Heeft u een aanbod gekregen om te gaan werken in Saudi-Arabië? Dan komt daar belastingtechnisch veel bij kijken. Wat is bijvoorbeeld de impact als u zich wel of niet uitschrijft. Denk aan zaken als familie die achterblijft, hoeveel dagen u besteedt in Saoedi-Arabië, of wel in Kingdom of Saudi arabia (KSA). Nu vraagt u zich af, waar u belastingplichtig bent en u wilt natuurlijk geen dubbele belasting betalen. U vraagt zich af of wat de implicaties zijn en hoe u dit zo kunt opzetten, dat u zoveel mogelijk belasting bespaart en toch uw zaken correct geregeld worden. Daarbovenop komt natuurlijk eventueel het invullen van het m-formulier: een gecompliceerde aangifte die uw belastingplicht omzet naar de buitenlandse bij emigratie.
Werken in Saudi-Arabië
In de Kingdom of Saudi Arabia wordt 20% winstbelasting geheven maar er wordt geen belasting over inkomsten geheven, waardoor het aantrekkelijk kan zijn om er te gaan werken. Er bestaat een belastingverdrag tussen Saoedi-Arabië en Nederland en de groeiende economie van Saoedi-Arabië maakt het KSA het steeds aantrekkelijker voor buitenlandse bedrijven en werknemers.
Als dit soort vragen bij u opkomen indien u gaat werken in saudi arabië, is het verstandig om een internatonaal belastingadviseur naar uw situatie te laten kijken. Hier leest u meer over voorkoming dubbele belasting.
U heeft een koophuis in Nederland; u vraagt zich af of u deze na emigratie (van het gezin) nog kunt aanhouden;
U vertrekt alleen; u gaat werken in Saudi arabië en uw vrouw blijft in Nederland achter voor de eerste paar maanden. U vraagt zich af of zij nog gebruik kan maken van de hypotheekrenteaftrek;
U vraagt zich af of er nog gebruik kan maken van de hypotheekrenteaftrek nadat uw volledige gezin is verhuisd en u nog een koophuis aanhoudt in Nederland;
U wilt graag weten wat er gebeurd met uw Nederlandse zorgverzekering na emigratie;
Uw vrouw heeft recht op kinderbijslag en volledige kinderopvangtoeslag; u vraagt zich af of dit ook na uw emigratie nog geldt;
U heeft spaargeld en vraagt zich af of het fiscaal gunstig is om dit in Nederland te houden;
U vraagt zich af of het verstandig is om zoveel mogelijk inkomen dat u het KSA hebt verdiend in het buitenland te houden;
Uw man heeft een baanaanbod in Saudi Arabie. U blijft in NL wonen, nu vraagt u zich af of uw man buitenlands belastingplichtig wordt en uzelf binnenlandsplichtig blijft.
Situatie voorleggen
Neem contact op en leg uw situatie aan ons voor. Wij bekijken graag uw situatie en richten deze zo fiscaal-optimaal in! Voor meer informatie over onze werkwijze zie dan deze pagina.
Voorbeeldsituaties (werken in Saudi-Arabië)
Zo hebben wij onze klanten geholpen. Lees hier hun vragen en ons advies.
Mijn echtgenoot overweegt een baananbod in het kingdom of saudi arabia. Als hij hierop ingaat, zou ik hier blijven wonen met onze zoon. Is het mogelijk dat mijn man buitenlands belastingplichtig wordt en ik binnenlands belastingplichtig blijf? Wij hebben ook een woning in NL.
Het uitschrijven heeft als nadeel dat er geen sprake kan zijn van fiscaal partnerschap. De woning zal voor 50% bij u in box 1 blijven, terwijl de 50% van uw echtgenoot mogelijk in box 3 terecht komt. Als uw echtgenoot ingeschreven blijft dan dient het gehele KSA salaris waarschijnlijk vermeld te worden in de NL aangifte. Vervolgens kan er ook van een werkkalender gebruik gemaakt worden.
Ik ga in Saudi Arabië werken. Ik blijf er een paar jaar als het goed bevalt. Ik houd in Nederland mijn huis aan waar mijn vrouw blijft daar wonen. Ik reis om de paar weken terug. Ik krijg hypotheekrente aftrek en heb in NL inkomsten uit een eigen BV en uit loondienst. Hoeveel inkomstenbelasting moet ik in NL betalen over mijn inkomen uit Saudi arabie en hoeveel belasting moet ik in nl betalen mocht ik in saudi arabie werken? Is het verstandig om mezelf uit te schrijven?
De uitschrijving geeft potentieel het meeste zekerheid dat het KSA salaris niet in Nederland belast wordt. Dit heeft diverse gevolgen: wanneer geen of nauwelijks sprake is van werkdagen buiten het KSA, dan kan het een overweging zijn om uzelf niet uit te schrijven. Er bestaat soms de mogelijkheid dan, dat de eigen woning aftrek geheel aan uw echtgenoot toegerekend kan worden.
Opgaaf werkelijk rendement
Er is jarenlang geprocedeerd over de fictieve manier van belasting heffen over het box 3-vermogen. Er werd immers uitgegaan van een fictief rendement dat vele malen hoger was dan op de spaarrekening ontvangen werd. Uiteindelijk bepaalde de Hoge Raad in december 2021 in het zogenaamde Kerstarrest echter dat de forfaitaire berekening van box 3 voor de jaren 2017 en 2018 onevenredig zwaar drukt en daarmee in strijd is met het mensenrechtenverdrag. Volgens de Hoge Raad moet rechtsherstel geboden worden aan belastingplichtigen die bezwaar gemaakt hebben.
Op 6 juni 2024 oordeelde de Hoge Raad dat de nieuwe fictieve heffing volgens de Herstelwet nog steeds in strijd is met het mensenrechtenverdrag. De Belastingdienst heeft daarom een nieuwe regeling opgezet die het werkelijk rendement beter benadert. Omdat het vaststellen van het werkelijke rendement in de praktijk vaak ingewikkeld is, is de nieuwe regeling complex. Daarnaast zitten er nog steeds fictieve elementen in het nieuwe stelsel. Als de uitkomst van de nieuwe regeling gunstiger is dan die van het forfaitaire systeem, kunnen belastingplichtigen voor deze methode kiezen.
Deze regeling loopt vooruit op een geheel nieuwe box 3-heffing op basis van werkelijk behaald rendement. De invoering hiervan wordt op dit moment verwacht in 2028.
Opgaaf werkelijk rendement
Belastingplichtigen wiens werkelijk rendement lager is dan het fictieve rendement, kunnen er nu dus voor kiezen om hun werkelijk rendement door te geven aan de Belastingdienst via een ‘opgaaf werkelijk rendement’. Het werkelijk rendement dient gespecificeerd aangetoond te worden per vermogensbestanddeel. Het opstellen van deze opgaaf vereist een uitgebreide analyse van het box 3 vermogen, waarbij per vermogenscategorie zowel de genoten inkomsten als de (on)gerealiseerde vermogenswinsten berekend moeten worden. Voor bepaalde vermogenscategorieën wordt nog steeds met fictieve uitgangspunten gewerkt, denk aan de WOZ-waarde en leegwaarderatio voor verhuurde woningen. De precieze toepassing van de regels is op enkele punten nog niet volledig uitgekristalliseerd.
Toepassing per vermogenscategorie
Voor elke vermogenscategorie gelden andere regels. Voor spaartegoeden moet gekeken worden naar alle rente-inkomsten die in het betreffende jaar ontvangen zijn. Voor vermogensbestanddelen die in waarde fluctueren zal de waardeverandering in het belastingjaar in kaart gebracht moeten worden. Denk aan aandelen of een verhuurde woning in box 3. Bij bank- of beleggingsrekeningen in buitenlandse valuta, dient ook rekening gehouden te worden met het valutaresultaat.
Voor welke jaren?
De opgaaf werkelijk rendement kan ingediend worden voor alle jaren waarvan de aanslag niet onherroepelijk vaststond ten tijde van het Kerstarrest van 24 december 2021. Daarnaast geldt dit voor jaren waar bezwaar is gemaakt tegen de definitieve aanslag en waarvoor binnen de 5-jaarstermijn een verzoek tot ambtshalve vermindering voor is ingediend. Aangezien het ieder kalenderjaar opnieuw mogelijk is om de keuze te maken tussen fictief en werkelijk rendement, zijn er vaak mogelijkheden om de belastingdruk te optimaliseren.
Bekijk deze klantcases
Bram heeft een leegstaande woning in Nederland die hij als pied-à-terre gebruikt. In 2023 en 2024 is sprake geweest van een daling van de WOZ-waarde, waardoor in die jaren sprake is van een negatief werkelijk rendement. Bram kan via de opgaaf werkelijk rendement een teruggave claimen.
— Bram, klant bij J.C. Suurmond & zn. Belastingadviseurs
“Sandra heeft een beleggingsportefeuille van € 500.000. In 2020 is haar portefeuille met € 50.000 gedaald, waardoor zij in dat jaar een negatief rendement heeft. Aangezien de definitieve aanslag 2020 na december 2021 is opgelegd, kan zij in aanmerking komen voor een teruggave.”
— Sandra, klant bij J.C. Suurmond & zn. Belastingadviseurs
“Wim heeft een familielid € 200.000 geleend voor de aankoop van een woning. Hij ontvangt jaarlijks 2% rente. Het door de Belastingdienst berekende fictieve rendement over deze lening bedraagt echter jaarlijks ca. 6%. De kans is groot dat Wim via de opgaaf werkelijk rendement een teruggave kan claimen.”
— Wim, klant bij J.C. Suurmond & zn. Belastingadviseurs
Contact
Neem contact met ons op en leg uw situatie voor. Wij bekijken graag samen met u de mogelijkheden in uw situatie!
De voordelige 30%-regeling wordt steeds moeilijker te verkrijgen! Lees hier verder.
Beperkingen
Vorig jaar werd abrupt besloten dat de 30%-regeling zou worden beperkt. De maximale belastingvrije vergoeding van 30% zou niet langer voor maximaal 60 maanden gelden; in plaats daarvan zou de vergoeding na elke 20 maanden met 10% afnemen. Het zou dus van 30% naar 20% gaan, en uiteindelijk naar 10% voor de laatste 20 maanden. Deze beperking werd onmiddellijk met veel kritiek ontvangen; het werd gezien als nadelig voor het ondernemers- en investeringsklimaat in Nederland en zou leiden tot te veel administratieve rompslomp. In 2024 zou de 30%-regeling opnieuw geëvalueerd worden en er werden al suggesties gedaan om de beperking ongedaan te maken : In het Belastingplan 2025 wordt de eerder ingevoerde beperking opgeheven, maar helaas zal de 30%-regeling op een andere manier worden beperkt, zoals hieronder beschreven.
De 27%-regeling
De maximale belastingvrije vergoeding van 30% wordt vanaf 2027 verlaagd naar 27%. Daarnaast wordt vanaf 2027 de inkomensdrempel voor de 30%-regeling verhoogd van €46.107 naar €50.436. Voor werknemers onder de 30 jaar met een masterdiploma die gebruik maken van de 30%-regeling, wordt de inkomensdrempel verhoogd van €35.048 naar €38.388. Dit is een aanzienlijke verhoging, die jaarlijks geïndexeerd zal worden. Bovendien is er vanaf 2025 geen mogelijkheid meer om te kiezen voor gedeeltelijke belastingheffing in het buitenland.
Deze maatregelen zullen ervoor zorgen dat minder expats in aanmerking komen voor de regeling en dat de belastingvrije vergoeding afneemt. Voor alle expats die al voor 1 januari 2024 in aanmerking kwamen voor de 30%-regeling, blijft de maximale belastingvrije vergoeding 30% voor de gehele duur en kunnen zij tot 2026 kiezen voor partiële buitenlandse belastingplicht. Voor personen die na 1 januari 2024 de 30%-regeling toegekend gekregen hebben, kan er enkel nog voor 2024 gekozen worden voor partiële buitenlandse belastingplicht. Vanaf 2025 is er dan, afhankelijk van de situatie, box 3-belasting verschuldigd. Ook kan er eventueel box 2-belasting verschuldigd zijn indien er sprake is van een buitenlands aanmerkelijk belang.
Suurmond Belastingadviseurs zal, zoals altijd, er zijn om te helpen de 30%-regeling te verkrijgen – hoewel er natuurlijk veel meer beperkingen zijn dan voorheen. Wij hebben in verschillende situaties gunstige resultaten behaald.
Of heb je de 30%-regeling al en eindigt deze binnenkort? Neem dan contact met ons op en wij kunnen je adviseren over de gevolgen en mogelijkheden voor belastingoptimalisatie!
Het komt voor dat belastingplichtigen van de Belastingdienst te horen krijgen dat er geen aangifte gedaan hoefde te worden, terwijl het in de gegeven situatie wel verplicht was of juist gunstig was.
Bijvoorbeeld voor een buitenlands belastingplichtige met Nederlands onroerend goed, of iemand met persoonsgebonden aftrekposten.
Dit jaar heeft de Belastingdienst aangegeven dat sommige gegevens in de vooringevulde aangifte onjuist kunnen zijn, onder meer met betrekking tot een buitenlandse bankrekening. De meeste aftrekposten worden hierin ook niet meegenomen. Of u nu een bericht ontvangen heeft of niet, het is altijd verstandig om goed te kijken naar uw fiscale situatie, en of u nog besparingsmogelijkheden heeft. Berichten die u via de digitale Berichtenbox ontvangt, worden overigens ook nog per post verstuurd.
Wij vragen voor onze cliënten een doorlopende machtiging aan bij de Belastingdienst in plaats van de jaarlijkse machtigingen; uiteraard kan deze op enig moment weer opgezegd worden.
Indien u een brief krijgt met een code voor het aanvragen van doorlopende machtigingen, ontvangen wij deze graag van u zodat wij de (aanvraag voor de) doorlopende machtiging kunnen activeren. Deze machtiging is onder meer nodig voor de ontvangst van kopie aanslagen van de Belastingdienst in ons softwareprogramma. Overigens ontvangen wij graag alsnog per e-mail kopieën van de papieren aanslagen die u ontvangt, om zeker te maken dat deze tijdig gecontroleerd worden en er geen bezwaartermijnen verlopen.
Mocht u overigens geen uitnodiging tot het doen van aangifte ontvangen hebben, maar ontvangt u deze later in het jaar wel, dan verzoeken wij u dit aan ons te laten weten. Voor deze aangiften zullen wij namelijk los uitstel aan moeten vragen voor de indiening.
Wij verzoeken u om ook informatie over uw cryptovaluta aan ons door te geven voor de aangifte IB 2024.
Cryptovaluta behoren bij het vermogen en het is verplicht om dit in Box 3 aan te geven. Wij hebben hiervoor de waarde per 1-1-2024 en 31-12-2024 nodig. Daarnaast ontvangen wij graag een overzicht van de aan- en verkopen gedurende 2024 voor de bepaling van het werkelijke rendement. Ook indien u over eerdere jaren uw cryptovaluta niet heeft opgegeven is het verstandig om dit alsnog op eigen initiatief te corrigeren. Wij kunnen u ook hierin van dienst zijn. De fiscus heeft namelijk sinds kort bevoegdheid om zelf te kijken hoeveel vermogen een belastingplichtige aan cryptovaluta heeft, op basis van een nieuwe EU richtlijn over gegevensuitwisseling. Hetzelfde is overigens ook van toepassing bij overig niet-aangeven buitenlands vermogen. Mocht het voor u niet mogelijk zijn om de historische waarde van uw cryptovaluta in te zien, raden wij u aan elk jaar op 1 januari een screenshot te maken van uw portefeuille.
Volgens de belastingrenteregels, zal de Belastingdienst vanaf 1 juli 2025 rente berekenen over een te betalen bedrag voor de aangifte 2024
Deze rente bedraagt momenteel 6,5% voor de Inkomstenbelasting en 9% voor de Vennootschapsbelasting. Verwacht u een hoge aanslag en wilt u de rente hierover vermijden, neem dan contact op voor het aanvragen van een voorlopige aanslag. Om rente te voorkomen, dient de voorlopige aanslag vóór 1 april aangevraagd te zijn. In geval van een teruggave vergoedt de Belastingdienst zeer beperkt rente.
Indien u per 1 januari 2024 contant geld in huis heeft dat de drempel van € 653,– (€ 1.306,– voor fiscale partners) te boven gaat dient dit in box 3 aangegeven te worden. Contant geld valt onder vermogenscategorie 1 en wordt dus op dezelfde manier belast als banktegoeden.
Zoals in de aangifte 2023, is in de aangifte 2024 in beginsel een fictieve vermogensrendementsheffing van toepassing op uw box 3-vermogen.
Banktegoeden worden tegen een laag tarief belast en overig vermogen tegen een hoger tarief. Er wordt uitgegaan dat u op banktegoeden een rendement verdient van 1,44% en op overig vermogen een rendement van 6,04%. Daarnaast wordt voor schulden slechts rekening gehouden met een negatief rendement van 2,47%. Het heffingsvrij vermogen wordt berekend tegen een gewogen gemiddeld tarief. Vervolgens wordt het fictieve rendement op uw vermogen belast met 36% box 3-heffing.
Op 6 juni 2024 oordeelde de Hoge Raad dat deze fictieve heffing nog steeds in strijd is met het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. Hierdoor is de Belastingdienst de mogelijkheid aan het ontwikkelen om uw werkelijke box 3-rendement te belasten indien dit lager is dan het fictieve rendement. Later dit jaar zal er een formulier ‘Opgaaf werkelijk rendement’ uitgebracht worden waarmee het werkelijke rendement doorgegeven kan worden aan de Belastingdienst.
De Hoge Raad heeft de volgende rekenregels voor bepaald voor de berekening van het werkelijk rendement:
Direct rendement is belast (bijvoorbeeld rente, dividend, huurinkomsten) in het jaar van ontvangst (kassysteem).
Vermogenswinsten op bijvoorbeeld aandelen of onroerend goed, zowel gerealiseerd als ongerealiseerd, zijn belast. Voor een aandelenportefeuille is een overzicht nodig van alle aan- en verkopen gedurende een jaar om de vermogenswinst te bepalen.
Verliezen zoals bijvoorbeeld een koersdaling op aandelen of een waardedaling van onroerend goed, zowel gerealiseerd als ongerealiseerd, kunnen in mindering gebracht worden op het werkelijk rendement.
Voor de waardemutaties van onroerende zaken moet de WOZ-waarde gehanteerd worden.
Verliezen kunnen niet met andere jaren verrekend worden.
Kosten zijn niet aftrekbaar, met uitzondering van rente betaald over schulden.
Er wordt geen rekening gehouden met een heffingvrij vermogen of inkomen.
Om gebruik te kunnen maken van belasting op werkelijk rendement dient u als belastingplichtige aannemelijk te maken dat uw werkelijk rendement lager is dan het fictieve rendement.
In veel gevallen zal overigens geen gunstigere berekening mogelijk zijn. Indien een grotere effectenportefeuille bijvoorbeeld fors in waarde is gestegen, of de WOZ-waarde substantieel is toegenomen, dan zal de optie van belasting over het werkelijk rendement over het algemeen niet gunstiger zijn. In zo een geval is het dan ook niet nodig alle rendementen in detail vast te leggen. Uiteraard zijn wij beschikbaar voor overleg op dit punt.
Om de veilige overdracht van zwaardere bestanden en documenten te kunnen garanderen, maken wij gebruik van Secudoc.
Indien u uw bestanden via Secudoc wilt verzenden, kunt u ons per email een verzoek sturen. U ontvangt dan een link die naar de Secudoc-uploadpagina leidt. Nadat u uw bestanden heeft geüpload, kunnen we uw geüploade bestanden alleen downloaden met tweestapsverificatie. Het gebruik van Secudoc is ook praktisch bij een groot aantal of zwaardere bijlagen die niet in één e-mail verstuurd kunnen worden.
Wij gebruiken technologieën zoals cookies om informatie over uw apparaat op te slaan en/of te raadplegen. We doen dit met als doel om de beste ervaring te bieden en om gepersonaliseerde advertenties te tonen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als u geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door je Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.