Zoals bekend is er sinds de laatste verkiezingen nog geen nieuwe regering gevormd. De Belastingplannen 2018 die gisteren op Prinsjesdag zijn gepresenteerd, komen dan ook van het demissionaire kabinet. De verwachtingen over de inhoud van deze plannen waren op voorhand daarom niet erg hooggespannen. Dat blijkt terecht te zijn. Hoewel de plannen over het algemeen niet erg ingrijpend zijn, hebben we onderstaand toch de meest belanghebbende zaken voor u puntsgewijs op een rij gezet.
Voorstellen uit het Belastingplan 2018
De volgende wijzigingen uit het Belastingplan 2018 gaan in op 1 januari 2018:
Verhoging van de tarieven in de tweede en derde schijf met 0,05%;
Verhoging van de inkomensgrens naar de vierde belastingschijf van € 67.072 naar € 68.507 en verlaging van het tarief in deze hoogste schijf van 52% naar 51,95%;
Aanscherping definitie geneesmiddelen: onder het 6%-tarief vallen alleen producten waarvoor een (parallel)handelsvergunning is afgegeven op grond van de Geneesmiddelenwet, of als die daarvan uitdrukkelijk zijn vrijgesteld;
Aanpassing tariefbepalingen btw zeeschepen;
Tijdelijke verhoging van de kansspelbelasting van 29% naar 30,1%.
Bij import of ombouw van bestelauto’s mag voor de BPM in sommige situaties uitgegaan worden van de werkelijke waarde in plaats van de forfaitaire afschrijvingstabel.
Voorstellen Overige fiscale maatregelen 2018 De volgende wijzigingen uit de Overige fiscale maatregelen 2018 treden in werking per 1 januari 2018, tenzij anders vermeld:
Vervallen tijdklemmen BEW, KEW, SEW en kapitaalverzekeringen in box 3 krijgen wettelijke grondslag;
Één gezamenlijke mededeling voor alle in het kalenderjaar afgegeven S&O-verklaringen;
Aanpassing Vennootschapsbelasting; liquidatieverliesregeling alsmede berekening voorkomingswinst bij interne gebruiksvergoedingen binnen de fiscale eenheid.
Gevolgen huwelijkse voorwaarden / notarieel samenlevingscontract voor de schenk- en erfbelasting na inwerkingtreding beperkte gemeenschap van goederen;
Een jaar langer multiplier voor aftrek culturele giften;
Expliciete opname in de wet van de aanslagtermijnen voor de schenkbelasting;
Aanpassing partnerbegrip: pleegkind geen toeslagpartner meer.
Vanaf 2019 wordt in de loonheffing voor buitenlandse belastingplichtigen een lagere of helemaal geen heffingskorting toegepast om latere terugbetaling te voorkomen.
Wij zullen enige onderwerpen uit het bovenstaande wat verder toelichten.
Wijzigingen Erf- en Schenkbelasting huwelijksgemeenschap Per 1 januari 2018 wordt nieuw huwelijksvermogensrecht van toepassing; men trouwt dan standaard in beperkte gemeenschap van goederen. Tegelijk wordt hiermee de fiscale gevolgen van wijzigen van huwelijkse voorwaarden aangepast. Bij trouwen met beperkte of algehele huwelijksgemeenschap met gelijke aandelen behoeft geen schenkbelasting betaald te worden over vermogen wat daarbij overgedragen wordt, tenzij sprake is van misbruik (zg. ééndagshuwelijken). Er is uitsluitend schenkbelasting verschuldigd indien het aandeel van de minstvermogende in het totale vermogen hoger wordt dan 50% of het aandeel van de meestvermogende in het totale vermogen toeneemt. Een soortgelijke bepaling wordt voorgesteld voor de erfbelasting. Het voorstel geldt eveneens voor ongehuwd samenwonenden die een notarieel samenlevingscontract hebben. In de praktijk zal dit vooral gevolgen hebben voor estate planning met behulp van huwelijkse voorwaarden.
Inkeerregeling Per 1 januari 2018 wordt de inkeerregeling afgeschaft. De motivatie van de staatssecretaris hiervoor is dat er meer gegevensuitwisseling plaatsvind tussen landen en daarmee de ‘pakkans’ toeneemt. Er is dan geen prikkel als de inkeerregeling meer nodig. Uiteraard is op deze gedachtegang het nodige af te dingen; indien vrijwillig melden geen voordeel meer biedt, zullen immers meer belastingplichtigen gaan afwachten tot de Belastingdienst bij hen aanklopt. Overigens zal vrijwillig melden altijd nog een boeteverminderende omstandigheid vormen. Klik hier voor meer informatie.
Wetsvoorstel Afschaffing van de btw-landbouwregeling Een landbouwer, veehouder, tuinbouwer of bosbouwer maakt nu vaak gebruik van de landbouwregeling. Vorig jaar bij de Belastingplannen van 2017 is aangekondigd dat deze regeling vervalt per 1 januari 2018. Dat gaat nu daadwerkelijk gebeuren. De afschaffing van de landbouwregeling heeft grote gevolgen. De landbouwers, veehouders, tuinbouwers of bosbouwers worden vanaf 1 januari 2018 btw verschuldigd over hun leveringen en diensten. Dat zal meestal 6% zijn. De keerzijde is dat zij recht krijgen op btw-aftrek en dat zij de betaalde btw alsnog kunnen claimen. Hiervoor is een overgangsregeling getroffen.
Indien u uw gegevens aanlevert over 2017 dan verzorgen wij weer graag uw aangifte. Voor onze cliënten vragen wij automatisch uitstel aan voor zover nodig.
Vergeet u niet om ook informatie mee te zenden over mogelijk aftrekbare uitgaven en andere relevante wijzigingen in uw situatie. Dit helpt ons om uw aangifte zoveel mogelijk te optimaliseren. Wij zien uw contact met belangstelling tegemoet.
Ook dit jaar hebben wij voor u nuttige belastingtips en updates voor het komende jaar op een rij gezet in de vorm van de Eindejaarstips 2017.
Wanneer u in Nederland woont en in de Verenigde Arabische Emiraten werkt, moet uw wereldwijde inkomen en vermogen in de Nederlandse aangifte worden opgegeven. Vervolgens moet aan de hand van het belastingverdrag bepaald worden of voor (een deel van) uw inkomen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting gevraagd kan worden.
Twee voorbeeldsituaties
Mark is net begonnen met werken in Dubai. Hij blijft in NL ingeschreven, maar is meer dan 183 dagen per jaar in Dubai voor een daar gevestigde werkgever.
Zijn inkomen is dan in Dubai belast voor zover hij daar werkt. Dagen welke hij in een ander land werkt, zijn belast in Nederland.
Ronald gaat minimaal voor 1 jaar werken in Dubai voor zijn werkgever. Hij komt in dienst van de Dubai tak van het bedrijf die hem ook het salaris en een woonvergoeding zal uitbetalen. Hij heeft in Nederland een eigen huis met hypotheek. Zijn vrouw blijft daar wonen. Zelf wil hij steeds 3 weken in Dubai verblijven en 1 week vanuit Nederland werken.
Ronald kan dan ook voor de in Dubai gewerkte dagen verzoeken om aftrek ter voorkoming van “dubbele” belasting op grond van het verdrag met de VAE. Tevens kan vrijstelling premieheffing bij de SVB te worden aangevraagd. Deze vrijstellingen werken goed uit indien er in het geheel geen Nederlandse of ander inkomen is en indien niet in een ander land behalve de VAE wordt gewerkt.
Zijn zogenoemde levenscentrum blijft in Nederland omdat zijn echtgenote hier blijft wonen. De buitenlandse inkomsten dienen dan ook in de aangifte te worden vermeld. De hypotheekrente aftrek kan aan zijn echtgenote worden toebedeeld. Als de buitenlandse periode niet lang duurt kan de hypotheekrente aftrek ook worden omgezet in een niet gebruikte aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. Deze kan worden benut op het moment dat er weer Nederlands inkomen is in de toekomst.
Bovenstaande informatie geldt uiteraard ook indien u in een ander land gaat werken en in Nederland blijft wonen. Het is wel belangrijk om na te gaan wat het belastingverdrag is met het betreffende land.
Ook is het van belang om de aangifte inkomstenbelasting direct goed (zo voordelig mogelijk) in te dienen zodat de inspecteur de situatie correct kan beoordelen. Hier wil het nog wel eens fout gaan met complexiteiten bij de aanslagregeling. Wij helpen u graag bij de aangifte.
Op 20 september, Prinsjesdag 2016, zijn de belastingwijzigingen voor 2017 gepresenteerd, in enkele verschillende wetsvoorstellen. Naast een aantal verwachte en kleinere wijzigingen zijn er ook enkele opvallende en grotere wijzigingen zoals de afschaffing van de aftrekposten monumentenkosten en scholingsuitgaven, wijzigingen vrijgestelde beleggingsinstelling en het afschaffen van pensioen in eigen beheer. Overigens zal ook weer afgewacht moeten worden in hoeverre de voorstellen goedgekeurd zullen worden door de Eerste en Tweede Kamer.
Hieronder volgt een opsomming van de maatregelen uit de verschillende wetsvoorstellen ingaande 2017:
Voorstellen uit het Belastingplan 2017:
Inkomstenbelasting: het tarief in de derde schijf gaat van 40,4% naar 40,8% en deze schijf wordt verlengd van € 66.421 naar € 67.072;
de start van de afbouw arbeidskorting begint al bij € 32.444 (in 2016: € 34.015);
de ouderenkorting wordt verhoogd van € 1.187 naar € 1.292;
beperking toerekeningsstop APV en andere invulling voorkoming dubbele belasting;
invoering teruggaafregeling dividendbelasting voor niet-ingezetenen;
invoering heffingsvrij vermogen in box 3 voor (niet-kwalificerende) buitenlands belastingplichtigen;
vennootschapsbelasting: verlenging eerste tariefschijf (20%) naar € 250.000 in 2018, € 300.000 in 2020 en € 350.000 in 2021;
wijzigingen in enkele specifieke renteaftrekbeperkingen in de Vpb;
beperking toepassingsbereik innovatiebox;
innovatieve start-up mag het gebruikelijk loon de eerste drie jaar op het minimumloon stellen;
beleggen in de vrijgestelde beleggingsinstelling wordt minder aantrekkelijk door de volgende maatregelen:
Verplicht afrekenen in box 2 over ab-claim als een lichaam waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft de vbi-status verkrijgt;
Tegengaan flits-vbi: bij onderbrenging van box-3-vermogen in een vbi waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft, wordt dit vermogen in box 2 belast, maar blijft ook belast in box 3 als dit vermogen binnen 18 maanden weer terugkomt in box 3;
Het verlengen van tariefschijven van de Vennootschapsbelasting is uiteraard positief voor ondernemingen. Deze maatregel zal samenhangen met de tariefsverlagingen in andere Europese landen en het aantrekkelijk houden van het Nederlandse vestigingsklimaat.
De wijzigingen voor buitenlands belastingplichtigen zijn een wettelijke uitwerking van eerdere rechterlijke uitspraken. Ook buitenlands belastingplichtigen hebben hiermee recht op toepassing van het heffingsvrij vermogen en teruggaaf dividendbelasting.
De maatregelen voor de vrijgestelde beleggingsinstellingen treffen vooral belastingplichtigen die vanuit een BV een VBI ingaan en daarvoor zullen moeten afrekenen. Het blijft nog steeds mogelijk om een VBI te gebruiken voor vermogen in zowel box 2 als box 3.
Voorstellen uit wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2017
schulden die deel uitmaken van een algemeenheid en waarop een vruchtgebruik rust worden voortaan – net als de bezittingen – geheel aangegeven bij de vruchtgebruiker;
omzetting goedkeuring renteaftrek voor vruchtgebruiker krachtens erfrecht;
codificatie van goedkeuringen voor het buiten toepassing laten van de termijnen van 15 en 20 jaar voor de vrijstelling bij een uitkering uit een KEW, SEW, BEW of een box-3 kapitaalverzekering van vóór 1 januari 2001;
reparatie bedrijfsopvolgingsregeling bij indirect aandelenbelang van minder dan 5%.
Voorstellen Fiscale vereenvoudigingwet 2017
vereenvoudiging teruggaafregeling btw op oninbare vorderingen;
introductie inhoudingsvrijstelling dividendbelasting voor vrijgestelde vpb-lichamen;
verenigingen of stichtingen met beperkte ondernemingsactiviteiten kunnen hun verzoek om belastingplicht Vpb nog bij de aangifte indienen (nu binnen 6 maanden);
afschaffing fictieve dienstbetrekking voor commissarissen;
afschaffing jaarloonuitvraag;
uitbreiding verlegging inhoudingsplicht voor concernonderdelen.
De vereenvoudiging van de teruggaafregeling BTW op oninbare vorderingen houdt in dat hier niet langer een speciaal verzoek gedaan moet worden waarbij aangetoond moet worden dat inderdaad geen betaling meer verwacht kan worden. Na afloop van een jaar na de betalingstermijn kan de BTW door middel van verwerking in de gewone BTW-aangifte teruggevraagd moeten worden.
Wetsvoorstel uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen Per 2017 is fiscaal gefaciliteerd opbouwen van pensioen in de eigen BV niet meer mogelijk. Het opgebouwde pensioen mag tegen de fiscale waarde worden afgekocht of omgezet in een Oudedagsverplichting. Mocht daar niet voor gekozen worden, dan blijft het pensioen premievrij staan en wordt het te zijner tijd regulier uitgekeerd.
Voorstellen Wet fiscale maatregelen rijksmonumenten en scholing Deze twee maatregelen in de inkomstenbelasting staan in een apart wetsvoorstel. Ten eerste wordt vanaf 1 januari 2018 aftrek scholingsuitgaven vervangen door (niet-fiscale) scholingsvouchers. Ten tweede wordt vanaf 2017 de aftrek voor onderhoudskosten aan monumentenpanden vervangen door subsidies.
Geen aangifte doen
Ook dit jaar hebben wij van cliënten berichten ontvangen dat de Belastingdienst vermeldde dat er geen aangifte gedaan hoefde te worden, terwijl het in de gegeven situatie wel verplicht was of juist gunstig was. Bijvoorbeeld voor een buitenlands belastingplichtige met Nederlands onroerend goed, of iemand met persoonsgebonden aftrekposten.
Ook komen er nog steeds fouten voor in de verwerking van de vooringevulde aangiften. De meeste aftrekposten worden hierin ook niet meegenomen. Of u nu een bericht ontvangen heeft of niet, het is altijd verstandig om goed te kijken naar uw fiscale situatie, en of u nog besparingsmogelijkheden heeft.
Berichten die u via de digitale Berichtenbox ontvangt, worden overigens ook nog per post verstuurd.
Aftrekposten 2016
In de aangifte inkomstenbelasting 2016 bestaan de volgende aftrekposten om uw belastbaar inkomen te verlagen:
hypotheekrente van uw eigen woning
premies lijfrente
niet-vergoede ziektekosten (o.m. geneeskundige hulp, voorgeschreven medicijnen en reiskosten van ziekenbezoek)
onderhoudsverplichtingen aan ex-echtgenoot o.m. in de vorm van alimentatie
giften aan erkende charitatieve instellingen (zie de ANBI-lijst)
studiekosten
onderhoud- en restauratiekosten van een rijksmonumentenpand
reiskosten voor regelmatig woon-werkverkeer per openbaar vervoer
weekenduitgaven voor gehandicapten
Let u er wel op dat er voor een aantal aftrekposten een drempel of andere aanvullende voorwaarden bestaan, waardoor uw uitgaven mogelijk toch niet tot aftrek leiden. Denkt u voor een aftrekpost in aanmerking te komen, maar heeft u hier nog vragen over, neem dan gerust contact met ons op.
Ondernemersfaciliteiten
Voor ondernemers is het voor toepassing van de zelfstandigen- en startersaftrek en speur- en ontwikkelingswerk nog altijd van belang dat aan het urencriterium voldaan wordt (1.225 uur). In geval van een deeltijdbaan erbij, dient meer tijd aan uw onderneming besteed te zijn. Mocht er twijfel over deze punten kunnen bestaan, houdt dan uw uren gerelateerd aan uw onderneming bij.
De investeringsaftrekken en willekeurige afschrijving zijn ook zonder urencriterium mogelijk. Voor energie- en milieu-investeringsaftrek, alsmede RDA (research en development) dient overigens meestal een aanvraag voor toepassing gedaan te worden vóórdat de uitgave gedaan wordt. Voor meer informatie over drempels, maxima en voorwaarden, verzoeken wij u om contact met ons op te nemen.
Belastingrente
Met de belastingrenteregels, zal de Belastingdienst vanaf 1 juli 2017 rente berekenen over een te betalen bedrag voor de aangifte 2016. Deze rente bedraagt momenteel 4% voor de Inkomstenbelasting en 8%(!) voor de Vennootschapsbelasting. Verwacht u een hoge aanslag en wilt u de rente hierover vermijden, neem dan contact op voor het aanvragen van een voorlopige aanslag. In geval van een teruggave vergoedt de Belastingdienst nog maar beperkt rente.
Tweede woning fiscaal gunstig verhuren
Als u een tweede woning bezit betaalt u hierover jaarlijks box 3-heffing. Indien de woning langere tijd leeg staat, is verhuur fiscaal een interessante optie. Afhankelijk van de hoogte van de huur kan de woning dan 15% tot zelfs 55% lager gewaardeerd worden voor de box 3-heffing. De werkelijk ontvangen huur is overigens sowieso niet belast.
Verhuur aan bijvoorbeeld een studerend kind of ander familielid is waarschijnlijk flexibeler en minder risicovol dan aan derden in verband met huurrechten. In het geval binnen familieverhoudingen een lagere en daarmee onzakelijke huurprijs is overeengekomen, geldt altijd nog een waardevermindering van 38%. Een andere mogelijkheid is om wel een normale huurprijs te vragen en separaat een bedrag tot de schenkvrijstelling terug te schenken.
Zoals u van ons gewend bent, hebben wij ook dit jaar weer een aantal fiscale eindejaarstips 2016 opgesteld. Het belastingplan voor 2017 is inmiddels aangenomen door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer zal op 20 december a.s. hierover stemmen.
De belastingplannen zijn op een aantal punten nog gewijzigd. Het meest in het oog loopt dat het wetsvoorstel over afschaffing van de aftrekposten rijksmonumenten en scholing is ingetrokken. Deze ongenuanceerde maatregelen konden rekenen op de nodige kritiek, vooral aangezien er nog geen goede vervanging was uitgewerkt. Wij hebben gepoogd ons steentje bij te dragen aan het bezwaar maken. Voorlopig zijn deze belangrijke aftrekposten daarmee ongemoeid gelaten; uiteraard zal afgewacht moeten worden wat een volgend kabinet zal doen hiermee.
Wij hopen dat u weer uw voordeel kunt doen met de diverse fiscale tips. Voor meer informatie voorzien wij u graag van een persoonlijk advies of korte toelichting. Wij helpen u graag verder.
Tot 1 mei 2016 kunt u uw aangifte Inkomstenbelasting 2015 doen.
U kunt ook uitstel aanvragen. Wij kunnen dit ook voor u doen; als belastingadviseur hebben wij ruimere uitstelmogelijkheden.
In deze nieuwsbrief leest u over besparingsmogelijkheden die u heeft bij de belastingaangifte en over enkele belastingzaken die dit jaar actueel zijn.
Indien u nog vragen heeft, kunt u contact met ons opnemen.
Met behulp van onderstaande voorbeeldberekening kunt u een globale schatting maken van het bedrag dat u moet betalen. U kunt dit ook als PDF downloaden.
Indien u niet heeft ingekeerd en u krijgt van de Belastingdienst bericht dat zij vermoeden dat u niet aangegeven (buitenlands) vermogen bezit, is het belangrijk om volledige medewerking te verlenen.
Inkeerregeling boete en bedrag
In de praktijk blijkt dat dit vaak de boete beperkt tot 150 tot 180% of soms zelfs lager. Wij helpen u graag om uw situatie en verzachtende omstandigheden op correcte wijze te presenteren aan de Belastingdienst, hetgeen de procedure gunstig kan beïnvloeden.
Voorbeeldberekening
Stel dat een persoon – die zelf het initiatief neemt tot correctie (erkende inkeer) – gemiddeld € 350.000,- op een buitenlandse bankrekening heeft gehad, dan bedraagt de box 3 heffing bij benadering 1,2% keer 12 ofwel een bedrag ad circa € 50.400. Dit bedrag dient vervolgens nog te worden verhoogd met heffingsrente; deze enkelvoudige heffingsrente kan gesteld worden op circa 4% per jaar. Grofweg kan er hiervoor vanuit gegaan worden dat de heffingsrente 1/3 bedraagt van de verschuldigde belasting of ca. € 16.800. De boete van 120% bedraagt in deze situatie € 60.480,- Het verschuldigde bedrag inclusief rente en boete is dan € 127.680,-.
De heffing bedraagt in dit geval ca. 36% van het gemiddelde verzwegen buitenlands vermogen. Stel dat er EU bronheffing is ingehouden en in deze situatie zou deze vermindering bijvoorbeeld € 7.500 bedragen dan gaat de heffing omlaag naar ongeveer 31%. Verdere verminderingen zijn mogelijk op grond van de persoonlijke situatie zoals bijvoorbeeld een niet gebruikt deel van de box 3 vrijstelling.
In 2022 betreft de verlengde navorderingsrente in principe de jaren 2010 t/m 2021. Over de jaren vóór 2010 wordt niet nagevorderd; een uitzondering betreft indien indertijd uitstel is verleend voor de aangifte 2009; in dit geval zou dat jaar ook nog voor navordering in aanmerking komen.
Toelichting
U betaalt boete, belasting en heffingsrente. U betaalt over buitenlands vermogen boete, belasting en heffingsrente met een navorderingstermijn van 12 jaar. Over de 2 meest recente jaren verzwegen inkomen of vermogen krijgt u geen boete. Over eerdere jaren geldt 120% boete. Vanaf 1 januari 2018 geldt de normale boete ook voor de eerste twee jaar.
Hier bovenop komt nog rente, door de lange periode kan deze uiteraard oplopen. De heffing over de 12-jaars periode bedraagt dan normaal gesproken tussen de 25% en 45% van het gemiddelde verzwegen vermogen. Het kan zijn dat er nog belasting verminderende factoren zijn, zoals niet gebruikte vrijstellingen en ingehouden belastingen.
Voor buitenlands vermogen geldt een termijn van 12 jaar waarover de Belastingdienst gegevens zal vragen en belasting kan navorderen; voor binnenlands vermogen is dit 5 jaar. Het gaat uitsluitend om inkomen dat aantoonbaar in Nederland is verdiend, dus niet eerst in het buitenland is opgekomen.
Wat zijn de fiscale gevolgen bij de inkeerregeling als u zwart geld geërfd heeft?
Indien er Nederlands successierecht c.q. erfbelasting bij is betrokken, kunnen de berekeningen aanzienlijk anders worden. Voor Erfbelasting en Schenkbelasting geldt een onbeperkte navorderingstermijn, zo wil de Belastingdienst, alhoewel de rechtbank in heel enkele gevallen anders bepaalt. Zo kan bij een nalatenschap die lange tijd en bijvoorbeeld al vóór de gebruikelijke navorderingsperiode is ontvangen een aanzienlijk bedrag aan successierecht zijn verschuldigd. Hierbij kan de heffing oplopen tot maar liefst 50% of zelfs hoger. (Dit komt doordat de box-3 heffing wordt vermeerderd met schenkingsrecht en/of successierecht). Het is echter toch verstandig om in deze situatie ook in te keren.
Wanneer is navordering in box 1 van toepassing?
Naheffing in box 1 kan plaatsvinden indien zwart inkomen gegenereerd is in de 12-jaarsperiode (5 jaar als sprake is van aantoonbaar binnenlands inkomen). Hierbij gelden lagere percentages zoals 60%, afhankelijk van het wel of niet aanwezig zijn van grove schuld. Soms zijn zelfs lagere percentages zoals 25% niet ondenkbaar. De verschuldigde belasting over box 1-inkomen is sterk afhankelijk van zowel het reeds aangegeven inkomen als het verzwegen inkomen.
Beheer cookie toestemming
Wij gebruiken technologieën zoals cookies om informatie over uw apparaat op te slaan en/of te raadplegen. We doen dit met als doel om de beste ervaring te bieden en om gepersonaliseerde advertenties te tonen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als u geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door je Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.