meer voor verbeteringen van zowel box 2- als box 3-inkomen.

BRON https://www.taxlive.nl/nl/documenten/nieuws/pleidooi-voor-fiscale-inkeerregeling-cryptobezitters/

Misschien heeft u ook een brief ontvangen met als onderwerp ‘Verzoek om informatie’,  van de heer B. ofwel van de afdeling Breda van de Belastingdienst ‘Handhaving’ of ‘Verhuld Vermogen’. Het heeft betrekking op een buitenlandse bankrekening. Wij krijgen de laatste tijd veel cliënten die opbellen met de mededeling dat ze een dergelijke brief hebben ontvangen. Wij kunnen u helpen de boete van niet aangeven buitenlandse rekening te verminderen.

Neem dit serieus

Als u een brief heeft ontvangen (betreft: verzoek om informatie) , dan is het verstandig om deze serieus te nemen. Het is geen probleem dat zich vanzelf oplost en u zult actie moeten ondernemen. Omdat het lastig is de gevolgen in te schatten van uw antwoorden en de door u verstrekte informatie is het verstandig om dit uit te besteden aan een ervaren (inkeer)adviseur.

Boete niet aangeven buitenlandse rekening

Laatst hadden we met de volgende situatie te maken. Een klant had een dergelijke brief van de Belastingdienst ontvangen met betrekking tot een bankrekening in China, die op naam van zijn vader stond. Vanwege de slechte geestelijke gezondheid van zijn vader werd hij belast met het beheer van zijn financiële zaken, hij was echter niet op de hoogte van deze bankrekening. Helaas was zijn moeder niet meer in leven. Hij maakt zich zorgen over de mogelijke boete voor het niet aangeven van deze buitenlandse rekening en wilde graag weten hoe hij alles nu op orde kon brengen om deze boete te voorkomen.

Aangezien de Belastingdienst reeds een brief had gestuurd betreffende de Chinese rekening, waren de mogelijkheden om de boete te verminderen beperkt. De fiscus was namelijk al op de hoogte van het verzwegen vermogen, en daardoor kon een boete voor het niet aangeven van deze buitenlandse rekening worden opgelegd. Niettemin is het verstandig om alsnog volledige opening van zaken te geven van het verzwegen buitenlandse vermogen. Soms kan beroep op verzachtende omstandigheden aanzienlijke lagere heffing én boete opleveren

Belastingdienst

De Belastingdienst komt op verschillende manieren achter verhuld vermogen. De kans dat de Belastingdienst buitenlands vermogen op het spoor komt wordt steeds groter. Dat komt door de internationale uitwisseling van gegevens tussen landen. Klik hier om te zien hoe de Belastingdienst dat aanpakt. Een andere manier waarop de Belastingdienst verhuld inkomen en vermogen op het spoor kan komen, is door bestedingen met buitenlandse betaalkaarten te analyseren.

Boete niet aangeven buitenlandse rekening

De hoogte van de boete is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de hoogte van het vermogen en de mate van opzet of grove schuld en eventuele verzachtende omstandigheden.

Het is van groot belang om alle gegevens met betrekking tot de bankrekening, de herkomst van het geld, eventuele opnames, enzovoorts, helder en correct te presenteren, zodat de Belastingdienst een zo volledig mogelijk beeld krijgt en de boete niet onnodig wordt verhoogd. De boete kan namelijk tot 300% oplopen. Daarnaast kunt u eventuele verzachtende omstandigheden aandragen. Hiermee kan geprobeerd worden om de boete voor het niet aangeven van de buitenlandse rekening en de mogelijke navordering zoveel mogelijk te beperken, waardoor u de financiële gevolgen beter kunt beheersen.

Wij helpen u graag met het geven van openheid van zaken en overleggen graag met de Belastingdienst over het verminderen van de boete. Neem contact met ons op om uw situatie voor te leggen. Hier vind u verdere interessante informatie wat betreft buitenlands vermogen. Wij bekijken graag hoe wij de schade zoveel mogelijk kunnen beperken. Tevens kunnen wij helpen met het opvragen van de benodigde gegevens bij de buitenlandse bank middels een modelbrief.  

Indien u een brief heeft gehad van de Belastingdienst met als onderwerp “Verzoek om informatie” aangaande uw buitenlandse rekening, betekent dit dat de Belastingdienst uw buitenlands vermogen op het spoor is gekomen.

U bent verplicht om buitenlands vermogen aan te geven bij de Belastingdienst. Heeft u dit niet gedaan, dan zult u naast de verschuldigde naheffing een boete moeten betalen. Deze boete kan oplopen tot 300% en er is kans op strafrechtelijke vervolging.

Brief gehad van de Belastingdienst

Als de fiscus op de hoogte is van uw buitenlands vermogen, moet u een Verklaring Buitenlands vermogen opgeven bij de Belastingdienst. Dit is geen normale aangifte en ook geen normale inkeerregeling. Wij begeleiden u graag bij dit proces. Het is mogelijk om dit zelf te doen, maar wij adviseren u om dit uit te besteden. Het kost veel moeite, tijd en (helaas) ook zorgen.

Boete beperken

Indien u in deze situatie verkeert, is volledige medewerking en openheid van zaken noodzakelijk. Ook is het van belang om verzachtende omstandigheden aan te dragen. U dient dezelfde gegevens aan te leveren als bij de inkeerregeling. Evenals bij de inkeerregeling is het voor u zeer waarschijnlijk voordeliger om dit proces uit te besteden aan een gespecialiseerde belastingadviseur. Onze belastingadviseurs hebben ruime ervaring en weten hoe zij op de juiste wijze uw situatie moeten presenteren aan de inspecteur. Wij zullen ons tot het uiterste inzetten om uw boete te beperken.

Pakkans steeds groter

Het is te verwachten dat de Belastingdienst op korte termijn meer personen met verzwegen buitenlands vermogen op het spoor komt, aangezien er naast informatie-uitwisseling met banken in het buitenland ook actief onderzoek wordt verricht naar transacties met buitenlandse betaalkaarten.

Heeft u in de voorafingevulde aangifte een buitenlandse rekening vermeld staan? Neem dan contact op.

Staat er dit jaar bij u ook opeens een buitenlandse rekening vermeld in de vooraf ingevulde aangifte? U bent niet de enige. Verontruste telefoontjes over dit onderwerp zijn bij ons aan de orde van de dag. Zo belde er laatst iemand in paniek op over een rekening. Die zou niet meer actief zijn, maar achteraf gezien bestaat de rekening toch nog. Het saldo is echter gering, dus deze persoon hoefde zich geen zorgen te maken. Maar wanneer moet u wel echt actie ondernemen? Leg uw situatie aan ons voor zodat we u van advies kunnen voorzien.

Wat moet ik doen of juist niet doen?

Het bij de buitenlandse rekening vermelde saldo in de vooraf ingevulde aangifte staat normaliter op nul, of er nu wel of geen saldo op staat. Als het saldo nul gewoon klopt, dan is er in principe geen reden om zorgen te maken. Verwijder de rekening of laat nul staan; er komen dan in de regel geen vragen meer. Mochten er toch nog vragen komen, dan is het wel fijn om een bewijs te kunnen leveren dat het saldo nul is. Daar zijn we u graag mee van dienst. We nemen dan het contact met de Belastingdienst, wat vaak moeizaam en langzaam is, van u over.

Geen reden om u zorgen te maken dus. Maar heeft er de laatste 12 jaar wel geld gestaan op uw buitenlandse rekening? Dan raden wij u aan om verdere actie te ondernemen.

Mocht er de laatste 12 jaar dus wel geld op uw rekening hebben gestaan, is het niet juist om akkoord te gaan met een saldo op nul. U loopt dan het risico op een boete van minimaal 150% en maximaal 300%. De fiscus heeft er namelijk wel inzage in of er wel of geen saldo op de rekening staat, ondanks dat het saldo in de vooraf ingevulde aangifte op nul is gezet.

Hoe zit het met het heffingsvrije bedrag ?

Als het totaal van de binnenlandse en/of buitenlandse saldi onder het heffingsvrije bedrag valt hoeft er niet ingekeerd te worden:

2022€ 50.650
2021€ 50.000
2020€ 30.846
2019€ 30.360
2018€ 30.000
2017€ 25.000
2016€ 24.437
2015€ 21.330
2014€ 21.139
2013€ 21.139
2012€ 21.139
2011€ 20.785

Ligt het bedrag boven deze grens?

Ligt het bedrag boven deze grens? Dan helpen wij u graag met de verdere stappen. Het is dan namelijk zaak om zo snel mogelijk alsnog melding te maken van uw vermogen. Di is eigenlijk niet meer de officiële inkeerregeling, omdat de fiscus reeds op de hoogte is van uw niet opgegeven vermogen. Maar de fiscus kan bij het alsnog aangeven van verzwegen buitenlands vermogen nog steeds eigen initiatief, medewerking en openheid van zaken belonen. Onze ervaring is dat de Belastingdienst hierbij een lagere boete kan opleggen. Bij volledige transparantie en medewerking van uw kant – bijvoorbeeld middels een gedetailleerd navorderingsvoorstel – is een boetepercentage van 135% niet ongewoon.

Maar hoe komt het dat een buitenlandse rekening opeens in de vooraf ingevulde aangifte staat vermeldt?

Doordat de fiscus wederom over nieuwe informatie beschikt over buitenlandse rekeningen kan het zijn dat bij u dit jaar voor het eerst een buitenlandse rekening staat vermeld.

Het bij de buitenlandse rekening vermelde saldo in de vooraf ingevulde aangifte staat normaliter op nul. Bij navraag bij de fiscus gaf deze aan wel inzage te hebben of er wel of geen saldo op de rekening staat, dit is echter niet eenduidig per belastingplichtige. Er is daarom besloten om bij alle betreffende belastingplichtigen de buitenlandse rekening te vermelden in de vooraf ingevulde aangifte en het saldo op nul te stellen.

In sommige gevallen gaat het om een bankrekening waar u echt al meer dan 12 jaar geen gebruik van heeft gemaakt en waar al lang niets op staat. Het kan echter ook gaan om een rekening waar u de afgelopen 12 jaar nog geld op had staan.

Hier kunt u onze whitepaper Boete&bedrag downloaden. U vind hier een voorbeeldberekening.

Heeft u buitenlands vermogen (gehad) dat u alsnog wilt aangeven? Is de Belastingdienst op de hoogte van uw buitenlandse rekening? Wilt u weten wat uw mogelijkheden nu nog zijn om gebruik te maken van de inkeerregeling? Onze adviseurs helpen u graag om uw fiscale situatie weer onder controle te krijgen.

Voor welke jaren geldt de inkeerregeling nog?

Alhoewel inkeren officieel alleen nog mogelijk is voor box 1-inkomen, zijn er volgens overgangsrecht nog wel mogelijkheden om ook bij box 3 vermogen (box 2) de boete te beperken. Wij kijken graag naar uw situatie en mogelijkheden. Vanaf 1 januari 2020 is bepaald dat er geen onderscheid meer kan worden gemaakt tussen inkomen dat in het buitenland of dat in het binnenland is opgekomen. De inkeerregeling geldt niet meer voor binnenlands box 3-inkomen en is ook niet meer van toepassing op inkomsten uit aanmerkelijk belang (box 2).)  Sinds 1 januari 2018 kan er niet meer boetevrij worden ingekeerd over de laatste twee jaren. In de praktijk blijken de regels en richtlijnen dus echter onduidelijk en hangt het van de situatie af.

Voor de duidelijkheid: wat is de betekenis van de inkeerregeling?

De inkeerregeling is een regeling voor particulieren die geld bij een buitenlandse bank ondergebracht hebben, maar dit niet aan de fiscus gemeld hebben. Door middel van de inkeerregeling kunt u niet-aangegeven banktegoeden, contante gelden, effecten of onroerend goed in het buitenland alsnog aangeven. Dit geldt ook voor binnenlands vermogen en inkomsten. Indien u niet inkeert en de fiscus het verzwegen vermogen op het spoor komt, gelden er hoge boetes tot maximaal 300%. In het geval van fraude kan er sprake zijn van strafrechtelijke vervolging. De fiscus zet zich de laatste jaren actief in om zwart geld op te sporen.

Voorwaarde voor de inkeerregeling is dat u niet wist of kon vermoeden dat de fiscus weet heeft of krijgt van uw verzwegen vermogen.  Door inkeer of vrijwillige verbetering kunt u weer vrij beschikken over uw vermogen en worden eventuele erfgenamen niet met de problemen opgezadeld.

Bij inkeren betaalt u een boete, belasting en belastingrente. De belasting bestaat doorgaans uit box 3 belasting over de afgelopen 12 jaren (buitenland), c.q. 5 jaren bij binnenlands verzwegen vermogen. Voldoet u officieel niet meer aan de voorwaarden voor de inkeerregeling? Ook in dat geval kunnen wij u mogelijk helpen om een zo gunstig mogelijke afloop te bewerkstelligen.

Steeds grotere pakkans

De kans dat de fiscus verzwegen buitenlands vermogen op het spoor komt, wordt steeds groter. Er zijn informatie-uitwisselingsverdragen afgesloten tussen landen binnen de EU en in diverse voormalige belastingparadijzen is of wordt op korte termijn het bankgeheim afgeschaft. Nu al werken sommige van deze landen actief mee aan het tegengaan van belastingontduiking. Recent verkreeg de Belastingdienst 1,5 miljoen signalen uit 110 landen van buitenlandse banken over buitenlandse rekeningen die gekoppeld zijn aan een Nederlandse belastingplichtige. Ook verricht de Belastingdienst in samenwerking met de FIOD actief onderzoek naar transacties met buitenlandse betaalkaarten. Ook dit leidde reeds tot hoge boetes en in sommige gevallen strafvervolging.

Wat kunnen wij voor u betekenen?

Wij presenteren uw situatie op de juiste wijze bij de Belastingdienst om een boete zo laag mogelijk te houden. Wij kunnen u ook helpen indien u reeds de inkeermelding heeft gedaan en begeleiding nodig heeft bij de verdere procedure. Mocht de Belastingdienst wel al op de hoogte zijn van uw buitenlandse vermogen, dan staan wij u graag bij met advies. Het is dan van groot belang verzachtende omstandigheden aan te dragen. Hiermee kunnen wij wellicht de boetes nog beperken.

Ons kantoor heeft al sinds de invoering in 2001 ervaring met het begeleiden van mensen met verzwegen vermogen bij het alsnog aangeven hiervan door middel van de inkeerregeling; ook indien de Belastingdienst er zelf achter is gekomen. Wij hebben in veel gevallen een (veel) lager percentage bereikt dan de 40 tot 60% heffing over het gemiddelde vermogen in de inkeerperiode dat gebruikelijk is bij inkeer. In de gunstigste gevallen kan de schade beperkt blijven tot onder de 25%. Wij zijn namelijk bekend met alle mogelijkheden tot belastingvermindering, zoals niet gebruikte vrijstellingen en ingehouden buitenlandse belastingen.  Ook hebben wij goede contacten met vaste contactpersonen bij de belastingdienst en zijn wij bekend met hun werkwijze waardoor de inkeerprocedure effectief verloopt. Wij nemen alle onderhandelingen met de fiscus van u over. Uiteraard betrachten wij hierbij uiterste discretie. U kunt op ons rekenen als een betrouwbare en ervaren tussenpersoon. Wij zijn tevens goed op de hoogte van de complicaties van erfrecht en erfbelasting bij inkeersituaties. Mocht u zich afvragen of u een advocaat of belastingadviseur nodig heeft, dan helpt dit artikel wellicht bij uw overweging.

Voorbeeldsituaties inkeerregeling

U heeft 18 jaar geleden bij verkoop van uw woning de overwaarde overgeboekt naar een rekening in het buitenland. Van dit bedrag koopt u daar een huis en auto en de rest blijft op de rekening staan om de vaste lasten van te betalen. In deze woning woont u een gedeelte van het jaar. Een aantal jaren geleden heeft u de buitenlandse woning echter weer verkocht en de opbrengst op een nieuwe buitenlandse rekening gestort waarvan u geld gebruikt als u daar op vakantie bent. Al deze jaren heeft u dit buitenlandse vermogen niet opgegeven. U realiseert zich dat het gezien de toenemende informatie-uitwisseling tussen landen verstandiger is om gebruik te maken van de inkeerregeling. Aangezien u altijd online uw bankzaken heeft gedaan, verwacht u dat het een probleem zal zijn om alle afschriften uit het verleden boven tafel te krijgen.

Het advies zou inderdaad zijn zo spoedig mogelijk in te keren teneinde de meeste kans te hebben op een tijdige inkeermelding. Hierbij liggen de boetes op 120% (voor de periode vóór 2009 kunnen meestal lagere boetes worden behaald) waarbij de laatste twee jaar van de 12-jarige inkeerperiode doorgaans boetevrij zijn. Als gevolg van de afschaffing van de inkeerregeling sinds 1 januari 2018 kan dit anders liggen qua boetes. Krachtens overgangsrecht geldt de inkeerregeling wat betreft naheffing inkomstenbelasting nog wel voor jaren voor 2018. Indien de fiscus al wel informatie heeft is normaliter het inkeerstadium voorbij en bedragen de boeten over 12 jaar tussen 150 en 200% (300% komt niet vaak voor). In beide situaties rekent de fiscus overigens ook heffingsrente bij over de na te vorderen box 3-heffing. Mogelijk kunt u voor de periode dat u buitenlands onroerend goed had, aftrek ter voorkoming van dubbele belasting krijgen. Datzelfde kan gelden voor aldaar ingehouden bronbelasting. Indien u nu zo spoedig mogelijk tenminste de inkeermelding doet bij de coördinerende inspectie te Breda heeft u in ieder geval een ‘voet tussen de deur’ door de inkeermelding. Na melding en bevestiging hiervan door de Belastingdienst, meestal binnen 10 dagen, is er tijd om de bankstukken zo compleet mogelijk te krijgen en eventueel benodigde schattingen te doen. U kunt hiervoor waarschijnlijk uitstel krijgen tot wel een jaar of langer. Wij kunnen uiteraard het gehele bovenstaande traject overnemen, inclusief communicatie met de fiscus en/of bank.

In 2005 is het buitenlandse huis van uw vader na zijn overlijden op uw naam gekomen. In 2021 heeft u het huis verkocht. U vraagt zich af hoe u dit op kunt nemen in de belastingaangifte 2021. U heeft het huis nooit eerder opgegeven in uw belastingaangiften.

Naar het voorkomt was het huis in uw bezit en maakte dit deel uit van uw box 3 grondslag. Indien de woning niet was vermeld dan zal onderzocht moeten worden of er gebruik kan worden gemaakt van de inkeerregeling. Het maakt ook nog uit of er een bijbehorende bankrekening in Italië was en wat de opbrengst van het huis is geweest.

Op advies van de Zwitserse bank heeft u in 1999 een Zwitserse Stichting (Stiftung) geopend en daarin uw zwarte geld in ondergebracht. U kunt echter niets met het geld en u wordt ook steeds benauwder door de toenemende informatie-uitwisseling tussen onder andere Zwitserland en de Nederlandse fiscus. U vraagt zich af of u in uw situatie ook nog gebruik kan maken van de inkeerregeling en wat de gevolgen zijn als u dit niet doet.

Het risico dat de fiscus uw Zwitserse stichting op het spoor komt, wordt inderdaad steeds groter. Waren de Zwitserse banken destijds nog scheutig met advies over hoe u zogenaamd legaal zwart geld kon onderbrengen, nu werken zij mee indien door de Nederlandse fiscus wordt gevraagd om informatie over buitenlandse rekeninghouders. In uw situatie kunt u het beste zo snel mogelijk de Zwitserse stichting opheffen en gebruik maken van de inkeerregeling. In de regel behandelt de fiscus uw stichting dan als transparant voor de inkomstenbelasting en wordt er geen vennootschapsbelasting nagevorderd. Indien u geen actie onderneemt, loopt u het risico dat de fiscus de stichting op het spoor komt en zelfs dat er vervolgens vennootschapsbelasting wordt nagevorderd. U dient dan mogelijk ook jaarrekeningen te overleggen die nooit zijn gemaakt aangezien het geen echte stichting is. Ditzelfde risico lopen bijvoorbeeld ook personen die een Liechtensteinse Anstalt hebben of een Limited op de Virgin Islands of een ander exotisch belastingparadijs. Na voltooing van de inkeerprocedure kunt u dan uw geld naar Nederland halen. Vergeet dan niet vooraf aan de NL bank te melden dat de inkeerregeling op het bedrag is toegepast. Anders loopt u het risico dat de bank een MOT-melding (bij verdachte transacties) doet.

Uw echtgenote komt uit Spanje en recentelijk heeft zij een erfenis ontvangen in verband met het overlijden van haar ouders. De erfenis bestaat uit onroerend goed en een bijbehorende bankrekening. Omdat het voornamelijk gaat om onroerend goed heeft u nog geen melding hiervan gedaan in de aangifte. U heeft immers nog niets ontvangen van de Belastingdienst. Is dit echter wel de juiste gedachte en handelswijze?

Desondanks bent u met ingang van het overlijden gerechtigd tot de erfenis en maakt deze deel uit van uw belastingaangifte. Voor de woning geldt mogelijk aftrek elders belast, maar niet voor uw deel van de bijbehorende bankrekening. Het is dan ook zaak om op korte termijn een inkeermelding te doen om uw situatie voortvarend te corrigeren.

U heeft gewerkt voor een Amerikaanse werkgever met een vaste inrichting in Nederland. De opties die u kreeg van uw werkgever zijn wel in de Nederlandse salarisadministratie verantwoord. U heeft deze Amerikaanse aandelen echter vergeten in de aangifte te melden. Toen u zich dit realiseerde vroeg u zich toch af of hoe dit op te lossen is en of de inkeerregeling in uw situatie een optie is.

U bent belastingplichtig voor uw wereldwijde inkomen en vermogen, dus ook voor de aandelen die u zou kunnen verkopen en te gelde maken. Het is dan ook verstandig om deze aandelen zo spoedig mogelijk te melden, zodat u zelf het initiatief neemt met betrekking tot correctie.

Recent heeft u voor uw vader een brief ontvangen van de Belastingdienst met als onderwerp ‘verzoek om informatie’ aangaande een bankrekening in Zwitserland. Vanwege de slechte geestelijke gezondheid van uw vader regelt u zijn geldzaken, maar u was niet op de hoogte van deze bankrekening. Uw moeder is niet meer in leven. Uw ouders hebben hun hele leven hard gewerkt en zuinig geleefd en u vermoedt dat uw vader voor hun oude dag heeft willen sparen. U vraagt zich af hoe u nu een boete kan beperken en hoe alles op orde kan worden gemaakt.

Aangezien de Belastingdienst reeds een brief betreffende de Zwitserse rekening heeft verzonden, kan er geen gebruik meer worden gemaakt van de gewone inkeerregeling. De fiscus is namelijk al op de hoogte van het verzwegen vermogen. Wel kan er alsnog een melding worden gedaan van verzwegen buitenlandse vermogensbestanddelen. Alle gegevens met betrekking tot de bankrekening, herkomst van het geld, eventuele opnames etc. moeten helder en op de juiste wijze worden gepresenteerd, zodat de Belastingdienst een zo volledig mogelijk beeld krijgt. Ook kunnen verzachtende omstandigheden worden aangedragen. Hiermee kan de boete en navordering nog zoveel mogelijk worden beperkt.

Vaak denkt men dat het veiliger is om zwart geld contant te bewaren dan op een buitenlandse bankrekening te zetten. Of men heft de buitenlandse rekening op en bewaart daarna het contante geld. Echter, vooral indien er sprake is van contant zwart geld, kan dit de bezitters veel problemen opleveren. Deze op waargebeurde feiten gebaseerde voorbeeldsituaties getuigen hiervan. Iemand heeft zwart geld in zijn tuin begraven. Zijn vrouw weet van niets. Als hij na jaren het geld opgraaft, blijkt het letterlijk zwart geld te zijn. De zak was niet goed afgesloten en door oxidatie is het papiergeld zwart geworden. Aangezien geld geld is in Nederland (als het maar compleet is) brengt de man het naar De Nederlandse bank om het om te ruilen. Hij heeft pech; de bank doet melding van het geld en er wacht hem een flinke boete en naheffing. Bovendien heeft hij thuis zijn vrouw heel wat uit te leggen, aangezien ze altijd geld tekort kwamen en zuinig moesten zijn. Een andere man had zijn huis in het buitenland verkocht en kreeg het geld cash in handen. Dit bewaarde hij in een kluis in zijn huis in Nederland. Hij geeft hiervan 100 euro aan de schoonmaakster, om vervolgens een paar dagen later te ontdekken dat de kluis leeg is. Een andere triest verhaal is dat van de man die al zijn zwarte spaargeld in Zwitserland had opgenomen en in een koffer mee over de grens had genomen. Onderweg is hij overvallen door nepagenten en al zijn geld kwijtgeraakt. Tot slot het echtpaar dat hun zwarte geld op een veilige plek in de tuin begraven had, maar wel erg dicht bij de erfgrens. Na afloop van de graafwerkzaamheden door hun nieuwe buren kregen zij van hen te horen dat er geld gevonden was op de grens van hun twee tuinen en dat zij beiden misschien wel recht op het geld hadden. Intussen was het ‘veilig’ bij de politie.

In deze laatste drie gevallen kunnen zij naar de politie gaan, maar zullen zij in dat geval eerst een inkeermelding moeten doen. Het probleem dat zich dan voordoet is dat de fiscus precies zal willen weten waar het geld vandaan komt, hoe het verdiend is, wat het oorspronkelijke bedrag was en wat er is uitgegeven. Dit is vaak lastig om te reconstrueren en zeker om bewijs te leveren. Het komt voor dat een wantrouwende inspecteur de verklaring vervolgens niet aanneemt, maar het aannemelijk vindt dat het bedrag nog hoger is geweest. Zie dan maar eens te bewijzen wat het werkelijk is geweest. De boete en naheffing die dan volgen zijn fors. Uiteraard hangt dit ook af van waar het geld is opgekomen. Is het geld dat eerst op een buitenlandse spaarrekening heeft gestaan, dan geldt in de regel een navorderingstermijn van 12 jaar. Is het geld in Nederland opgekomen? Dan geldt vijf jaar. Verder maakt het uit of het spaargeld was dat zwart werd door overbrenging naar het buitenland (alleen box 3) was of geld dat zwart is verdient (box 1 en box 3).

Zit u in een inkeertraject of is dit afgerond? Gaat u het overgebleven (witte) buitenlands vermogen overmaken naar uw Nederlandse rekening? Geef dan tijdig bij de bank aan dat u gebruik maakt of heeft gemaakt van de inkeerregeling en dat het om het resterende bedrag gaat dat dus netjes aangegeven is bij de Belastingdienst. Het is ook verstandig om pas na afhandeling van het inkeertraject het geld over te maken.

Toegenomen controle particuliere klanten door banken

Van een aantal van onze cliënten hebben wij de laatste tijd vernomen dat hun Nederlandse bank het hen moeilijk maakt als zij het geld dat vrijkomt na of tijdens het inkeertraject naar hun Nederlandse rekening overmaken. Mogelijke aanleiding is de toenemende druk op banken om hun particuliere klanten te controleren op witwaspraktijken. Zo kreeg ING vorig jaar en ABN dit jaar een flinke boete omdat zij onvoldoende deden om witwassen tegen te gaan.

Voorkom dat uw transactie wordt gemeld als verdacht

Indien nu dus vanaf een buitenlandse bank ineens een grote som geld op de Nederlandse rekening wordt gestort, kan dit worden aangemerkt als verdacht. De banken zijn niet op de hoogte van het feit dat u als de eigenaar van het vermogen het inkeertraject heeft doorlopen. Het kan zijn dat zij uw transactie willen aanmelden bij het MOT (Meldpunt Ongebruikelijke Transacties). U kunt onnodige problemen en vertraging voorkomen door bij de bank te melden dat het om aangegeven vermogen gaat dat u stort nadat u gebruik heeft gemaakt van de inkeerregeling.

Ook een notaris kan onterecht aan de bel trekken 

Ook notarissen zien zich genoodzaakt om aan de bel te trekken indien zij betrokken worden bij een zaak waarin buitenlands vermogen een rol speelt. Bijvoorbeeld in een zaak waarin buitenlands vermogen geërfd is of indien u als gemachtigde moet optreden namens de eigenaar van het buitenlands vermogen indien deze zelf niet meer in staat is om te handelen. Een notaris moet dan verklaren dat iemand anders gemachtigd is. Ook wordt in sommige gevallen door de buitenlandse bank zelfs weer gevraagd om een apostille, een verklaring omtrent de bevoegdheid van de notaris ofwel legalisatie van zijn/haar handtekening. Ook de notaris is niet automatisch op de hoogte van het feit dat u in een inkeertraject zit en kan vragen gaan stellen over het buitenlands vermogen en een melding hiervan willen doen bij het MOT. Ook dit kan onnodige vertraging of een moeizamer verlopend inkeertraject opleveren. Niet iets waar u op zit te wachten.

Wij staan u graag bij indien u zulk soort vragen op u af krijgt. Neemt u gerust contact op om uw situatie te bespreken.

De Telegraaf meldt vandaag dat inmiddels bekend is dat er 3000 van de 4400 Nederlandse klanten bij de Luxemburgse bank Banque et Caisse d’Epargne de l’Etat (BCEE), waarvan de Belastingdienst in het najaar van 2016 de gegevens kreeg, zijn geïdentificeerd.

Boete mogelijk

2100 van deze 3000 bleken hun vermogen op de rekening niet te hebben aangegeven bij de fiscus. Deze mensen krijgen deze maand een brief van de Belastingdienst, waarvan een derde deel reeds verstuurd is. In deze brief wordt gevraagd om toelichting en openheid van zaken. Niet in alle gevallen zal het gaan om zwart vermogen, maar indien dit wel het geval is zal een boete of zelfs straf gelden.

Inkeer niet mogelijk

Volgens de Telegraaf stelt een zegsman van de fiscus dat zwartspaarders niet meer ontkomen aan een straf. Zij kunnen niet meer inkeren. Maar het volop meewerken kan wel meespelen in de beoordeling van de inspecteur. Dat wil zeggen leiden tot eventuele strafvermindering.

Mocht u reeds een brief hebben gekregen of verwachten deze te krijgen dan is het zaak dat u zo snel en volledig mogelijk openheid van zaken geeft. Wij kunnen u hierbij helpen en hebben ruime ervaring in het op de juiste wijze presenteren van alle gegevens aan de fiscus. Onze ervaring is dat de coulante houding van de Belastingdienst ten opzichte van zwartspaarders echt steeds minder wordt en dat er steeds meer druk wordt uitgeoefend om zo snel mogelijkheid met alle bankgegevens te komen.

Wilt u meer weten over uw mogelijkheden of hulp? Neem nu contact op.

Bezitters van buitenlands vermogen hebben veel redenen om zich zorgen te maken. Soms terecht, maar soms ook niet. Het kan makkelijker zijn dan verwacht om buitenlands vermogen aan te geven voor de eerste keer.

Slapeloze nachten door jacht op verzwegen vermogen

De jacht op zwartspaarders door de fiscus heeft al veel mensen met verzwegen buitenlands vermogen de nodige slapeloze nachten bezorgd. De druk neemt toe nu steeds meer buitenlandse banken meewerken aan het verschaffen van informatie over hun Nederlandse (voormalige) cliënten. De inkeerregeling heeft een uitweg geboden waardoor men tegen een boete alsnog schoon schip kon maken. Inmiddels is deze boete echter 120% en is er sprake van afschaffing van de inkeerregeling. Voor diegenen die nog steeds buitenlands vermogen bezitten dat (nog) niet bekend is bij de Belastingdienst reden voor veel kopzorgen. Dit is echter niet in alle gevallen terecht. Indien het gaat om een buitenlandse woning die men nooit heeft opgegeven, is dit vrij eenvoudig recht te zetten.

Buitenlandse woning  en de inkeerregeling

Men heeft in dit geval wel verzaakt om de buitenlandse woning op te geven bij de Belastingdienst, maar voor een buitenlandse woning kan men gebruik maken van de aftrek ter voorkoming dubbele belasting. Er is dan in Nederland geen belasting verschuldigd, aangezien er reeds een belastingplicht is in het land waar de woning zich bevindt. Het is in dit geval zaak om wel zo snel mogelijk alsnog de buitenlandse woning op te geven middels de inkeerregeling. Indien het huis namelijk verkocht wordt, zit men met een som geld waarvan de fiscus vragen gaat stellen over de herkomst.

Wat gebeurt er als de Belastingdienst erachter komt?

In het geval dat de woning niet is aangegeven en de Belastingdienst komt erachter, bestaat de kans dat enige vorm van sanctie wordt opgelegd; er is immers geen volledige aangifte gedaan, dit is een fiscaal misdrijf. Een volgende logische vraag is dan hoe (en waarvandaan) de buitenlandse woning indertijd gefinancierd werd.Aangezien er echter geen belasting verschuldigd is geweest, kan de boete aangevochten worden. Dit kan wel een langdurig proces zijn.

Wat te doen in uw situatie?

Wilt u graag uw situatie aan ons voorleggen? Neem dan contact met ons op.